Skip to main content
18 mei 2023

Aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsfaciliteit aangekondigd: nu actie ondernemen?!

Het kabinet werkt aan aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR). De Tweede Kamer wordt eind juni 2023 nader geïnformeerd over het onderzoek naar de verbeteringen, maar de aankondigingen zijn al zeer concreet. Wat gaat er veranderen?

Bedrijfopvolgingsregeling (BOR)

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is een fiscale regeling in de Successiewet. Draag je jouw bedrijf over, dan kan op verzoek kan onder bepaalde voorwaarden (een deel van) het ondernemingsvermogen worden vrijgesteld van schenk- of erfbelasting. Het doel van de BOR is om te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming in gevaar komt als gevolg van onvoldoende middelen om de schenk- of erfbelasting te voldoen. In 2023 is de eerste € 1.205.871 aan ondernemingsvermogen volledig vrijgesteld, daarboven is 83% vrijgesteld.

Doorschuifregeling (DSR)

Naast de BOR bestaat ook de doorschuifregeling (DSR). Bij een bedrijfsoverdracht ben je inkomstenbelasting verschuldigd over de stakingswinst (bij een IB-onderneming) of de vervreemdingswinst (bij een aanmerkelijk belang in een bv/nv). De DSR regelt dat je  onder voorwaarden geen inkomstenbelasting verschuldigd bent.

BOR en DSR voor continuïteit in bedrijfsoverdracht

Zowel de BOR als de DSR hebben als doel om te voorkomen dat reële bedrijfsopvolgingen geen doorgang kunnen vinden als gevolg van de verschuldigde belasting. Daarom zijn de BOR en de DSR alleen van toepassing op het ondernemingsvermogen. Beleggingsvermogen wordt op dit moment nog tot 5% van het ondernemingsvermogen nog aangemerkt als ondernemingsvermogen en valt alleen voor dat deel onder de BOR en de DSR en dus onder de vrijstelling.

Wat gaat er veranderen?

Het kabinet heeft een aantal aanpassingen van de BOR en de DSR voorgesteld in de Voorjaarsnota 2023. Deze veranderingen zijn gebaseerd op een evaluatie van de doelmatigheid en de uitvoerbaarheid van de BOR en de DSR. Ook wil het kabinet met deze maatregelen mogelijke knelpunten wegnemen.

Vanaf 2025 verandert de vrijstelling in de BOR. Nu is de eerste (afgeronde) € 1,2 miljoen volledig vrijgesteld, maar dat wordt de eerste € 1,5 miljoen. Boven die € 1,2 miljoen is nu 83% van het ondernemingsvermogen vrijgesteld. Dit wordt in de nieuwe situatie 70% van het ondernemingsvermogen boven € 1,5 miljoen. Voor grotere bedrijfsopvolgingen is dit dus een achteruitgang van 13% vrijstelling.

Het kabinet wil de doelmatigheidsmarge van 5% afschaffen in de BOR en DSR. Dit betekent dat het beleggingsvermogen niet langer voor 5% van het ondernemingsvermogen wordt meegenomen in de vrijstelling, maar volledig buiten de BOR en DSR gaat vallen. Ook dit betreft een inperking van de faciliteit en zal naar verwachting tot nog meer discussies met de Belastingdienst leiden over de vraag in hoeverre sprake is van beleggingsvermogen.

Vanaf 2024 wordt vastgoed dat je verhuurd aan derden standaard aangemerkt als beleggingsvermogen. Daarmee valt het dan niet meer onder de vrijstelling van de BOR en de DSR. Op dit moment zijn er veel discussies over de vraag in hoeverre het exploiteren van een vastgoedportefeuille ook een onderneming kan vormen. Na deze aanpassing is dat dus nooit meer het geval.

Bedrijfsmiddelen die je zowel voor een onderneming als in privé gebruikt, kwalificeren straks alleen nog maar voor de BOR en de DSR voor het deel dat je ze daadwerkelijk binnen de onderneming gebruikt.

De toegang tot de BOR en de DSR wordt beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5%. Dit betekent dat niet langer elk aanmerkelijk belang, hoe klein ook, in aanmerking komt voor de BOR en de DSR, maar enkel bij een belang van minimaal 5%. De BOR en de DSR blijven gelden voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven en de zogenoemde verwateringsregeling blijft ook bestaan.

Om in aanmerking te komen voor de BOR en de DSR gelden een bezits- en voortzettingseis. In het kort houdt dit in dat de schenker/erflater de onderneming minimaal 5 jaar voor de schenking/het overlijden moet bezitten en de verkrijger deze onderneming minimaal 5 jaar moet voortzetten. Deze voorwaarden worden in bepaalde gevallen versoepeld. Hoe is nog onduidelijk. Verder wordt de dienstbetrekkingseis (de eis dat de verkrijger minimaal 3 jaar in dienst moet zijn bij de onderneming) afgeschaft.

Het kabinet gaat onderzoeken hoe ze oneigenlijk gebruik van de BOR met constructies kan aanpakken. Het kabinet gaat zich hierbij vooral focussen op constructies waarbij dubbel gebruik wordt gemaakt van de BOR of waar er sprake is van zogeheten rollatorinvesteringen. Dit zijn personen op hoge leeftijd die hun beleggingsvermogen omzetten in ondernemingsvermogen, zodat bij vererving de belastingheffing sterk wordt beperkt. Mogelijke wijzigingen zijn een langere bezits- en voortzettingstermijn vanaf hoge leeftijd en een antimisbruikbepaling.

Verwachting wijzigingen per 2025

Zoals aangegeven worden de voorgestelde aanpassingen eind juni 2023 aan de Tweede Kamer voorgesteld. Nog niet alle details zijn bekend, maarde verwachting is dat de wijzigingen per 2025 zullen ingaan.

Bron: Accountancy Vanmorgen

Terug

Nog niet uitgelezen?