Skip to main content
11 december 2014

Burn-out: wanneer is het úw schuld?

Na vele overuren krijgt een werknemer een burn-out en raakt arbeidsongeschikt. De schuld van de werkgever?

Een man is al ruim dertig jaar werkzaam bij een dagbladbedrijf. Hij vervult in de jaren diverse functies, maar raakt in 2003 arbeidsongeschikt. In de periodes daaropvolgend is er wisselend sprake van gedeeltelijke en volledige arbeidsongeschiktheid, maar vanaf 2008 is de man volledig arbeidsongeschikt. De werkgever zegt in juli 2011 met toestemming van het UWV de arbeidsovereenkomst op.

De werknemer stapt daarop naar de kantonrechter en eist buiten een schadevergoeding, ook een bedrag aan uit te betalen vakantie-uren en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt de werknemer in het ongelijk, waarop hij hoger beroep aantekent.

Burn-out schuld werkgever?

De werknemer vindt dat het bedrijf schuldig is aan zijn arbeidsongeschiktheid. Zo heeft hij een burn-out gekregen omdat er lange tijd een onredelijk zware inspanning van hem is gevergd. Hij draaide veel te veel overuren, maar klaagde nooit, terwijl het hem eigenlijk teveel was. De werkgever greep volgens de werknemer niet in en liet het gebeuren. Hij vindt dan ook dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden en er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag.

Het Hof acht niet bewezen dat de burn-out te wijten is aan de vele overuren en de zware inspanning. Er wordt volgens de rechter maar een beperkt aantal voorbeelden gegeven die een piekbelasting laten zien. Een verband tussen de werkdruk en de arbeidsongeschiktheid ziet het Hof niet.

Veel vakantiedagen: geen bewijs

Daarop wijst de werknemer op het vele aantal vakantiedagen dat de werknemer voor zijn arbeidsongeschiktheid nog te goed had. Naar mening van de werknemer zou het aantal resterende vakantiedagen een teken aan de wand moeten zijn voor de werkgever, dat er iets aan de hand zou kunnen zijn. Het hof is van oordeel dat de hoeveelheid vakantiedagen wel meevalt en ziet niet in waarom de werkgever op basis daarvan had moeten ingrijpen.

Ook een derde grief van de werknemer slaagt niet. Zo beschuldigt hij zijn werkgever van het niet nakomen van re-integratieverplichtingen. Echter, volgens het hof heeft het UWV geen sancties opgelegd aan de werkgever. Er was geen sprake van een loondoorbetalingsverplichting in het derde jaar en tevens bleek in de eerdere periode van arbeidsongeschiktheid al een tijdelijk succesvolle re-integratie plaats te hebben gevonden. Kortom: de werkgever is niet aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Het hof bevestigt het oordeel van de kantonrechter en stelt de werkgever in het gelijk.

Gerechtshof Den Haag
18 november 2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:3610

 

Terug

Nog niet uitgelezen?