Skip to main content
2 december 2024

Verdere vertraging nieuw box 3-stelsel dreigt

De Raad van State (RvS) ziet grote struikelblokken bij het voorgestelde nieuwe box 3-stelsel en vindt dat de regering terug moet naar de tekentafel. Meer over het oordeel van de RvS en geconstateerde gebreken. 

In juni 2024 presenteerde het vorige kabinet het voorstel voor de Wet werkelijk rendement box 3 aan de RvS. Snel komen tot een nieuwe opzet van de belasting op spaar- en beleggingstegoeden is belangrijk. Elk jaar uitstel kan de schatkist miljarden kosten. Maar het oordeel van de RvS is niet mals en daarmee dreigt opnieuw vertraging:

‘Er kleven zwaarwegende bezwaren aan het box 3-stelsel dat de regering voorstelt, onder andere op het gebied van de uitvoering. Uit de uitvoeringstoets van de Belastingdienst blijkt dat het voorstel ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en de Belastingdienst. Het zal leiden tot slechtere dienstverlening, beperkte mogelijkheden tot vooroverleg met een belastinginspecteur en onvoldoende toezicht. Het stelsel wordt veel complexer.’

Vormgeving box 3-stelsel opnieuw bezien

De RvS vindt dat de nieuwe box 3-opzet een groot beroep doet op het ‘doenvermogen’ van 1,6 miljoen belastingplichtigen. Het zou vragen om ingewikkelde vermogensvergelijkingen te maken en meer administratieverplichtingen geven.

Verder is het volgens de RvS verkeerd om budgettaire neutraliteit als uitgangspunt te nemen. Dit zou minder vrijheid geven om te kiezen voor een andere vormgeving dan nu voorgesteld.

Het advies aan de regering:

‘Dien het wetsvoorstel niet in deze vorm in en bezie de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw.’

Vermogensaanwasbelasting en vermogenswinstbelasting

Het wetsvoorstel voor het nieuwe box 3-stelsel moet een einde maken aan het forfaitaire stelsel in box 3. Dat stelsel is volgens de Hoge Raad namelijk in strijd met Europees recht.

Het nieuwe wetsvoorstel zou een vermogensaanwasbelasting moeten introduceren op basis van werkelijk rendement. Met:

  • Een vermogenswinstbelasting voor onroerende zaken en aandelen in startende ondernemingen
  • Belastingheffing op basis van een netto vastgoedbijtelling voor onroerend goed dat niet wordt verhuurd

Maar juist die uitzonderingen maken de wet volgens de RvS nodeloos complex.

Gebreken wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel

Volgens de RvS is er nu een patstelling tussen wetgever, rechter en uitvoering:

  • Er mist een integrale visie op vermogensbelasting
  • Er moet aandacht komen voor de bijdrage van box 3-opbrengst in de belastingmix
  • Er is geen samenhang tussen boxen in de wijze waarop vermogensbestanddelen in de heffing worden betrokken

En hier moet snel wat mee worden gedaan, want: “Als het belasten van vermogen niet tot een toereikende beoogde opbrengst leidt, zal de druk op het genereren van aanvullende inkomsten via de andere genoemde grondslagen toenemen en vice versa.”

Ook meenemen in de vormgeving

Vergrijzing leidt er bovendien toe dat de overheidsuitgaven stijgen, terwijl de belastinginkomsten uit arbeid niet in gelijke mate toenemen. Dat zou kunnen leiden tot een verschuiving in de belastingmix richting consumptie en vermogen. Bij die component zouden ook opbrengsten uit vermogen in box 1 en 2 betrokken moeten worden.

Bron: Accountancy Vanmorgen

Terug

Nog niet uitgelezen?