Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / De belangrijkste belastingwijzigingen in 2025 en daarna
De Eerste Kamer heeft het pakket Belastingplannen 2025 aangenomen. Eerder stemde ook de Tweede Kamer al in. We hebben een aantal belangrijke en opvallende belastingwijzigingen in 2025 en komende jaren voor je op een rij gezet en toegelicht.
Sinds 1 januari 2024 is het uniforme tarief van box 2 vervangen door twee tarieven. Voor ontvangen dividenden en andere inkomsten in box 2 verandert dit in 2025:
2024: • Tot € 67.000 (€ 134.000 voor fiscale partners) > 24,5% • Het meerdere > 33%
2025: • Tot € 67.804 (€ 135.608 voor fiscale partners) > 24,5% • Het meerdere > 31%
Per 1 januari 2025 geldt een nieuwe, verlaagde eerste schijf in box 1. Dit zorgt voor een gerichtere lastenverlichting bij met name middeninkomens.
2024: • Tot € 75.518 > 36,97% • Over het meerdere > 49,5%
2025: • Tot € 38.441 > 35,82% • Tot € 76.817 > 37,48% • Over het meerdere > 49,5%
De aftrek van vervoerskosten bij ziekte naar een medisch hulpverlener of apotheek wijzigt vanaf 2025.
2024: • Aftrek van werkelijke vervoerskosten
2025: • Aftrek van autokosten van € 0,23 per kilometer • Aftrek van werkelijk gemaakte parkeer-, tol- en veergelden • Aftrek van werkelijk gemaakte taxi- of openbaar vervoerkosten • Voor ernstig zieken en invaliden voor extra vervoerskosten alleen nog een vast bedrag van € 925 per jaar
Met ingang van 2025 is de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) voor de loonsom tot € 400.000 iets ruimer. Dit betekent dat je meer belastingvrij kunt verstrekken aan medewerkers.
2024: • Loonsom tot € 400.000 > 1,92% • Over het meerdere > 1,18% • Overschrijding van de vrije ruimte > Eindheffing van 80%
2025: • Loonsom tot € 400.000 > 2% • Over het meerdere > 1,18% • Overschrijding van de vrije ruimte > Eindheffing van 80%
Per 2027 verruimt de vrije ruimte voor de loonsom tot € 400.000 verder naar 2,16% (en handhaving van 1,18% over het meerdere).
Via de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) kun je als werkgever een tegemoetkoming ontvangen in de kosten van innovatieve werkzaamheden. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de kosten van innovatie en of je bedrijf een startende onderneming is of niet.
2024: • Kosten tot € 350.000 > 32% (40% voor starters) • Voor het meerdere > 16%
2025: • Kosten tot € 380.000 > 36% (50% voor starters) • Voor het meerdere > 16%
In totaal is er in 2025 voor de WBSO € 100 miljoen extra beschikbaar. Hierdoor stijgt het totale budget naar ruim € 1,6 miljard.
Er zijn een flink aantal wijzigingen voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) per 2025 en 2026.
2025: • Geen doelmatigheidsmarge meer • Keuzevermogen op de schop • Ruimere vrijstelling voor kleine ondernemingen • Minimumleeftijd bij schenking • Verkorting voortzettingstermijn BOR
2026: • Alleen reguliere aandelen tellen mee • Aanpak van ‘rollatorinvesteringen’ • Antimisbruikmaatregelen om dubbele toepassing van de BOR tegen te gaan
Weten hoe dit precies zit? Lees het blog over de veranderingen in de BOR en DSR van fiscalist Han Schut.
Per 2025 gaat de vrijstelling groene beleggingen in box 3 omlaag en per 2027 wordt deze afgeschaft. Ook de heffingskorting wordt eerst verlaagd en daarna afgeschaft.
2024: • Vrijstelling van max. € 71.251 • Heffingskorting van het op 1 januari vrijgestelde bedrag van 0,7%
2025: • Vrijstelling van max. € 26.312 (€ 52.624 voor fiscale partners) • Heffingskorting van het op 1 januari vrijgestelde bedrag van 0,1%
De vrijstelling en heffingskorting blijven in 2026 nog bestaan, maar worden met ingang van 1 januari 2027 volledig afgeschaft.
Werknemers die naar Nederland komen en voldoen aan de criteria, kunnen aanspraak maken op de 30%-regeling. Hierdoor ontvangen zij een maximum percentage van hun salaris onbelast. Per 1 januari 2027 gaat dit constant forfait omlaag. De termijn voor de regeling blijft wel maximaal vijf jaar.
2024: • Max. 30% van het salaris onbelast • Salarisnorm € 46.107 • Salarisnorm voor medewerkers < 30 jaar met masterdiploma € 35.048
2025: • Max. 30% van het salaris onbelast • Salarisnorm € 46.660 • Salarisnorm voor medewerkers < 30 jaar met masterdiploma € 35.468
Let op! Voor medewerkers die uitsluitend ná 1 januari 2024 gebruik maakte van de 30%-regeling geldt vanaf 2027 een nieuwe verhoogde salariseis.
2027: • Max. 27% van het salaris onbelast • Salarisnorm € 50.436 • Salarisnorm voor medewerkers < 30 jaar met masterdiploma € 38.338
Per 1 januari 2026 geldt er geen verlaagd btw-tarief van 9% meer voor logies (hotels, vakantiewoningen en stacaravans). Het algemene btw-tarief van 21% gaat dan gelden. Uitzondering zijn kampeerterreinen. Deze blijven onder het verlaagde btw-tarief van 9% vallen.
Let op! De aanpassing van het btw-tarief is afhankelijk van het moment waarop je de overnachting geniet en niet van het moment van betalen. Op vooruitbetalingen in 2025 voor overnachtingen in 2026 moet je dus gewoon al 21% btw betalen.
Voor investeringsdiensten van minimaal € 30.000 geldt vanaf 2026 een btw-herzieningsregeling. Dit betekent grofweg dat je deze investeringsdiensten in het jaar van ingebruikname en de vier daaropvolgende jaren moet volgen. Wijzigt in die periode het gebruik voor btw-belaste en/of btw-vrijgestelde prestaties, dan verandert de btw-aftrek op de investeringsdienst.
Weten hoe dit precies zit? Lees het blog over btw-herziening van fiscalist Tarik Jansen.
Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting gaat per 1 januari 2026 omlaag naar 8% (in 2024 10,4%) voor woningen die niet vallen onder het tarief van 2% of de startersvrijstelling voor eigen woningen.
Via de salderingsregeling verreken je nu nog je teruggeleverde elektriciteit wordt met je verbruikte elektriciteit. Met ingang van 1 januari 2027 is er geen salderingsregeling meer. Wél moeten energieleveranciers vanaf dat moment een redelijke vergoeding betalen voor jouw teruggeleverde elektriciteit. Die redelijke vergoeding kan tot en met 1 januari 2030 nooit minder bedragen dan 50% van de overeengekomen prijs die je voor de levering van elektriciteit betaalt.
Bron: SRA
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk