Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Parttimers hebben recht op compensatie gemiste feestdagen
Parttimers die vrije feestdagen mislopen, moeten daarvoor in principe worden gecompenseerd. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. Maar werkgevers hoeven zich daarvan niet per se iets aan te trekken.
Het College velde onlangs een oordeel in een zaak die was aangespannen door een voormalige accountmanager van een Nederlandse levensmiddelengroothandel. De vrouw werkte daar parttime, van dinsdag tot en met vrijdag. Omdat in Nederland relatief veel feestdagen op een maandag vallen, vroeg de accountmanager daarvoor compensatie. In 2020 compenseerde de werkgever haar naar rato voor de tweede paasdag en de tweede pinksterdag, die op een maandag vielen. Echter, in 2021 weigerde de groothandel dat opnieuw te doen. Volgens het bedrijf was dat niet nodig, omdat de vrouw er zelf voor had gekozen om de maandagen niet te werken.
Daarop stapte de accountmanager naar het College voor de Rechten van de Mens. Dat instituut werd tien jaar geleden opgericht als opvolger van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB), om de mensenrechten in Nederland te beschermen.Volgens de vrouw maakte haar werkgever een ‘verboden onderscheid op grond van arbeidsduur’ door haar niet naar rato van het aantal arbeidsuren dat zij werkte te compenseren voor de misgelopen vrije dagen.
Het College gaf de vrouw gelijk. Volgens de mensenrechteninstelling is het aan de werkgever om ’te waarborgen dat iedere werknemer, voltijders en deeltijders, een naar verhouding van de arbeidsduur een gelijk aantal uren vrij heeft’.“Met haar huidige werkwijze benadeelt de werkgever mevrouw”, aldus het oordeel. “Zij profiteert, in vergelijking tot haar collega’s die fulltime werken, minder van de vrije feestdagen.” Het College wijst erop dat ook het Burgerlijk Wetboek verbiedt om onderscheid te maken op grond van een verschil in arbeidsduur.
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde wel dat de werkgever belang had bij een handzaam rooster, en dat parttimers zelf konden kiezen welke dagen zij vrij hebben. Maar volgens de mensenrechteninstelling had de werkgever dit probleem makkelijk kunnen oplossen, door gebruik te maken van het zogeheten ‘jaaruren-systeem’. Met dat systeem krijgt elke werknemer naar rato van het aantal uren dat hij of zij per week werkt hetzelfde aantal vrije feestdagen.Omdat de werkgever niet uitlegde waarom hij het jaaruren-systeem niet wilde gebruiken, vindt het mensenrechteninstituut dat het bedrijf geen goede reden heeft om de vrouw te discrimineren op grond van arbeidsduur.
Stap 1: Bereken het aantal werkdagen Totale aantal dagen van een jaar – weekenden en erkende feestdagen die niet in het weekend vallen = aantal werkdagen
Stap 2: Bereken het aantal werkweken Aantal werkweken / 5 = aantal werkweken
Stap 3: Bereken de jaaruren-omvang Aantal werkweken x gemiddeld aantal werkuren per week = jaaruren-omvang
Dit is het aantal uren dat een medewerker per jaar moet werken. De feestdagen zijn daarmee voor iedere medewerker in het jaaruren-systeem verdisconteerd, naar rato van de omvang van de arbeidsduur. Een fulltimer profiteert volledig (40/40ste) van de vrije uren voor feestdagen en een parttimer die bijvoorbeeld 80 procent werkt naar rato van de arbeidsduur (32/40ste).
Het is niet de eerste keer dat het College voor de Rechten van de Mens en zijn voorganger CGB een dergelijk oordeel velt. Ook in eerdere gevallen oordeelde men dat het probleem ondervangen kan worden door gebruik van het jaaruren-systeem.
Oordelen van het College van de Rechten van de mens zijn geen gerechtelijke vonnissen en dus niet juridisch bindend. Je bent als werkgever dus niet verplicht om je eraan te houden.Toch is een oordeel van het College niet helemaal vrijblijvend. De oordelen zijn namelijk zeer goed onderbouwd en een medewerker staat er sterk mee als hij er alsnog mee naar de rechter stapt.
Rechters hoeven het oordeel van het College niet te volgen. Zij maken hun eigen afweging, maar zullen het oordeel van het College zwaar laten meewegen.
Bron: RTL Z
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk