Skip to main content
6 januari 2025

De belangrijkste loon- en HR-wijzigingen van 2025

Het nieuwe jaar is weer van start gegaan. Welke loon- en HR-wijzigingen zijn op 1 januari 2025 ingegaan? En wat moet je daar als werkgever over weten? De belangrijkste punten voor je op een rij.

1. Verduidelijking en uitbreiding gerichte vrijstelling OV-kaarten

Laat je een medewerker op jouw kosten vrij reizen, bijvoorbeeld met een mobiliteitskaart, of met korting reizen, dan is de waarde van het vrij of met korting reizen gericht vrijgesteld. Als voorwaarde geldt dat de medewerker met die voorziening in enige mate ook daadwerkelijk zakelijk reist.

Let op! Heeft de werknemer zelf een voorziening om mee te reizen, zoals een privéreisproduct? De gerichte vrijstelling geldt dan wel voor de vergoeding van het zakelijke deel van de reizen, maar niet voor de vergoeding van het privédeel.

Uitbreiding gerichte vrijstelling
Sinds 1 januari 2025 is de gerichte vrijstelling voor OV-kaarten uitgebreid. De vrijstelling geldt nu ook voor buitenlands openbaar vervoer, onder dezelfde voorwaarden als voor binnenlands openbaar vervoer.

2. Verlaging urennorm bij ‘herzien’ voor premiedifferentiatie AWf

Met de 30%-herzieningsregeling moet je herzien als je voor een medewerker terecht de lage premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) hebt toegepast, maar het aantal verloonde uren van de medewerker in het kalenderjaar meer dan 30% hoger is dan in de arbeidsovereenkomst staat.

Je hoeft tot en met 2024 niet te herzien als de arbeidsovereenkomst een gemiddelde arbeidsomvang van 35 uur of meer per week heeft. Sinds 2025 geldt dat voor een gemiddelde arbeidsomvang van meer dan 30 uur per week.

De urennorm van de 30%-herzieningsregeling is daarmee dus verlaagd. Dit moet de wendbaarheid binnen vaste contracten verder vergoten. Maar let op: Hierdoor geldt de herzieningsregeling dus voor een kleinere groep medewerkers.

3. Verhoging eindheffing bestelauto’s

Maken meerdere medewerkers doorlopend afwisselend gebruik van je bestelauto’s, dan geldt voor de waardering van het privévoordeel een eindheffingsregeling. Als het gebruik voldoet aan de voorwaarden, betaal je als werkgever hiervoor een vast bedrag per bestelauto.

Dat bedrag vaste bedrag was sinds de invoering van de regeling in 2006 niet geïndexeerd en op jaarbasis steeds € 300. Met ingang van 2025 wordt het bedrag jaarlijks geïndexeerd. Voor 2025 geldt een bedrag van € 438. Je moet dit bedrag evenredig verdelen over de aangiftetijdvakken. Voor een maandaangifte betaal je voor elke bestelauto € 36,50.

4. Verhoging vrije ruimte WKR

Met ingang van 2025 is de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) voor de loonsom tot € 400.000 iets ruimer. Dit betekent dat je meer belastingvrij kunt verstrekken aan medewerkers.

2024:

  • Loonsom tot € 400.000 > 1,92%
  • Over het meerdere > 1,18%
  • Overschrijding van de vrije ruimte > Eindheffing van 80%

2025:

  • Loonsom tot € 400.000 > 2%
  • Over het meerdere > 1,18%
  • Overschrijding van de vrije ruimte > Eindheffing van 80%

Per 2027 verruimt de vrije ruimte voor de loonsom tot € 400.000 verder naar 2,16% (en handhaving van 1,18% over het meerdere).

5. Afschaffing Lage-inkomensvoordeel (LIV)

Met ingang van 2025 is het lage-inkomensvoordeel (LIV) vervallen. Je krijgt in 2025 nog wel het LIV over 2024 uitbetaald.

6. Wijzigingen in loonkostenvoordelen (LKV)

Verruiming LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer
Met ingang van 1 januari 2025 vallen er meer medewerkers onder de werking van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer. Je hebt dan ook recht op dit loonkostenvoordeel als de medewerker in de wachttijd van de WIA:

  • Zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat, of
  • Geheel of gedeeltelijk in een andere functie bij je gaat werken

Het recht op LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer start dan op het moment van de eerste uitkeringsdag van de WIA-uitkering.

Verlaging en afschaffing LKV oudere werknemer
Het LKV oudere werknemer wordt stapsgewijs afgebouwd voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen op of na 1 januari 2024. Per 1 januari 2025 is er een verlaging van het bedrag van het loonkostenvoordeel en per 2026 vervalt het LKV oudere werknemer helemaal. Het LKV over 2025 betaalt de Belastingdienst in 2026 uit. Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 verandert er niets.

7. Expatregeling (30%-regeling)

Terugdraaien eerdere wijzigingen en van 30%- naar 27%-regeling
Met ingang van 1 januari 2024 is de 30%-regeling voor ingekomen medewerkers versoberd. Dit had toen als gevolg dat de maximale hoogte van de gericht vrijgestelde vergoeding niet meer over de gehele looptijd 30% is, maar een aflopend percentage van:

  • Maximaal 30% gedurende de eerste 20 maanden
  • Maximaal 20% gedurende de volgende 20 maanden
  • 10% gedurende de laatste 20 maanden van de looptijd

Deze wijziging is per 1 januari 2025 teruggedraaid. Wel wordt de regeling op een andere manier versoberd.

Nieuwe gematigde versobering
Het maximale percentage van de forfaitaire vergoeding wordt met ingang van 2027 verlaagd van 30% naar 27%. Dit geldt voor zowel ingekomen als uitgezonden medewerkers. Dit percentage geldt vervolgens gedurende de hele (resterende) periode van 60 maanden.

Voor 2025 en 2026 blijft voor alle ingekomen en uitgezonden medewerkers het maximale percentage 30%.

Lees ook het artikel ‘Versobering 30%-regeling teruggedraaid naar 27%’.

Verhoging salarisnorm
De salarisnorm wordt per 1 januari 2027 verhoogd van € 46.660 (bedrag 2025) naar € 50.436 en voor medewerkers jonger dan 30 jaar met een masterdiploma gaat deze van € 35.468 (bedrag 2025) naar € 38.338. Deze salarisnormen worden nog wel jaarlijks geïndexeerd op basis van de tabelcorrectiefactor. Dat betekent dat de normen per 2027 hoger zullen zijn dan de genoemde bedragen.

Overgangsrecht voor voorgaande punten
Overgangsrecht geldt voor:

  • Medewerkers voor wie de 30%-regeling uiterlijk over het laatste tijdvak van 2023 is toegepast >> Voor hen blijft gedurende de hele looptijd van de beschikking het forfait van maximaal 30% gelden en blijven de (geïndexeerde) salarisnormen van 2024 van toepassing.
  • Medewerkers voor wie de 30%-regeling voor het eerst in 2024 is toegepast >> Voor hen is in 2025 en 2026 het forfait nog maximaal 30%. Vanaf 2027 is het forfait maximaal 27%. Gedurende de hele looptijd blijven de (geïndexeerde) salarisnormen van 2024 toepassing.

8. Partiële buitenlandse belastingplicht

Tot en met 2024 konden expats met een 30%-vergoeding gebruikmaken van ‘partiele buitenlandse belastingplicht’. Deze fiscale regeling in de inkomstenbelasting vervalt echter per 1 januari 2025. Dit kan voor expats leiden tot dubbele belastingheffing.

Overgangsrecht
Voor expats die een 30%-vergoeding genoten over het laatste loontijdvak van 2023 en die ononderbroken ingekomen werknemer zijn gebleven geldt overgangsrecht. Zij kunnen tot en met de aangifte inkomstenbelasting over 2026 blijven kiezen voor toepassing van de partiële buitenlandse belastingplicht.

Gevolgen voor jou als werkgever
Onder voorwaarden mag je de in te houden loonbelasting/premie volksverzekeringen afstemmen op de inkomstenbelasting en eventuele premie volksverzekeringen die een medewerker moet betalen. De medewerker hoeft dan geen aangifte inkomstenbelasting te doen. Voor medewerkers die nu niet meer kunnen kiezen voor partiële buitenlandse belastingplicht kun je deze vereenvoudigde werkwijze niet meer toepassen. Voor degenen waarvoor overgangsrecht geldt nog wel, uiterlijk tot 2027.

Het convenant dat je als werkgever met de Belastingdienst hebt gesloten, vervalt voor zover dit van toepassing is op personen die niet langer kunnen kiezen voor de partiële buitenlandse belastingplicht.

Vrijstelling voor IB-aangifte
Voor medewerkers die in het buitenland wonen, in Nederland werken en in Nederland alleen looninkomsten hebben, blijft het mogelijk om – onder voorwaarden – vrijstelling te krijgen voor een aangifte inkomstenbelasting. Meer over deze vereenvoudigde werkwijze en het convenant lees je in paragraaf 19.6 van het Handboek Loonheffingen.

9. Aanpassing maximale verzuimboetes

Eens in de 5 jaar wijzigen de maximale bedragen van de verzuimboetes van de Belastingdienst. Zo ook nu. Per 2025 geldt:

  • Aangifteverzuim >> € 1.675 (in 2024: € 1.377)
  • Betaalverzuim >> € 6.709 (in 2024: € 5.514)
  • Correctieverzuim >> € 1.675 (in 2024: € 1.377)

10. Opheffing handhavingsmoratorium, einde modelovereenkomsten

Tot en met 2024 gold voor de handhaving rond arbeidsrelaties het handhavingsmoratorium. De Belastingdienst legde in geval van schijnzelfstandigheid alleen correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen met boetes op bij kwaadwillendheid. Maar per 1 januari 2025 geldt het handhavingsmoratorium niet meer.

Dit betekent dat de Belastingdienst voor aangiften loonheffingen vanaf 1 januari 2025 wel maatregelen kan nemen, zoals het opleggen van correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes, als je ten onrechte de arbeidsrelatie niet als loondienst behandelt. Het eerste jaar, dus over het jaar 2025, legt de Belastingdienst geen verzuim- en vergrijpboetes op aan partijen die aantoonbaar kunnen laten zien dat ze aan de slag zijn met het verkleinen van schijnzelfstandigheid binnen de organisatie.

Modelovereenkomsten
Per 6 september 2024 is de Belastingdienst gestopt met het beoordelen van nieuwe modelovereenkomsten. Werk je nog met een modelovereenkomst waarvan de einddatum van de geldigheid nog niet is verstreken, dan mag je die blijven gebruiken tot en met de einddatum.

Lees ook het blog ‘Einde handhavingsmoratorium Wet DBA’.

11. Afbouw algemene heffingskorting ook over inkomsten in box 2 en 3

Via de loonbelastingtabel verreken je – als een medewerker of uitkeringsgerechtigde daarom heeft gevraagd – diens algemene heffingskorting. Daarbij houd je rekening met de afbouw van de korting als het loon of de uitkering boven een bepaalde grens komt.

Verandering in aangifte inkomstenbelasting
Voor de loonheffingen verandert er voor 2025 wat dat betreft niets. Maar in de aangifte inkomstenbelasting wijzigt er wel wat. De afbouw van de algemene heffingskorting wordt dan niet alleen meer over het inkomen in box 1 (werk en woning) berekend, maar over het verzamelinkomen.

Dit betekent dat een medewerker of uitkeringsgerechtigde die ook inkomsten in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) of box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) heeft, via de aangifte inkomstenbelasting extra afbouw krijgt en daardoor mogelijk moet bijbetalen. Je kunt de medewerker of uitkeringsgerechtigde hierover inlichten.

12. Verruiming WBSO werkgever

Via de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) kun je als werkgever een tegemoetkoming ontvangen in de kosten van innovatieve werkzaamheden. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de kosten van innovatie en of je bedrijf een startende onderneming is of niet.

2024:
• Kosten tot € 350.000 > 32% (40% voor starters)
• Voor het meerdere > 16%

2025:
• Kosten tot € 380.000 > 36% (50% voor starters)
• Voor het meerdere > 16%

In totaal is er in 2025 voor de WBSO € 100 miljoen extra beschikbaar. Hierdoor stijgt het totale budget naar ruim € 1,6 miljard.

13. Verhoging Aof-premie

Zowel de lage als de hoge Aof-premie voor 2025 is 0,04%-punt hoger vastgesteld dan volgens de eerdere Rijksbegroting. De lage Aof-premie is in 2025 6,28% en de hoge Aof-premie 7,64%.

14. Bedrag ineens voor pensioenuitkering

De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens. Als ook de Eerste Kamer er mee instemt, geeft deze wet deelnemers aan pensioenregelingen de mogelijkheid om maximaal 10% van hun opgebouwde pensioenkapitaal op de pensioendatum in één keer op te nemen. De beoogde ingangsdatum is 1 juli 2025.

15. Bijtelling elektrische auto

Vanaf 2025 geldt een bijtelling van 17% voor elektrische auto’s tot 30.000 euro (22% bijtelling over het resterende bedrag). In 2026 wordt de bijtelling voor een elektrische auto 22%.

In 2022 is de bijtelling voor elektrische auto’s verhoogd naar 16% (tot 35.000 euro). In 2023 is de bijtelling voor elektrische auto’s vrijwel gelijk gebleven. De bijtellingscap is van 35.000 euro in 2022, naar 30.000 euro in 2023 gegaan. In 2024 betaalde je 16% bijtelling voor een elektrische auto met een bijtellingscap tot 30.000 euro.

Bron: Salaris Vanmorgen

Terug

Nog niet uitgelezen?