Verandering biedt kansen
Home / Blogs / Schijnzelfstandigheid regels: wat de Uber-uitspraak heeft veranderd
De Hoge Raad heeft in de Uber-zaak bevestigd dat ‘ondernemerschap’ een volwaardig onderdeel is bij het beoordelen van arbeidsrelaties. Dit verandert de schijnzelfstandigheid regels en dus hoe je als opdrachtgever met zelfstandigen kunt werken. En het heeft mogelijk gevolgen voor hoe de Belastingdienst controleert op schijnzelfstandigheid. Jurist Carmen Vermeer en fiscalist Tarik Jansen hebben het voor je samengevat in een blog.
Door Carmen Vermeer (Jurist) en Tarik Jansen (Fiscalist)
In 2023 introduceerde de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest een aantal gezichtspunten om te bepalen of een arbeidsrelatie wel of geen arbeidsovereenkomst is.
Lees ook het eerdere blog ‘Einde handhavingsmoratorium Wet DBA’.
Een van die gezichtspunten is ‘ondernemerschap’. Hierbij is het de vraag of de werkende zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit:
Er was echter toch nog de nodige onduidelijkheid over de precieze invulling. Dus stelde het Gerechtshof Amsterdam (extra) vragen over ‘ondernemerschap’ aan de Hoge Raad. En met de uitspraak in de Uber-zaak is er meer duidelijkheid:
Het gezichtspunt ‘ondernemerschap’ omvat niet alleen aspecten binnen de arbeidsrelatie, maar ook is van belang hoe de werkende zich, buiten de specifieke werkrelatie, in het economische verkeer als ondernemer gedraagt.
Daarnaast bevestigt de Hoge Raad in de Uber-zaak dat je bij de beoordeling of een overeenkomst een arbeidsovereenkomst is naar alle omstandigheden ervan moet kijken. Er bestaat geen rangorde tussen de negen Deliveroo-gezichtspunten. Samen vormen ze de basis voor de schijnzelfstandigheid regels, waarbij het gezichtspunt ‘ondernemerschap’ even belangrijk is als de 8 andere gezichtspunten.
Ook benadrukt de Hoge Raad dat elke beoordeling van een arbeidsrelatie een individuele beoordeling is. Dat maakt het beoordelen van arbeidsrelaties volgens de schijnzelfstandigheid regels maatwerk; je moet elke situatie op zich bekijken. Want twee werkenden die hetzelfde werk voor dezelfde opdrachtgever doen, kunnen toch verschillend worden beoordeeld. Dit is afhankelijk van of ze zich in de markt als ondernemer gedragen. Tegelijkertijd geldt: we kunnen er niet van rechtswege vanuit gaan dat wanneer iemand maar 1 opdrachtgever heeft, dit per definitie een arbeidsovereenkomst is. Je moet alle 9 de Deliveroo-gezichtspunten zorgvuldig afwegen.
Daar waar de uitspraak van de Hoge Raad meer duidelijkheid geeft over de rol van ondernemerschap bij de beoordeling van arbeidsrelaties, roept deze tegelijkertijd vragen op over (mogelijke) toekomstige wetgeving. Het huidige Wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (VBAR) legt namelijk primair de nadruk op de afspraken binnen de werkrelatie.
Lees ook de eerdere Q&A over de Wet VBAR.
In het wetsvoorstel is opgenomen dat het extern ondernemerschap pas relevant is als de primaire afweging geen duidelijke kwalificatie van de arbeidsrelatie geeft. Dat wil zeggen: ondernemerschap buiten de werkrelatie telt pas mee in de beoordeling als je op basis van de afspraken geen duidelijk oordeel kunt vellen. Deze benadering lijkt af te wijken van de schijnzelfstandigheid regels, zoals die zich nu ontwikkelen onder invloed van rechtspraak. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt namelijk dat ondernemerschap een even belangrijke rol speelt als de afspraken binnen de arbeidsrelatie. Dit roept de vraag op of de Wet VBAR in zijn huidige vorm in werking kan treden. En naar alle waarschijnlijkheid zal het ook gevolgen hebben voor het handhavingsbeleid van de Belastingdienst.
In een eerder blog van collega Laura van Alst is al benoemd dat de Belastingdienst pPer 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid.
Daarbij toetst de Belastingdienst, aan de hand van de zogeheten holistische toets of sprake is van schijnzelfstandigheid. Dit doet de dienst overigens met een ‘zachte landing’, want men snapt dat opheffing van het handhavingsmoratorium grote gevolgen heeft en van opdrachtgevers en zelfstandigen soms flinke aanpassingen vraagt. Dus zijn er in 2025 bijvoorbeeld nog geen boetes voor opdrachtgevers of zelfstandigen kunnen aantonen dat ze stappen hebben ondernomen om schijnzelfstandigheid te voorkomen.
Ook in de verdere handhaving op de juiste arbeidsrelatie zie je de zachte landing terug. Een bedrijfsbezoek, binnen de reguliere controlekaders van de Belastingdienst, is in principe de eerste stap in dat proces. De Belastingdienst gaat daarbij met jou als opdrachtgever in gesprek over de inzet van zelfstandigen in jouw organisatie. Je wordt gewezen op mogelijke risico’s en het belang van een correcte kwalificatie van arbeidsrelaties.
Schat de Belastingdienst tijdens het bedrijfsbezoek in dat er (grote) risico’s zijn of vermoedt men dat je zult blijven werken met schijnzelfstandigen, dan kan de Belastingdienst besluiten om een boekenonderzoek in te stellen. Dit is een controle van jouw aangiften en administratie. In sommige gevallen kan de Belastingdienst het boekenonderzoek zelfs direct starten. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij concrete signalen van schijnzelfstandigheid of wanneer tijdens een controle op een ander belastingmiddel, zoals btw, schijnzelfstandigheid aan het licht komt.
Gelet op de zachte landing richt een boekenonderzoek in 2025 zich in principe op de meest recente tijdvakken waarover aangifte loonheffingen is gedaan. Verder geeft de Belastingdienst – waar mogelijk – vooraf aan welke arbeidsrelatie(s) men zal beoordelen.
Stelt de Belastingdienst vervolgens vast dat één of meerdere arbeidskrachten eigenlijk in loondienst hadden moeten zijn, terwijl dit niet is aangegeven in de aangifte loonheffingen, dan kan dit leiden tot een:
In 2025 zal de Belastingdienst geen verzuim- of vergrijpboetes opleggen voor een onjuiste kwalificatie van arbeidsrelaties. Tenzij er sprake is van kwaadwillendheid of als je eerder gegeven aanwijzingen van de Belastingdienst hebt genegeerd.
Naast gerichte handhaving op schijnzelfstandigheid houdt de Belastingdienst regulier toezicht op de aangiftes loonheffingen. Daarbij kunnen controles voorkomen van alle voorkomende loonheffingenonderwerpen, zoals de werkkostenregeling, sectorindeling en gebruikelijkloonregeling, maar dus ook de beoordeling van kwalificatie van arbeidsrelaties.
Wil je zeker weten dat de arbeidsrelaties in jouw organisatie goed zijn ingericht, volgens de schijnzelfstandigheid regels? Of heb je vragen over hoe je schijnzelfstandigheid voorkomt? Bel of mail ons. We helpen je graag, praktisch, helder en afgestemd op jouw situatie.
Jurist T +31 (0)314 369 111 E carmenvermeer@stolwijkkelderman.nl
Fiscalist T +31 (0)314 369 111 E tarikjansen@stolwijkkelderman.nl
Actueel
Van functieprofielen naar groeiprofielen
Van onderbuikgevoel naar onderbouwd beleid: zo haal je meer uit HR-data en dashboards
Pensioen voor ondernemers: zo bouw je aanvullend pensioen op
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
Wat verandert er in de aangifte loonheffingen wanneer een werknemer de AOW-leeftijd bereikt? Die vraag is relevant voor werkgevers die te maken hebben met werknemers die doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Vanaf dat moment gelden er andere regels voor de verzekeringsindicaties én de inkomstenverhouding (IKV). Verzekeringsplicht wijzigt per AOW-leeftijd Een werknemer die op 15 juni […]
Wat als je functieprofielen niet meer helpen bij de ontwikkeling van je mensen? Grote kans dat dat al zo is. Want traditionele functieprofielen verouderen sneller dan ooit. Ze sluiten vaak niet meer aan op wat medewerkers écht nodig hebben om te groeien. En ze geven geen antwoord op vragen als: Waar kan ik naartoe groeien? […]
Bij de bedrijfsoverdracht van een IB-onderneming komt het een en ander kijken. Je moet keuzes maken over bijvoorbeeld nu of later belasting betalen, checken of er een desinvesteringsbijtelling is, nagaan wat je me vrijgekomen reserves wilt en kunt, enzovoort.. Een verkeerde keuze kan je geld kosten of je opvolger in een lastige positie brengen. Ontdek […]
Vanaf 1 september 2025 voert het UWV opnieuw de 60-plusmaatregel in voor WIA-aanvragen. Deze tijdelijke regeling, eerder van kracht tussen 2022 en 2024, is bedoeld om de achterstanden bij WIA-beoordelingen terug te dringen. Op 3 juli 2025 stemde de Tweede Kamer in met de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), waardoor […]
De Eerste Kamer heeft de Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen. Daarmee zijn de regels om belasting te betalen over je werkelijk rendement box 3 nu definitief. Bovendien is sinds 10 juli 2025 ook het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) beschikbaar via de website van de Belastingdienst. Dus is jouw werkelijke rendement lager dan het forfaitaire […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk