Skip to main content
20 februari 2023

Sneller sprake van vaste inrichting door wijziging belastingverdrag Nederland-Duitsland

Verricht je onderneming activiteiten in het buitenland, dan kan het zijn dat deze als ‘vaste inrichting’ worden beschouwd. In zo een geval mag dat buitenland belasting heffen over de voordelen die je met de vaste inrichting behaalt. Nu is er onlangs een nieuw Belastingverdrag Nederland-Duitsland in werking getreden, inclusief een verruiming van het begrip ‘vaste inrichting’. Daardoor is nu sneller dan voorheen sprake van een vaste inrichting en belastingplicht. Hoe dat zit? Ik leg het je uit.

Door Ricardo te Kaat, Fiscalist

 

Wanneer is er een vaste inrichting?

Specifiek voor de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland betekent de uitdrukking ‘vaste inrichting’ een vaste bedrijfsinrichting waarmee de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend. De uitdrukking ‘vaste inrichting’ omvat in het bijzonder:

  • Een plaats waar leiding wordt gegeven
  • Een filiaal
  • Een kantoor
  • Een fabriek
  • Een werkplaats
  • Een mijn, een olie- of gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen

Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden vormt  een vaste inrichting als het werk/de werkzaamheden langer dan twaalf maanden bestaat/aanhouden.

Ook het hebben van een vaste vertegenwoordiger in het buitenland kan onder voorwaarden leiden tot een vaste inrichting.

Wanneer is er geen vaste inrichting?

Geen vaste inrichting vóór 2023

Voorheen gold dat er géén sprake is van een vaste inrichting in geval van het:

  • Gebruikmaken van inrichtingen uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar
  • Aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar uitsluitend voor:
    • Opslag, uitstalling of aflevering
    • Bewerking of verwerking door een andere onderneming
  • Aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend:
    • Om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of informatie in te winnen
    • Om voor de onderneming enige andere werkzaamheid te verrichten
    • Voor een combinatie van de eerder in deze opsomming genoemde werkzaamheden

Geen vaste inrichting vanaf 2023

Door het nieuwe Belastingverdrag Nederland-Duitsland is hier vanaf 2023 aan toegevoegd:

‘Op voorwaarde dat die werkzaamheid, of, in het geval van het in de opsomming laatstgenoemde, het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting, van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.’

Zijn werkzaamheden van voorbereidende aard of een hulpwerkzaamheid, dan is er dus géén sprake van een vaste inrichting. Zijn werkzaamheden niet van voorbereidende aard en geen hulpwerkzaamheid, dan is er wél sprake van een vaste inrichting. Er is dus, in geval van Nederland-Duitsland, veel sneller dan voorheen sprake van een vaste inrichting en belastingplicht in het buitenland.

Dit is jouw to do

Ben je als Nederlandse onderneming actief in Duitsland of andersom, check dan of de activiteiten in het buitenland die voorheen uitgezonderd waren van de definitie van vaste inrichting dat nu nog steeds zijn. Let vooral op:

  • Voorraden
  • Magazijnen
  • Opslagruimtes

En weet: het land waar een vaste inrichting is gelegen, mag niet alleen belasting heffen over de winst die aan de vaste inrichting is toe te rekenen. Een vaste inrichting heeft onder andere ook gevolgen voor de loon- en omzetbelasting en kan diverse fiscale, financiële en juridische verplichtingen met zich meebrengen.

Meer weten?

Meer weten over de consequenties of hulp nodig bij bijvoorbeeld de bepaling van welke winst aan een vaste inrichting kan worden toegerekend? Bel of mail me gerust. Ik help je graag.

 

Ricardo te Kaat, fiscaal specialist

T +31 (0)314 369 111

E r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl

Terug

Nog niet uitgelezen?