Skip to main content
6 juni 2014

Pas op met de onzakelijke lening!

Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de positie om aan uw bv een lening te verstrekken. Mits dit op zakelijke gronden gebeurt, is daar niets mis mee. Het wordt oppassen geblazen als de lening kwalificeert als ‘onzakelijk’. Er kan dan sprake zijn van een informele kapitaalstorting met alle gevolgen van dien.

Zakelijkheid geboden

Iedere transactie tussen u en uw bv moet zakelijk verlopen. Wanneer u geld leent aan de bv, mag een schriftelijke leningsovereenkomst dan ook niet ontbreken. In deze overeenkomst staan de afspraken over de looptijd van de lening, een terugbetalingsverplichting, de zakelijke rente, welke zekerheden er zijn gesteld en wat de gevolgen zijn als een van beide partijen zich niet aan de afspraken houdt of kan houden.

Tip:

Stel uzelf de vraag of een onafhankelijke derde onder dezelfde condities een dergelijke leningsovereenkomst zou afsluiten. Zo kunt u de zakelijkheid van de lening bepalen.

Terbeschikkingstelling

Leent u onder zakelijke voorwaarden geld aan uw bv, dan krijgt u te maken met de terbeschikkingstellingsregeling. De rente op de geldlening is bij u belast in box 1 tegen het progressieve tarief. Voor de bv is de aan u zakelijk betaalde rente aftrekbaar.

Stappenplan (on)zakelijke lening

Alle goede bedoelingen ten spijt kan een lening toch als onzakelijk worden gezien. Aan de hand van de volgende stappen zal de Belastingdienst beoordelen of sprake is van een zakelijke of een onzakelijke lening:

  • Stap 1: De leningsovereenkomst dient als uitgangspunt, met als belangrijk element de terugbetalingsverplichting. Ook als de leningsovereenkomst voldoende zakelijk is, kan toch sprake zijn van een onzakelijke lening. Bijvoorbeeld omdat al op voorhand duidelijk is dat de bv de lening niet kan terugbetalen.
  • Stap 2: Vervolgens wordt gekeken naar de rentevergoeding, in combinatie met de overige elementen uit de leningsovereenkomst. Is de vergoeding niet zakelijk genoeg (in het zakelijk verkeer met een onafhankelijke derde zou een andere vergoeding gelden), dan speelt de vraag of deze kan worden gecorrigeerd, zodat alsnog een zakelijke rente ontstaat. Zo ja, dan is toch sprake van een zakelijke lening.
  • Stap 3: Is de rentevergoeding niet te corrigeren, dan kwalificeert de lening als onzakelijk. U heeft dan als geldverstrekker een debiteurenrisico gelopen die een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen.
  • Stap 4: Of sprake is van een onzakelijke lening moet worden beoordeeld op het moment van het aangaan van die lening. Maar let op: een zakelijke lening kan gedurende de looptijd toch onzakelijk worden. Bijvoorbeeld omdat leningsvoorwaarden worden aangepast of wanneer u niet op tijd actie heeft ondernomen als blijkt dat het slecht gaat met de bv. Ook dan heeft u op onzakelijke gronden een te groot debiteurenrisico gelopen.

Gevolgen van een onzakelijke lening

Bestempelt de Belastingdienst de lening aan uw bv als onzakelijk, dan vinden er correcties en naheffingen plaats – al dan niet met boetes – in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Bij een onzakelijke lening is sprake van een informele kapitaalstorting. Kan de bv het geleende bedrag niet aan u terugbetalen, dan mag u hierdoor geen verlies in aanmerking nemen als negatief resultaat in box 1 (terbeschikkingstelling).

Let op!

Een verlies is dan op termijn slechts verrekenbaar in box 2 tegen 25% (2014: 22%) en dan alleen als de lening wordt kwijtgescholden.

Terug

Nog niet uitgelezen?