Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Zorgsector | Wet toetreding zorgaanbieders: wat gaat er veranderen?
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking getreden. Wat betekent dit voor jouw organisatie?
De Wtza kent in hoofdlijnen de volgende vier onderdelen:
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de vier bovenstaande punten verwerkt in een handige en overzichtelijke infographic. De eerste stap is melden: zorg- en jeugdhulpaanbieders moeten zich vóór 1 juli 2022 melden. Meer daarover lees je hier.
Hieronder vind je algemene informatie over de Wtza:
Beide zijn per 1 januari 2022 in werking getreden. De AWtza omvat de (technische) wijzigingen die voortvloeien uit de Wtza en de Wkkgz. Beide hebben gevolgen voor startende zorg- en/of jeugdhulpaanbieders, maar ook voor sommige bestaande aanbieders zijn er gevolgen.rnrnDe Wtza vervangt de WTZi (Wet Toelating Zorginstellingen).
Jaarlijks schrijven meer dan 20.000 zorg- en jeugdhulpaanbieders zich in het handelsregister in. Het doel van de Wtza is dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) beter inzicht krijgt in alle zorgaanbieders, beter toezicht kan houden en fraude in de zorg beter aan kan pakken.rnrnVoldoe je als zorg- en/of jeugdhulpaanbieder aan de voorschriften van de Wtza, dan laat je zien dat je staat voor goede zorg en transparantie naar alle betrokken. Je kunt daar als aanbieder ook op aangesproken worden. Zo wordt het vertrouwen in de kwaliteit van de zorg versterkt.
De Wtza is van toepassing op alle zorgaanbieders in de zin van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).rnrnIn de Wtza wordt de definitie ‘zorginstelling’ vervangen door ‘zorgaanbieder’. Zo wordt het bereik van de wet verhoogd: vrijwel iedere organisatie die zorg verleend valt nu onder de Wtza.rnrnDe Wtza is niet van toepassing op aanbieders die uitsluitend maatschappelijke ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) verlenen. Maatschappelijke ondersteuning is namelijk geen zorg als bedoeld bij of krachtens de Wkkgz.rnrnAanbieders die alleen jeugdhulp verlenen vallen niet onder de Wtza. Wel is de meldplicht uit de Wtza via de AWtza opgenomen in de Jeugdwet. Als de jeugdhulpaanbieder de jaarverantwoording voor het verslagjaar 2021 voor 1 juli 2022 heeft aangeleverd, hoeft de jeugdhulpaanbieder niet aan de meldplicht te voldoen. De Wtza is wél van toepassing op jeugdhulpaanbieders die ook zorg op grond van de Zorgverzekeringswet en/of Wet langdurige zorg verlenen.
Met de komst van de Wtza zijn er ook nieuwe toetredingsregels gekomen. Dit verbetert de zorgkwaliteit en het zorgt voor een betere bewustwording bij startende aanbieders.
De Wtza en AWtza zijn per 1 januari 2022 in werking getreden. Voor bestaande zorgaanbieders zijn er twee overgangsperioden:rnu003culu003ern tu003cliu003eJe moet je vóór 1 juli 2022 melden.u003c/liu003ern tu003cliu003eBeschik je nog niet over een toelatingsvergunning, maar val je wel onder de vergunningsplicht, dan heb je een overgangsperiode van twee jaar.u003c/liu003ernu003c/ulu003ernVoor nieuwe zorgaanbieders geldt dat zij zich vanaf 1 januari 2022 eerst moeten melden en een vergunning moeten aanvragen alvorens zij zorg mogen verlenen (tenzij zij van deze verplichting uitgezonderd zijn). Zie ook LINK NAAR ANDERE ARTIKEL OPNEMEN
De IGJ blijft toezien op de meldplicht, vergunningplicht en de jaarverslaggeving van jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en Veilig Thuis organisaties. Voor combinatie-instellingen ligt het toezicht bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).rnrnDe NZa zal ook toezicht gaan houden op naleving van de transparantie-eisen aan de financiële bedrijfsvoering, de aanlevering van de jaarverantwoording, de voorwaarden voor het aantrekken van derivaten en het verbod op winstoogmerk. Deze nieuwe toezichtstaken sluiten goed aan bij de huidige toezichtstaken van de NZA op financieel economische aspecten van de zorg.
Wil je meer informatie of wil je weten wat de nieuwe wet voor jouw organisatie betekent, neem dan contact op met onze adviseurs Jan Willem van Zoomeren of Gert Bouwhuis:
Jan Willem van Zoomeren MSc, controleleider t 06 1227 8942e j.v.zoomeren@stolwijkkelderman.nl
drs. Gert Bouwhuis RA, accountantt 06 2276 0339e g.bouwhuis@stolwijkkelderman.nl
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk