Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Scholingsbudget, wat doet dat voor de loonheffingen?
Een scholingsbudget is een afspraak tussen werkgever en medewerker die is vastgelegd in de cao of de arbeidsovereenkomst. De medewerker kan het scholingsbudget gebruiken voor een opleiding, cursus of studie die bijdraagt aan de loopbaan. Maar wat zijn fiscaal gezien de regels? En wat doen scholingsbudgetten bijvoorbeeld voor de loonheffingen?
In cao’s staan steeds vaker afspraken over scholingsbudgetten (ook wel loopbaanbudgetten, ontwikkelbudgetten of leerrekeningen genoemd). Doel van een scholingsbudget is om medewerkers te stimuleren zichzelf persoonlijk en vakinhoudelijk te ontwikkelen en zo hun positie op de arbeidsmarkt te versterken. Medewerkers mogen hun scholingsbudget alleen voor scholing gebruiken.
Een medewerker komt op 1 januari in dienst en heeft recht op een scholingsbudget van € 2.000. Een paar maanden later geeft de medewerker aan dat deze het bedrag wil besteden aan een cursus Excel van € 500. De werkgever gaat hiermee akkoord en betaalt de cursus vanuit het budget van de medewerker op 1 mei.
Wat zijn de gevolgen voor de loonheffingen?
Dat de medewerker recht heeft op een scholingsbudget, leidt niet tot loon, maar slechts tot een voorwaardelijk recht op loon op een toekomstig tijdstip. De medewerker geniet pas loon wanneer vanuit het budget een cursus, opleiding of studie wordt betaald. Voor de medewerker in dit voorbeeld is dat op 1 mei.
Als werkgever moet je beoordelen of hiervoor een gerichte vrijstelling geldt (artikel 31a, lid 1, onderdeel c of onderdeel d Wet LB).
De werkgever bouwt voor de werknemer maandelijks een scholingsbudget op. Dit budget bedraagt 3% van het bruto maandsalaris. De medewerker moet dit binnen 60 maanden besteden aan scholing. Gebruikt de medewerker het budget niet of niet helemaal binnen deze termijn, dan gaat het resterende budget terug naar de werkgever.
De maandelijkse opbouw van het scholingsbudget leidt niet tot loon, maar slechts tot een voorwaardelijk recht op loon op een toekomstig tijdstip. De medewerker geniet pas loon op het moment dat vanuit het budget een cursus, opleiding of studie wordt betaald.
Als werkgever moet je beoordelen of hiervoor een gerichte vrijstelling geldt. Hiervoor geldt hetzelfde als bij voorbeeld 1 onder ‘Wat zijn de gevolgen voor de loonheffingen’.
Er geldt geen maximale opbouwtermijn voor een scholingsbudget. Ook geldt geen maximum voor de hoogte van het scholingsbudget. Je bepaalt zelf binnen welke termijn de medewerker het budget moet besteden. In cao’s zijn termijnen van 36 tot 60 maanden gebruikelijk.
Het scholingsbudget vermeld je niet in de rubrieken ‘Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag’ en ‘Opname arbeidsvoorwaardenbedrag’.
Gebruikt de medewerker het scholingsbudget voor een cursus, studie of opleiding, dan zijn deze kosten niet aftrekbaar in de aangifte inkomstenbelasting. De medewerker maakt bij inzet van het scholingsbudget namelijk zelf geen kosten.
Sinds 1 januari 2021 geldt de gerichte vrijstelling voor scholing ook voor ex-medewerkers die een studie volgen met het oog op het verwerven van inkomen. Dit geldt voor medewerkers die na afloop van de dienstbetrekking alsnog hun opgebouwde scholingsbudget inzetten voor een studie voor een toekomstig beroep of dienstbetrekking. Dit kan bijvoorbeeld ook als de medewerker zelfstandige is geworden of bij een andere werkgever werkt.
Kijk voor meer informatie over de fiscale regelgeving voor scholingsbudget in paragraaf 22.1.4 Handboek Loonheffingen 2024 en de notitie ‘Scholingskosten in de loonheffingen’ en het Kennisgroep-standpunt ‘Opbouwtermijn van het scholingsbudget’ op de website van de Belastingdienst.
Bron: Salaris Vanmorgen, Forum Salaris
Actueel
Doorwerken na AOW-leeftijd: dit moet je weten over de aangifte loonheffingen
Bedrijfsoverdracht IB-onderneming: dit moet je fiscaal vooraf regelen
UWV herintroduceert 60-plusmaatregel per 1 september 2025
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
Wat verandert er in de aangifte loonheffingen wanneer een werknemer de AOW-leeftijd bereikt? Die vraag is relevant voor werkgevers die te maken hebben met werknemers die doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Vanaf dat moment gelden er andere regels voor de verzekeringsindicaties én de inkomstenverhouding (IKV). Verzekeringsplicht wijzigt per AOW-leeftijd Een werknemer die op 15 juni […]
Wat als je functieprofielen niet meer helpen bij de ontwikkeling van je mensen? Grote kans dat dat al zo is. Want traditionele functieprofielen verouderen sneller dan ooit. Ze sluiten vaak niet meer aan op wat medewerkers écht nodig hebben om te groeien. En ze geven geen antwoord op vragen als: Waar kan ik naartoe groeien? […]
Bij de bedrijfsoverdracht van een IB-onderneming komt het een en ander kijken. Je moet keuzes maken over bijvoorbeeld nu of later belasting betalen, checken of er een desinvesteringsbijtelling is, nagaan wat je me vrijgekomen reserves wilt en kunt, enzovoort.. Een verkeerde keuze kan je geld kosten of je opvolger in een lastige positie brengen. Ontdek […]
Vanaf 1 september 2025 voert het UWV opnieuw de 60-plusmaatregel in voor WIA-aanvragen. Deze tijdelijke regeling, eerder van kracht tussen 2022 en 2024, is bedoeld om de achterstanden bij WIA-beoordelingen terug te dringen. Op 3 juli 2025 stemde de Tweede Kamer in met de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), waardoor […]
De Eerste Kamer heeft de Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen. Daarmee zijn de regels om belasting te betalen over je werkelijk rendement box 3 nu definitief. Bovendien is sinds 10 juli 2025 ook het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) beschikbaar via de website van de Belastingdienst. Dus is jouw werkelijke rendement lager dan het forfaitaire […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk