Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / false
Wilt u profiteren van een aantal aantrekkelijke ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek voor beginnende ondernemers en de meewerkaftrek, dan zult u moeten voldoen aan het urencriterium. Oftewel, u moet elk jaar minimaal 1.225 uren werken aan, in en voor uw bedrijf (bedrijven). Bent u niet alleen ondernemer maar bijvoorbeeld ook werknemer, dan zit er een addertje onder het gras. U moet namelijk meer dan de helft van de tijd aan uw bedrijf besteden. Vergeet dus niet uw uren te administreren. Zo kunt u bij vragen of controle van de Belastingdienst in ieder geval aantonen dat u aan het urencriterium voldoet.
Er gaan geluiden dat het kabinet overweegt om de ondernemersfaciliteiten af te bouwen. Concrete plannen zijn er echter nog niet. Uiteraard houden we u hiervan op de hoogte.
Voldoet u aan het urencriterium, dan bedraagt de zelfstandigenaftrek dit jaar een vast bedrag van € 7.280 (€ 3.640 bij AOW-leeftijd of ouder), maar maximaal het bedrag van de winst vóór ondernemersaftrek. Is uw winst te laag, dan mag u het bedrag aan niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek verrekenen in de volgende negen kalenderjaren. Voor startende ondernemers geldt – naast de zelfstandigenaftrek – een startersaftrek van € 2.123. De beperking dat de zelfstandigenaftrek niet meer kan bedragen dan de winst geldt niet voor een starter.
Voor de mkb-winstvrijstelling hoeft u niet te voldoen aan het urencriterium. Deze vrijstelling vermindert uw belastbare winst uit onderneming na ondernemersaftrek (zoals de zelfstandigenaftrek) met 14%. U bent zo minder belasting verschuldigd, maar let op: leidt u verlies, dan verkleint de mkb-winstvrijstelling dit verlies. De vrijstelling werkt dan dus in uw nadeel.
De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) wordt naar alle waarschijnlijkheid in de loop van 2015 vervangen door de Beschikking geen loonheffingen (BGL). De Tweede en Eerste Kamer moeten hier eerst nog wel mee instemmen. Het aanvragen van de BGL gaat straks via een webmodule. Na het invullen van een vragenlijst ziet u direct hoe de Belastingdienst uw arbeidsrelatie met een (potentiële) opdrachtgever beoordeelt. Het invullen van de vragen kost ongeveer twintig minuten, mits u de benodigde informatie bij de hand heeft. De gegevens blijven bewaard, zodat u voor een volgende BGL alleen de wijzigingen hoeft in te vullen. Het is vervolgens aan u of u de BGL daadwerkelijk aanvraagt.
Een aantal van de door u ingevulde vragen komt straks op de BGL te staan. Voor de juistheid van die gegevens is uw opdrachtgever straks medeverantwoordelijk.
Als opdrachtnemer heeft u met de BGL geen zekerheid over de fiscale kwalificatie van uw werkzaamheden. De BGL zegt bijvoorbeeld niets over de vraag of u in aanmerking komt voor ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting. Uw opdrachtgever weet met de Beschikking dat hij geen loonheffing en premies werknemersverzekeringen hoeft af te dragen over uw beloning, mits uiteraard de gegevens vermeld op de BGL kloppen met de werkelijke situatie.
De webmodule is nog in ontwikkeling en totdat deze ook daadwerkelijk operationeel is en de BGL ook in werking treedt, blijft de VAR voor 2014 voorlopig ook in 2015 nog geldig. U hoeft voor het kalenderjaar 2015 dus geen nieuwe VAR-aanvraag in te dienen, mits u hetzelfde werk onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden blijft doen.
Een belangrijk onderscheid tussen u als ondernemer en een gewone werknemer is dat u de mogelijkheid heeft om geld in uw onderneming te reserveren voor uw oude dag: de oudedagsreserve. Voldoet u aan het urencriterium en had u aan het begin van dit jaar de AOW-leeftijd nog niet bereikt, dan mag u bij voldoende eigen vermogen een deel van de winst toevoegen aan uw oudedagsreserve. Over dit deel betaalt u dan nog geen inkomstenbelasting. Dit jaar bedraagt de toevoeging 10,9% van de winst met een maximum van € 9.542. Vanaf 2015 gaat dit percentage omlaag naar 9,8%. Het maximumbedrag wordt dan € 8.640.
Eventuele pensioenpremies die u al van de winst heeft afgetrokken, verminderen de toevoeging aan de oudedagsreserve.
De oudedagsreserve zorgt voor uitstel van belastingheffing, maar niet voor afstel. Op de opgebouwde reserve rust nog een belastingclaim. Op enig moment, vaak als u stopt met uw onderneming, zult u moeten afrekenen. Toevoegen aan de oudedagsreserve is vaak alleen aantrekkelijk als u nu in de hoogste belastingschijf zit.
Wilt u liever extern pensioen opbouwen? Misschien is de nieuwe collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) iets voor u. Naar alle waarschijnlijkheid start deze regeling vanaf 1 januari 2015. Een van de belangrijkste kenmerken van de collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen is flexibiliteit. U kunt namelijk vrijwillig in- en uitstappen en u bepaalt zelf hoeveel u periodiek wilt inleggen. Er wordt geen levenslange uitkering verzekerd. De uitkeringsduur is namelijk van tevoren bepaald. De ingelegde gelden worden collectief belegd en beheerd. Op startjezzppensioen.nl is meer informatie te vinden over de collectieve pensioenregeling.
Voor veel ondernemers is de bv-vorm aantrekkelijk. Toch is het antwoord of u wel of niet moet overstappen op de bv-vorm niet eenvoudig te geven. Bedrijfsgroei kan een reden voor overstap zijn, maar er spelen meer factoren, waaronder uw persoonlijke situatie. Bij zeer hoge winsten kan het om fiscale redenen voordeliger zijn om voor de bv-vorm te kiezen, maar ook dat is lang niet altijd het geval. Overweegt u de bv-vorm, overleg dit dan met ons.
Sinds 1 oktober 2012 is oprichting en overstap naar de bv-vorm wel eenvoudiger geworden. Ook is meer maatwerk mogelijk. Bij oprichting van de bv hoeft u niet langer een minimumkapitaal te storten van € 18.000. Wel kunt u als bestuurder of aandeelhouder eerder aansprakelijk gesteld worden voor schulden van de bv.
Vanaf 1 januari 2015 is het mogelijk om een lijfrente geheel of gedeeltelijk af te kopen als u langdurig arbeidsongeschikt bent. U kunt het inkomen dat u mist vanwege uw arbeidsongeschiktheid daarmee aanvullen. Bij een gehele of gedeeltelijke afkoop bent u dan geen revisierente verschuldigd. Over de afkoopsom moet u wel belasting betalen. Afkopen kan alleen als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Gebruikt u als ondernemer de auto van de zaak ook privé, dan moet u voor de btw met dit privégebruik rekening houden. De eventueel verschuldigde btw geeft u aan en betaalt u bij de laatste btw-aangifte van het jaar.
De regel is als volgt. Gebruikt u de auto van de zaak ook privé, dan kunt u de btw op de aanschaf, eventuele leasekosten, het onderhoud en het gebruik aftrekken voor zover u de auto gebruikt voor belaste omzet. Omdat u de auto ook privé gebruikt, moet u over het privégebruik btw betalen. U kunt daarvoor gebruikmaken van een forfaitaire regeling. Voor de btw-heffing over het privégebruik gaat u dan uit van 2,7% van de catalogusprijs van de auto, inclusief btw en bpm.
Voor de auto die vijf jaar (inclusief het jaar van ingebruikneming) in de onderneming is gebruikt en tot uw bedrijfsvermogen hoort, geldt een lager forfait van 1,5%. Heeft u bij de aankoop van de auto geen btw in aftrek gebracht, dan mag u voor de berekening van het privégebruik eveneens uitgaan van 1,5%. U hoeft geen gebruik te maken van de forfaitaire regeling. U mag namelijk ook btw betalen over het werkelijke privégebruik. Dit kan soms voordeliger zijn dan de forfaitaire regeling. U moet dan wel een sluitende kilometeradministratie bijhouden.
Let op! De laatste btw-aangifte over het jaar 2014 moet uiterlijk op 31 januari 2015 ingeleverd en betaald zijn aan de Belastingdienst. Houd in deze laatste btw-aangifte ook rekening met een eventuele correctie in verband met privégebruik van goederen en diensten die tot uw bedrijf horen, of een mogelijke correctie op personeelsvoorzieningen.
Ondernemers hebben vaak te maken met ‘schommelende’ winsten. Heeft u de afgelopen jaren sterk wisselende inkomsten in box 1 van de inkomstenbelasting gehad, dan heeft u waarschijnlijk meer belasting betaald dan wanneer de inkomsten gelijkmatig waren geweest. Door over een periode van drie aaneengesloten kalenderjaren uit te gaan van de gemiddelde inkomsten, kan middeling in een aantal gevallen leiden tot een teruggaaf van te veel betaalde belasting. Er geldt een drempel van € 545. Een verzoek om middeling moet schriftelijk worden ingediend bij de Belastingdienst, inclusief een berekening van de middelingsteruggaaf.
Actueel
Loonheffingen 2025 – de wijzigingen
Gepland en spontaan in gesprek – Deze vruchten pluk je ervan
Oordeel rechtbank: Belastingrente te hoog – bezwaar maken kan lonen
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
Werkstress neemt toe en als werkgever merk je daarvan de gevolgen. Onder andere in de vorm van stijgende verzuimkosten. ‘Verzuimkosten voor werkgevers wegens werkstress zijn met 33% gestegen’, meldde TNO tijdens de Week van de Werkstress dan ook. Opvallende cijfers en aanleiding voor Organisatiepsycholoog Sanneke Peters om hierover eens te sparren met collega Jeroen Kremer, […]
Het jaar is alweer bijna voorbij, en dan is het natuurlijk belangrijk dat alles goed op orde is wat betreft de loonadministratie voor de overgang van 2024 naar 2025. Wat moet je daarvoor nog regelen en bij ons aanleveren? In dit blog neem ik je graag mee door alle belangrijke stappen en documenten die nodig […]
Wat is er per 1 januari 2025 anders voor het inhouden en betalen van loonheffingen? Het nieuwe Handboek Loonheffingen 2025 is er nog niet, maar we hebben wel de belangrijkste wijzigingen voor je op een rij. Naar verwachting publiceert de Belastingdienst in februari 2025 het nieuwe Handboek Loonheffingen 2025. Maar in de Nieuwsbrief Loonheffingen vind […]
Vertrouwen, begrip en een positieve werksfeer. Dat is waarom je met je medewerker in gesprek wilt blijven. Niet één keer per jaar tijdens het ontwikkelgesprek, maar regelmatig. Gepland én spontaan. Wist je dat je zo sneller problemen maar ook kansen signaleert en je iemand beter kunt helpen bij zijn ontwikkeling? Meer over die voordelen én […]
In een rechtszaak rondom de vennootschapsbelasting (vpb) heeft de rechtbank geoordeeld dat bedrijven die belastingrente verschuldigd zijn slechts 4 in plaats van 8% hoeven te betalen. Heeft jouw onderneming belastingrente betaald, dan kan hiertegen bezwaar maken voordelig uitpakken. Het is voor het eerst dat de rechter heeft geoordeeld dat de belastingrente te hoog is vastgesteld […]
© 2024 - Stolwijk Kennisnetwerk