Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Hogere ZW-premie na terugkeer van eigenrisicodragerschap ZW
Werkgevers, die na een periode van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet, terugkeren naar het UWV krijgen vanaf 1 januari 2015 een hogere, meer risicodekkende ziektewetpremie. Het kabinet heeft het besluit hiervoor voor advies aan de Raad van State gestuurd.
De hogere premie bij terugkeer zal gedurende twee kalenderjaren de helft van de sectorale premie bedragen, tenzij dit lager is dan het individuele risico dat het UWV kan berekenen op basis van lasten van de eerder bij het UWV verzekerde periode. Dan geldt de hogere individuele premie. Voor (middel)grote werkgevers uit sectoren waar de helft van de sectorale ZW-premie lager is dan de feitelijke minimumpremie heeft de invoering van de hogere premie bij terugkeer geen gevolgen.
De premie gaat vanaf 2015 gelden voor alle (middel)grote werkgevers die na 20 maart 2014 een verzoek indienen om het eigenrisicodragerschap te beëindigen. Het voornemen voor dit besluit werd op 20 maart 2014 aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer.
De reden van dit besluit is een geconstateerde onevenwichtigheid bij de dit jaar ingevoerde premiedifferentiatie in de ZW bij de premievaststelling voor (middel)grote werkgevers die na een periode van eigenrisicodragerschap ZW terugkeren naar de publieke verzekering. Een grote werkgever die na meer dan twee jaar eigenrisicodragerschap terugkeert naar het UWV is de eerste twee jaar een minimumpremie (0,14% in 2014) verschuldigd. Maar direct na terugkeer kunnen al ZW-uitkeringen ontstaan. Deze minimumpremie staat dan in het algemeen niet in verhouding tot het risico in de eerste twee kalenderjaren na terugkeer. Werkgevers zouden hierdoor enkel vanwege de (te) lage premiestelling kunnen kiezen voor terugkeer naar het publieke stelsel. Het uitgangspunt van schadelastbeheersing staat dan niet meer centraal bij de keuze voor publieke verzekering of eigenrisicodragerschap.
Bron: Min SZW 11-04-2014; TK 2013-2014, 29 544, nr. 506
Actueel
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Rendementspercentage 2026 box 3: mogelijk zwaardere lasten voor beleggers
Geen bijtelling betalen? Registreer privé en zakelijke kilometers
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
De Special Lonen 2025 staat weer voor je klaar! De ‘Special Lonen 2025’ is een complete gids met alle relevante informatie die je nodig hebt als werkgever of HR-professional. Dit handige naslagwerk bevat de meest recente cijfers en wet- en regelgeving, zoals premiepercentages werknemersverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zvw, premies WW, en arbeidskortingen. Het biedt ook inzicht […]
Het ministerie van Economische Zaken heeft 5 ‘best practices’ en 10 andere praktijkvoorbeelden van CSRD-rapportage in een rapport laten bundelen. Dit ter inspiratie voor hen die nog moeten of willen beginnen met hun CSRD-reis of gaan voor verdere verbetering. Ontdek de voorbeelden en CSRD-lessen. Grote beursgenoteerde ondernemingen met meer dan 500 medewerkers moeten met ingang […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk