Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Advieswijzer Voordelen loonkosten in 2018
Werkgevers hebben voor bepaalde moeilijk bemiddelbare werknemers onder voorwaarden recht op een tegemoetkoming van de overheid in de loonkosten.
De tegemoetkoming bestaat uit een bedrag per verloond uur met een vast bedrag per jaar en is beschikbaar voor de volgende groepen:
Om in aanmerking te komen voor het LIV moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
Het gemiddelde uurloon berekent u aan de hand van de formule totaal jaarloon gedeeld door totaal aantal verloonde uren. Voor de vaststelling van het totale jaarloon telt alles mee. Bijzondere toeslagen voor bijvoorbeeld overwerk zullen dus van invloed zijn op het gemiddelde uurloon en kunnen er mogelijk voor zorgen dat er geen recht bestaat op het LIV.
Tip: Eindheffingsbestanddelen tellen niet mee voor de vaststelling van het jaarloon. Dit betekent dat vergoedingen en verstrekkingen die u onderbrengt in uw vrije ruimte voor de werkkostenregeling, niet van invloed zijn op het recht op het LIV.
Voor de vaststelling van het totaal aantal verloonde uren tellen uren waarin een werknemer niet gewerkt heeft maar wel doorbetaald is vanwege ziekte, gewoon mee. Het gaat immers om de verloonde uren en niet om de gewerkte uren.
Tip: Een werknemer die in de loop van het jaar bij u dienst komt, voldoet mogelijk niet aan de minimaal vereiste 1248 uren. Voor deze werknemer bestaat dan in het jaar van indiensttreding geen recht op het lage-inkomensvoordeel. Voldoet diezelfde werknemer het volgende jaar wel aan de minimaal vereiste 1248 uren, dan bestaat in dat jaar wel recht op het lage-inkomensvoordeel (mits uiteraard voldaan is aan de overige voorwaarden).
Het LIV bestaat uit een vast bedrag per verloond uur. Er geldt in 2018 een maximaal bedrag per jaar volgens de volgende tabel.
Nieuw per 2018 is het Jeugd-LIV. Dit is een compensatie voor het feit dat de loonkosten van werknemers van 18 tot 22 hoger geworden zijn als gevolg van verhoging van de minimumjeugdloonbedragen.
Voor het Jeugd-LIV gelden in 2018 de volgende voorwaarden:
In 2018 geldt een maximaal bedrag per jaar volgens de volgende tabel:
Tip: Het berekende Jeugd-LIV voor 2018 wordt met anderhalf vermenigvuldigd omdat de minimumjeugdlonen al per juli 2017 verhoogd zijn.
Houd er rekening mee dat u het LIV over 2018 pas in de tweede helft van 2019 van de Belastingdienst zult ontvangen. Voor het te gelde maken van het LIV hoeft u zelf geen actie te ondernemen. U hoeft dus geen apart verzoek te doen in bijvoorbeeld uw loonaangifte. Voor 15 maart 2018 ontvangt u van het UWV een overzicht van werknemers die voldoen aan de voorwaarden voor het LIV. Het UWV baseert zich hierbij op de gegevens uit de loonaangiften zoals die uiterlijk op 1 februari 2018 zijn ingediend.
Let op! De in de loonaangiften aanwezige gegevens vormen de basis voor de vaststelling van het recht op het LIV. Zorg daarom dat deze gegevens voor 1 mei 2018 juist en volledig zijn opgenomen in de loonaangiften.
Kloppen de gegevens in het overzicht van het UWV niet dan kunt u in beginsel nog tot en met 1 mei van het volgende jaar aanvullingen of correctieberichten indienen bij de Belastingdienst. Er is een wetsvoorstel deze termijn nog twee maanden te verlengen. Alle na die datum ontvangen aanvullingen of correctieberichten worden niet meer meegenomen voor de vaststelling van het LIV. Bovendien kunt u een boete van € 1.319 opgelegd krijgen onjuiste gegevens in uw loonaangifte (bijvoorbeeld het aantal verloonde uren).
De Belastingdienst stelt in principe vóór 1 augustus 2018 maar uiterlijk voor 1 oktober de van het volgende jaar de LIV vast en betaalt deze binnen zes weken uit.
Nieuw in 2018 zijn de loonkostenvoordelen. Deze loonkostenvoordelen zijn de opvolger van de van vroegere premiekortingen. Er komen vier soorten LKV’s:
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een LKV blijven nagenoeg gelijk aan de voorwaarden voor de huidige premiekortingen. Zo moet de werknemer verzekerd zijn voor werknemersverzekeringen en mag de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Voor het loonkostenvoordeel voor de oudere werknemer moet de werknemer bovendien op het moment van aanvang van de dienstbetrekking 56 jaar of ouder zijn en voor de overige LKV’s moet het gaan om een werknemer met een arbeidsbeperking.
Tip: Neem voor de exacte voorwaarden contact op met onze adviseurs.
Het LKV bestaat uit een vast bedrag per verloond uur. Er geldt een maximaal bedrag per jaar volgens de volgende tabel. Net als bij de huidige premiekortingen bestaat maximaal drie jaar recht op een LKV. Dit geldt niet voor de LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer. Hiervoor geldt slechts een periode van één jaar.
Voor het te gelde maken van het LKV moet u beschikken over een doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring vraagt uw werknemer aan bij het UWV of de gemeente. De doelgroepverklaring wordt alleen verstrekt aan de werknemer, tenzij deze u heeft gemachtigd om namens hem de verklaring aan te vragen en te ontvangen.
Let op! Vraag de doelgroepverklaring tijdig aan. Tijdig wil zeggen binnen drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking. Is de aanvraag te laat binnen dan krijgt uw werknemer geen doelgroepverklaring meer en kunt u geen aanspraak meer maken op het LKV.
Het verzoek om het LKV doet u door in uw loonaangifte de indicatie voor het LKV aan te zetten. Zonder deze indicatie in de loonaangifte krijgt u geen LKV. De doelgroepverklaring bewaart u in uw administratie. Voor het overige verloopt het proces gelijk aan het LIV, dat wil zeggen dat u in beginse; vóór 15 maart bericht krijgt van het UWV, dat u tot en met 1 mei aanvullingen of correcties kunt doen en dat u vóór 1 augustus bericht krijgt over de vaststelling van de hoogte van het LKV.
Net als het LIV wordt het LKV dus pas uitbetaald in de tweede helft van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin het recht is ontstaan. Dit betekent dat een LKV 2018 pas in de tweede helft van 2019 aan uw wordt uitbetaald.
Had u eind 2017 nog werknemers op wie de vroegere premiekorting van toepassing was? Dan mag u gedurende de resterende periode dat de premiekorting nog zou doorlopen LKV toepassen. Voorwaarde daarvoor is wel dat u aan de eisen voor de LKV voldoet en in het laatste aangiftetijdvak 2017 premiekorting heeft toegepast bij de werknemer en vraagt om toepassing LKV. resterende periode omgezet in een LKV. Neem voor uw eigen specifieke situatie contact op met onze salarisadviseurs. Zij kunnen u verder adviseren over de voorwaarden en gevolgen van deze twee nieuwe regelingen.
Actueel
Loonheffingen 2025 – de wijzigingen
Gepland en spontaan in gesprek – Deze vruchten pluk je ervan
Oordeel rechtbank: Belastingrente te hoog – bezwaar maken kan lonen
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
Werkstress neemt toe en als werkgever merk je daarvan de gevolgen. Onder andere in de vorm van stijgende verzuimkosten. ‘Verzuimkosten voor werkgevers wegens werkstress zijn met 33% gestegen’, meldde TNO tijdens de Week van de Werkstress dan ook. Opvallende cijfers en aanleiding voor Organisatiepsycholoog Sanneke Peters om hierover eens te sparren met collega Jeroen Kremer, […]
Het jaar is alweer bijna voorbij, en dan is het natuurlijk belangrijk dat alles goed op orde is wat betreft de loonadministratie voor de overgang van 2024 naar 2025. Wat moet je daarvoor nog regelen en bij ons aanleveren? In dit blog neem ik je graag mee door alle belangrijke stappen en documenten die nodig […]
Wat is er per 1 januari 2025 anders voor het inhouden en betalen van loonheffingen? Het nieuwe Handboek Loonheffingen 2025 is er nog niet, maar we hebben wel de belangrijkste wijzigingen voor je op een rij. Naar verwachting publiceert de Belastingdienst in februari 2025 het nieuwe Handboek Loonheffingen 2025. Maar in de Nieuwsbrief Loonheffingen vind […]
Vertrouwen, begrip en een positieve werksfeer. Dat is waarom je met je medewerker in gesprek wilt blijven. Niet één keer per jaar tijdens het ontwikkelgesprek, maar regelmatig. Gepland én spontaan. Wist je dat je zo sneller problemen maar ook kansen signaleert en je iemand beter kunt helpen bij zijn ontwikkeling? Meer over die voordelen én […]
In een rechtszaak rondom de vennootschapsbelasting (vpb) heeft de rechtbank geoordeeld dat bedrijven die belastingrente verschuldigd zijn slechts 4 in plaats van 8% hoeven te betalen. Heeft jouw onderneming belastingrente betaald, dan kan hiertegen bezwaar maken voordelig uitpakken. Het is voor het eerst dat de rechter heeft geoordeeld dat de belastingrente te hoog is vastgesteld […]
© 2024 - Stolwijk Kennisnetwerk