Skip to main content
3 april 2017

Doe uw voordeel met deze tips voor uw BTW aangifte!

Doet u als ondernemer kwartaal-aangifte voor de BTW dan moet u de aangifte over het eerste kwartaal van 2017 voor 1 mei aanstaande hebben ingediend. Daarnaast moet u de eventueel verschuldigde BTW voor deze datum aan de Belastingdienst voldoen. Met behulp van onderstaande tips zorgt u ervoor dat u een juiste BTW-aangifte indient, niet teveel BTW betaalt en dat u sneller uw BTW op openstaande debiteuren terug krijgt.

Tip 1: opeisbare factuur niet betaald? Afgetrokken BTW terugbetalen!

Heeft u één of meerdere opeisbare facturen uit 2015 of 2016 nog niet betaald? Houd hier dan rekening mee bij het invullen van uw BTW-aangifte. De termijn waarna u de al afgetrokken BTW weer moet terugbetalen aan de Belastingdienst is namelijk per 1 januari 2017 teruggebracht van twee jaar naar één jaar. De kans is dan ook groot dat u in uw eerste BTW-aangifte van 2017 al in het verleden afgetrokken BTW moet terugbetalen.

Wat betekent dit concreet voor u? 

Heeft u facturen die opeisbaar zijn geworden in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015? Heeft u destijds de BTW hiervan in aftrek gebracht en de facturen aan het einde van het eerste kwartaal 2017 nog steeds niet betaald? Dan moet u de in aftrek gebrachte BTW bij uw aangifte BTW over het eerste kwartaal 2017 aan de Belastingdienst terugbetalen. De factuur is opeisbaar als de uiterste betaaltermijn die op de factuur vermeld wordt, is verstreken. Wanneer geen betaaltermijn op de factuur is vermeld, geldt de standaard betaaltermijn van 30 dagen.

Let op! Heeft u een gedeelte van de factuur wel betaald, dan hoeft u maar een gedeelte van de afgetrokken BTW terug te betalen. U geeft de terug te betalen BTW aan bij vraag 1a als de afgetrokken BTW een tarief van 21% betrof en bij 1b als het BTW-tarief 6% betrof.

Doet u per maand BTW-aangifte, dan had u de BTW al terug moeten betalen bij de aangifte over de maand januari 2017. Bent u dat vergeten, neem dan contact op met ons op over de wijze waarop u dit kunt corrigeren.

Opeisbare facturen 2016

Heeft u facturen die opeisbaar zijn geworden in het eerste kwartaal 2016 en doet u per kwartaal BTW-aangifte? Dan moet u ook van deze facturen de afgetrokken BTW weer terugbetalen als u de facturen niet uiterlijk op 31 maart 2017 heeft betaald.

Let op! U moet afgetrokken BTW in ieder geval terugbetalen als u de factuur niet heeft betaald binnen één jaar na het opeisbaar worden. Staat op een eerder moment al vast dat u de factuur niet zal betalen, dan moet u op dit eerdere moment de BTW al terugbetalen. Terugbetalen doet u altijd via uw normale BTW-aangifte.

Tip 2: sneller BTW niet-betaalde facturen terug

Vanaf 2017 kunt u sneller en makkelijker BTW terugvragen als uw facturen door uw afnemers niet worden betaald. U kunt namelijk de BTW in ieder geval terugvragen als de factuur één jaar na opeisbaar worden nog steeds niet is betaald. Voor opeisbare facturen uit 2016 en eerdere jaren geldt een overgangsregeling waardoor de termijn van één jaar voor deze facturen aanvangt op 1 januari 2017. De BTW terugvragen kan pas effectief vanaf 2018.

Terugvragen BTW

U kunt BTW die u al heeft afgedragen, maar niet (meer) van uw afnemer kunt innen, terugvragen bij de Belastingdienst. Dit kan vanaf 2017 in ieder geval één jaar nadat de factuur opeisbaar is geworden. Terugvragen doet u gewoon via uw normale BTW-aangifte.

Let op! Staat al, voor het jaar om is, buiten twijfel vast dat uw opeisbare facturen niet betaald zullen worden, dan kunt u op dat moment de BTW al terugvragen via uw normale BTW-aangifte. U hoeft dan de éénjaarstermijn niet af te wachten.

U geeft de terug te vragen BTW aan als negatief bedrag bij vraag 1a als het een BTW-tarief van 21% betreft en bij vraag 1b als het een BTW-tarief van 6% betreft. Ook kan de BTW worden teruggevraagd door deze als voorbelasting te verrekenen bij vraag 5b van de BTW-aangifte.

Facturen opeisbaar vóór 2017

Voor facturen die al opeisbaar waren vóór 1 januari 2017 gaat de nieuwe termijn van één jaar pas lopen met ingang van 1 januari 2017. Dit betekent dat voor bijvoorbeeld een vordering die opeisbaar was op 1 maart 2016 en die niet wordt betaald, de BTW pas kan worden teruggevraagd in de eerste BTW-aangifte over 2018 (januari 2018 of eerste kwartaal 2018) en dus niet in de eerste BTW-aangifte over 2017. Dit is anders als bijvoorbeeld op 1 maart 2016 buiten twijfel vaststaat dat de vordering niet zal worden betaald. Dan kunt u wel de BTW in uw BTW-aangifte maart 2017 of eerste kwartaal 2017 al terugvragen.

Let op! U moet de teruggevraagde BTW weer (deels) terugbetalen aan de Belastingdienst, als de factuur later alsnog (deels) wordt betaald.

Tip 3: voorkom boete bij te late BTW-aangifte

U moet uw BTW-aangifte op tijd indienen. Op tijd betekent voor de BTW-aangifte over het eerste kwartaal 2017 of maart 2017, in ieder geval uiterlijk op 30 april 2017. Bent u te laat, dan krijgt u een boete opgelegd. Gelukkig kunt u meestal een boete voorkomen als u binnen zeven dagen alsnog uw BTW-aangifte indient.

Boete te laat indienen BTW-aangifte

De boete voor het niet of niet op tijd indienen van uw BTW-aangifte bedraagt in de meeste gevallen € 65. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als u vaker te laat uw BTW-aangifte indient, legt de Belastingdienst doorgaans een boete op van € 131. Heeft u uw BTW-aangifte binnen zeven dagen na afloop van de termijn ingediend, dan legt de Belastingdienst over het algemeen geen boete op. Dit betekent dat u op tijd bent als u uw BTW-aangifte over het eerste kwartaal 2017 of maart 2017 uiterlijk op 7 mei 2017 indient.

Let op! Het is niet verstandig om de aangiftetermijn op te rekken en uw aangifte altijd te laat in te dienen. De Belastingdienst heeft namelijk altijd de mogelijkheid om toch een boete op te leggen, ook als u binnen zeven dagen na afloop van de termijn uw BTW-aangifte heeft ingediend. De Belastingdienst kan bijvoorbeeld van deze mogelijkheid gebruik maken als u vaker te laat bent met het indienen van uw BTW-aangifte.

Boete te laat betalen BTW-aangifte

Betaalt u uw BTW-aangifte te laat? Dan legt de Belastingdienst een boete op voor het te laat betalen. Deze boete bedraagt 3% van de te laat betaalde BTW met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.278. Naast deze boete kan de Belastingdienst ook een boete opleggen voor het te laat indienen. Als u dus zowel te laat indient als te laat betaalt, krijgt u twee boetes!

Let op! Betaalt u binnen zeven dagen na afloop van de termijn, dan krijgt u geen boete. Voorwaarde is wel dat uw vorige BTW-aangifte op tijd betaald was. Betaalt u de BTW-aangifte over het eerste kwartaal 2017 of maart 2017 uiterlijk op 7 mei 2017, dan krijgt u geen boete. Dit is alleen anders als uw BTW-aangifte over het vierde kwartaal 2016 of februari 2017 ook te laat (dat wil zeggen na 31 januari 2017 of 31 maart 2017) betaald is.

Wanneer u in betalingsproblemen verkeert en de BTW-aangifte niet in één keer kunt betalen, is het raadzaam de BTW-aangifte tijdig in te dienen en vervolgens te proberen om een betalingsregeling met de Belastingdienst te treffen.

Tip 4: foutje? Kleine bedragen corrigeert u in de volgende aangifte

Heeft u een foutje gemaakt bij het indienen van uw BTW-aangifte dan moet u dit corrigeren. Gaat het om een klein bedrag van maximaal € 1.000? Dan hoeft u niet direct actie te ondernemen en mag u dit bedrag verwerken in de eerstvolgende BTW-aangifte.

Foutjes van maximaal € 1.000 mag u verwerken in uw eerstvolgende BTW-aangifte. Het maakt daarbij niet uit of het om een te betalen bedrag of om een teruggaaf gaat. Het is ook niet noodzakelijk dat het foutje betrekking heeft op hetzelfde jaar. Als u bijvoorbeeld in maart 2017 een foutje ontdekt met betrekking tot uw BTW-aangifte uit 2016, kunt u dat in uw BTW-aangifte eerste kwartaal 2017 of maart 2017 verwerken als het om een bedrag van maximaal € 1.000 gaat.

Voor bedragen boven de € 1.000 dient u een suppletie-aangifte in.

Tip 5: eigen bijdrage werknemers ook in BTW-aangifte

Betalen uw werknemers een eigen bijdrage, bijvoorbeeld voor een mobiel, aan u voor het gebruik van bepaalde faciliteiten? Vergeet dan niet om de BTW te berekenen en in uw BTW-aangifte in te vullen.

Bij de eigen bijdrage wordt vaak vergeten dat dit een bedrag inclusief BTW is. Deze BTW moet u afdragen. Welk BTW-tarief van toepassing is, is afhankelijk van de prestatie die tegenover de eigen bijdrage staat. Zo zal dit voor eten en drinken 6% zijn, terwijl een eigen bijdrage voor het gebruik van bijvoorbeeld een mobiel 21% is. U hoeft voor de eigen bijdrage geen factuur aan uw werknemer uit te reiken.

De BTW over de eigen bijdrage moet worden afgedragen in het tijdvak waarin de werknemer de eigen bijdrage betaalt. U mag dus niet wachten tot de laatste aangifte van het jaar of de BTW afdragen in uw suppletie-aangifte.

Voor meer informatie of bij vragen kunt u contact opnemen met Jeffrey Kemperman:
T 06 – 12062277
E j.kemperman@stolwijkkelderman.nl

Terug

Nog niet uitgelezen?