Skip to main content
9 juni 2025

Wetsvoorstel startupregeling Box 3: wat zijn de fiscale gevolgen?

Het kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend waarin een nieuwe, inhoudelijk afgebakende startupregeling wordt voorgesteld voor Box 3 en de aandelenoptieregeling. De regeling is nog niet definitief, maar als het wetsvoorstel wordt aangenomen, kan dit vanaf 2027 (voor aandelenopties) en 2028 (voor Box 3) grote fiscale gevolgen hebben voor startups en investeerders. De verwachting is dat val van het kabinet niets verandert aan de inhoud, maar wel vertraging zal betekenen.

Wat staat er in het wetsvoorstel startupregeling Box 3?

In het wetsvoorstel voor de Wet werkelijk rendement Box 3 staat dat bedrijven alleen nog kunnen profiteren van de beoogde startupregeling Box 3 als zij voldoen aan 4 duidelijke voorwaarden:

  • Gericht zijn op innovatie én schaalbaarheid
  • Een concreet en onderbouwd groeiplan hebben
  • Een rechtsvorm hebben als BV, NV of vergelijkbaar
  • Financieel gezond zijn (dus niet failliet of onder surseance van betaling)

Deze inhoudelijke toets vervangt de huidige, meer formele definities op basis van leeftijd of omvang. De overheid wil zo belastingvoordelen richten op échte startups, met duurzame groeiambities.

Aanvraag via RVO: zo werkt het volgens het voorstel

In de voorgestelde startupregeling Box 3 moet je als ondernemer een aanvraag doen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Bij goedkeuring krijg je een startupbeschikking met een geldigheid van 8 jaar en daarna te verlengen met steeds 5 jaar.

Hoe vraag ik een startupbeschikking aan bij de RVO?

Je kunt voor de startupregeling Box 3 online een startupbeschikking aanvragen bij de RVO:

1. Log in bij Mijn RVO > Let op: je hebt eHerkenning niveau 3 nodig
2. Start een nieuwe aanvraag > Kies ‘Nieuwe aanvraag’ en daarna ‘Startup beschikking Box 3’
3. Vul de beslismodule in
4. Upload bewijsstukken die laten zien dat je voldoet aan de vier criteria (innovatie, groeiplan, rechtsvorm, financiële gezondheid)
5. Ontvang de beschikking

De formele beschikking is cruciaal voor toepassing van de startupregeling in Box 3 en voor de toekomstige aandelenoptieregeling vanaf 2027.

Beoogde werking in Box 3: uitgestelde belasting

Het wetsvoorstel regelt dat beleggers in een erkende startup (met RVO-beschikking) niet jaarlijks belast worden op het forfaitaire rendement, maar pas bij realisatie van de waardestijging (vermogenswinstbelasting).

Zodra een onderneming niet langer onder de startupdefinitie valt – bijvoorbeeld bij beursgang of overname – wordt het rendement vanaf dat moment wel belast.

Let op: dit geldt dus pas als het voorstel wordt aangenomen en in werking treedt, op z’n vroegst per 1 januari 2028.

Aandelenopties voor personeel: regeling vanaf 2027

Ook de aandelenoptieregeling voor medewerkers wordt volgens het wetsvoorstel aangepast. De startupdefinitie bepaalt dan of je medewerkers belastingheffing op aandelenopties kunnen uitstellen tot verkoop van de aandelen.

De regeling is onderdeel van het bredere Box 3-traject, maar staat gepland om eerder in te gaan, namelijk per 2027. Dit is nog afhankelijk van parlementaire goedkeuring en uitvoerbaarheid.

Let op: veranderingen startupregeling Box 3 nog niet definitief

Hoewel de contouren van de startupregeling helder zijn, is het nog onderdeel van een wetsvoorstel. De Tweede Kamer moet het voorstel nog behandelen, waarna het naar de Eerste Kamer gaat. Ook moeten er nog uitvoeringstoetsen plaatsvinden en moet de RVO de praktische kant uitwerken.

Door de val van het kabinet op 3 juni 2025 kan de behandeling vertraging oplopen. Toch is de verwachting dat de inhoudelijke lijn in stand blijft, gezien de brede politieke steun voor een gerichte stimulering van echte startups.

Bron: Accountancy Vanmorgen

Terug

Nog niet uitgelezen?