Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Fiets van de zaak – Alles over bijtelling en onbelast vergoeden
Nu de zon zich weer vaker laat zien, is het hét moment om medewerkers – of jezelf als dga – te stimuleren vaker de fiets te pakken. Met een fietsregeling en fiets van de zaak combineer je vitaliteit met fiscale voordelen. Hoe zit dat precies? We zetten de regels voor je op een rij.
Hebben medewerkers of een dga een fiets van de zaak en gebruiken ze die ook privé (bijvoorbeeld voor woon-werkverkeer)? Daarvoor moeten zij dan bijtelling betalen. Gefietste kilometers bijhouden is niet nodig, want er geldt een vast bijtellingspercentage (forfait) van 7% van de consumentenprijs per jaar.
De zakelijke fiets blijft in zo’n geval eigendom van jou als werkgever of jij leaset de fiets. Ook als een medewerker zelf leaset en jij alle kosten vergoedt, geldt deze regeling.
De 7%-regeling geldt ook voor dga’s. Fiscaal gezien zijn zij namelijk medewerkers van hun eigen bv.
Voor zelfstandig ondernemers geldt hetzelfde bijtellingspercentage van 7%, maar bij hen wordt dit bijtellingsbedrag bij de winst opgeteld. Dat bedrag kan nooit hoger zijn dan de totale kosten van de fiets in dat jaar.
Heeft een medewerker een fiets van de zaak en is die eigendom van jou als werkgever, dan kun je een medewerker de mogelijkheid bieden om de zakelijke fiets op den duur privé over te nemen. Je kunt daarbij voor de overnameprijs uitgaan van de aanschafprijs minus een afschrijving van 20% per jaar. Dit betekent een kosteloze overname na 5 jaar.
Neemt een medewerker zijn fiets privé over, dan vervalt de bijtelling en je kunt voor zakelijke kilometers (inclusief woon-werkverkeer) overgaan tot een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,23 per kilometer.
Eventueel kun je voor de overname een renteloze lening verstrekken.
Gebruik je de fiets van de zaak uitsluitend voor zakelijke ritten en blijft de fiets op kantoor? Dan hoef je geen bijtelling toe te passen.
Zodra de zakelijke fiets echter ook voor woon-werkverkeer beschikbaar is, telt de wet dit automatisch als privégebruik. Ook al rijdt de medewerker er verder geen enkele privérit mee — bijtelling is dan tóch verplicht. Een rittenregistratie zoals bij auto’s werkt hier niet.
Ook als de fiets alleen privé wordt gebruikt en niet voor woon-werkverkeer, bijvoorbeeld omdat dit gezien de afstand niet mogelijk is, is de bijtellingsregeling van toepassing.
Gebruikt een medewerker een deelfiets voor woon-werkverkeer? Dan geldt ook hier de bijtelling. Omdat de werknemer geen exclusief gebruik heeft, is het slim om de situatie te bespreken met de Belastingdienst. In de wet is hiervoor namelijk geen specifieke regeling getroffen. De berekening van de bijtelling is daarom per situatie anders.
Gebruikt een medewerker zijn fiets van de zaak voor woon-werkverkeer, dan vervalt het recht op de onbelaste reiskostenvergoeding voor de fietsdagen. Gebruikt diezelfde medewerker op andere dagen een privévoertuig zoals een eigen auto? Dan mag je voor die andere dagen wél een onbelaste vergoeding geven.
Het is niet nodig om per dag precies bij te houden welk vervoermiddel is gebruikt. Je mag hierover samen met je medewerker vaste afspraken maken. Spreek bijvoorbeeld af hoeveel dagen per week hij fietst en hoeveel dagen hij met de auto reist. Op basis daarvan kun je een vaste onbelaste vergoeding geven.
Belangrijk is dat de afspraken realistisch zijn en passen bij de persoonlijke situatie van de medewerker. Een keer afwijken is geen probleem. Pas bij structurele veranderingen hoef je de vergoeding aan te passen.
Je kunt ervoor kiezen om een fiets via een cafetariaregeling aan te bieden. De medewerker levert dan een deel van zijn brutoloon in en krijgt daarvoor de fiets ter beschikking gesteld. De bijtelling van 7% blijft gelden, maar over het deel van het brutoloon dat de medewerker “inlevert” hoeft hij geen loonbelasting meer te betalen. Fiscaal interessant dus! Zorg er wel voor dat de regeling realistisch is en goed aansluit bij de persoonlijke situatie van de medewerker.
Je mag de bijtelling ook via de werkkostenregeling (WKR) laten lopen. De medewerker ziet de bijtelling dan niet terug op zijn loonstrook en merkt er niets van in zijn nettoloon. Jij als werkgever draagt in dat geval de belasting af via de WKR. Voor 2025 is de vrije ruimte 2% over de eerste € 400.000 van de loonsom en 1,18% over het meerdere.
Maakt een medewerker kosten voor zijn fiets van de zaak, zoals het opladen van een elektrische fiets thuis, dan mag jij die kosten belastingvrij vergoeden.
Let op: Deze kosten verminderen niet het bedrag waarover bijtelling wordt berekend, maar je mag ze wél apart onbelast vergoeden.
Geef je een vaste vergoeding voor stroomkosten? Zorg er dan voor dat je kunt laten zien dat het bedrag klopt. Laat de medewerker bijvoorbeeld een paar maanden bijhouden hoeveel stroom de fiets verbruikt.
Wordt de fiets eigendom van de medewerker, bijvoorbeeld omdat jij als werkgever de aanschaf betaalt of een vergoeding geeft? Dan gelden er andere fiscale regels. De fiets telt dan niet als ‘ter beschikking gesteld’, maar als loon in natura.
In dat geval is het voordeel voor de medewerker belast, tenzij je het via de werkkostenregeling (WKR) laat lopen. Heb je daarin nog vrije ruimte, dan kun je de fiets belastingvrij vergoeden. Is die ruimte er niet meer, dan betaal je als werkgever 80% belasting via de eindheffing.
Omdat de medewerker de eigenaar is, geldt er geen bijtelling. Hij gebruikt dan immers zijn eigen fiets. Wél mag je als werkgever voor zakelijke kilometers en woon-werkverkeer een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,23 per kilometer geven (tarief 2025).
Alles wat je in de volksmond een fiets noemt, telt mee: stadsfietsen, e-bikes, racefietsen en mountainbikes. Ook speedpedelecs (tot 45 km/u) vallen onder de regeling. Brom- en snorfietsen vallen erbuiten.
De bijtelling van 7% wordt berekend over de consumentenadviesprijs van de fiets. Dat is de prijs die de fabrikant of importeur publiekelijk bekendmaakt. Is er geen consumentenadviesprijs? Gebruik dan de prijs van een vergelijkbaar model. Deze regel geldt zowel voor nieuwe als gebruikte fietsen.
Is de oorspronkelijke consumentenadviesprijs van een gebruikte fiets lastig te achterhalen? Op www.bijtellingzakelijkefiets.nl vind je hiervoor een handige tool van de Stichting Digitaal Samenwerken Tweewielerbranche.
Koop je als werkgever een fiets voor een medewerker? Dan mag je tot maximaal € 130 btw aftrekken op die fiets. Hiervoor gelden voorwaarden, vastgelegd in het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA).
De btw-aftrek is alleen toegestaan in de volgende gevallen:
Voor ondernemers is dit anders: zij mogen de btw op een fiets van de zaak alleen aftrekken voor het deel dat ze zakelijk gebruiken. Het deel dat ze privé gebruiken, mogen ze niet aftrekken.
Betaalt een medewerker een eigen bijdrage voor het privégebruik van zijn zakelijke fiets? Dan hoeft hij alleen bijtelling te betalen over het deel dat boven die bijdrage uitkomt. Leg dit duidelijk vast als een vergoeding voor privégebruik en verwerk het via de loonstrook.
Let op: over de eigen bijdrage is btw verschuldigd. Voor de btw-aftrek geldt het volgende:
Koop je als ondernemer een fiets voor zakelijk gebruik? Dan kun je gebruikmaken van een belastingvoordeel: de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).
Ook kun je milieuvoordelen krijgen met de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving (Vamil):
* Het MIA-percentage voor een aanhangwagen of wisselaccu hangt af van het type fiets en eventuele extra’s, zoals zonnepanelen.
Deze investeringsvoordelen gelden ook bij operational lease, maar dan vraagt de leasemaatschappij de aftrek voor de leasefiets aan. Er gelden wel extra voorwaarden. Zo moet de bakfiets of cargobike minstens 75 kilo wegen.
Meld je investering binnen 3 maanden na het aangaan van de verplichting bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Anders loop je het voordeel mis.
Bron: SRA
Actueel
Opgaaf Werkelijk Rendement: dit moet je weten en voorbereiden
Wetsvoorstel startupregeling Box 3: wat zijn de fiscale gevolgen?
Wat verandert er op salarisgebied vanaf 1 juli 2025 en daarna?
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De Hoge Raad heeft inmiddels meerdere uitspraken gedaan over de box 3-heffing en geoordeeld dat de box 3-heffing moet plaatsvinden op basis van het werkelijk rendement als dat werkelijk rendement lager is dan het gehanteerde forfaitaire rendement. De Belastingdienst legt nu de laatste hand aan het formulier waarmee je het werkelijke rendement in box 3 […]
Twijfel je wat een RI&E nou echt toevoegt aan je bedrijf? Je bent niet de enige. Veel ondernemers zien het als verplicht nummer. Tot ze een keer écht meekijken wat er gebeurt. In dit blog neem ik je mee in hoe een RI&E in de praktijk werkt, wat er allemaal wordt getoetst en hoe jij […]
Het kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend waarin een nieuwe, inhoudelijk afgebakende startupregeling wordt voorgesteld voor Box 3 en de aandelenoptieregeling. De regeling is nog niet definitief, maar als het wetsvoorstel wordt aangenomen, kan dit vanaf 2027 (voor aandelenopties) en 2028 (voor Box 3) grote fiscale gevolgen hebben voor startups en investeerders. De verwachting is dat […]
Hoewel het kabinet demissionair is, staan er de komende jaren toch belangrijke salariswijzigingen gepland. Sommige maatregelen zijn al aangenomen, andere liggen als wetsvoorstel klaar. Daarom is het handig te weten wat er verandert op 1 juli 2025, 1 januari 2026 en verder? In dit artikel zetten we de verwachte salariswijzigingen 2025 overzichtelijk op een rij. […]
Werken jouw medewerkers (deels) thuis in België of Duitsland? Of woon je zelf in het buitenland terwijl je in Nederland werkt? Dan krijg je te maken met complexe regelgeving over belastingheffing, sociale zekerheid en vaste inrichting. Gelukkig komt er steeds meer duidelijkheid. De Benelux-landen en de EU werken aan nieuwe afspraken die het thuiswerken over […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk