Skip to main content
6 september 2021

Einde Levensloopregeling 2021

Binnenkort loopt de levensloopregeling dan echt op zijn eind. Wat doe je als medewerkers nog een tegoed via jou als werkgever willen laten uitbetalen? 

Wat hield de regeling ook alweer in?

Tot 2012 kon je als medewerker een deel van je brutosalaris sparen om onbetaald verlof op te nemen of om eerder te stoppen met werken. Over dit spaarbedrag hoefde je geen belasting te betalen. Gelijktijdig aan de afschaffing is er een overgangsregeling getroffen voor de deelnemers: uiterlijk op 1 november 2021 of vanaf de AOW-ingangsdatum (of een eerdere datum waarop je met pensioen gaat) moet het hele levenslooptegoed zijn uitgekeerd of omgezet. Het resterende levenslooptegoed krijg je op 1 november uitgekeerd waarbij dit bedrag direct wordt belast. Zie ook een eerder door ons gepubliceerd artikel over de uitfasering van de levensloopregeling.

Goed om te weten dat:

  • Tot 1 november 2021 de (ex-)werkgever inhoudingsplichtig is voor de loonheffingen voor die opname. Als er geen werkgever meer is, dan is de levensloopinstelling inhoudingsplichtig.
  • Staat op 1 november 2021 nog levenslooptegoed op de levenslooprekening van de medewerker, dan wordt de medewerker geacht op dat moment het volledige levenslooptegoed te genieten. Het fictieve genietingsmoment is dan 1 november. Niet de werkgever, maar de levensloopinstelling verwerkt dit in de aangifte loonheffingen. De levensloopinstelling houdt geen rekening met de heffingskortingen. Dit wordt via de aangifte Inkomstenbelasting 2021 berekend. Verder hoeft de medewerker geen inkomensafhankelijke bijdrage ZVW te betalen.

Wat als medewerkers nog een tegoed via jou als werkgever willen laten uitbetalen?

Een medewerker wil nog voor 1 november aanstaande een tegoed via jou laten uitbetalen. Hoe werkt dat?

Indien de medewerker het levenslooptegoed ook via jouw organisatie gespaard heeft, zal de uitbetaling enigszins kostenneutraal zijn: bij het sparen van levensloop heb je werkgeverslasten bespaard (premies ZVW- en werknemersverzekeringen) en deze worden nu bij de uitbetaling alsnog als werkgeverslasten geboekt. Is de medewerker jonger dan 61 jaar op 01-01-2021? Dan worden bij de uitbetaling van het levenslooptegoed premies werknemersverzekeringen en ZVW berekend. Is de medewerker 61 jaar of ouder op 1 januari 2021? Dan is er alleen sprake van de premie ZVW.

Het is anders op moment dat een medewerker het bedrag niet bij jou gespaard heeft, maar wél via jou laat uitbetalen: destijds heb je geen voordeel gehad op de werkgeverslasten, maar nu wel een nadeel door de uitbetaling. Je hoeft hier als huidige werkgever niet mee akkoord te gaan. De uitbetaling kan dan via de levensloopinstelling lopen.

Tot slot

Is er sprake van doorstorten in pensioen? Dan adviseren wij om je goed te laten informeren over de aandachtspunten die hierbij komen kijken. Wil je hier meer over weten of heb je vragen over het einde van de levensloopregeling in het algemeen? Onze adviseurs staan voor je klaar.

Terug

Nog niet uitgelezen?