Skip to main content
26 november 2024

Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025

Benieuwd of je in de toekomst nog met zelfstandigen kunt blijven samenwerken? Wat betekent het voor jouw organisatie als de Belastingdienst per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium opheft en weer volledig gaat handhaven op schijnzelfstandigheid? Hoe zorg je dat je voldoet aan wet- en regelgeving? Arbeidsjurist Laura van Alst geeft je inzicht in de wijzigingen en praktische tips om problemen te voorkomen.

Door Laura van Alst, Arbeidsjurist

Situatie

Stel, je werkt als ondernemer al jaren samen met een zelfstandige ICT’er. De afspraken zijn helder en de samenwerking verloopt soepel. Zo soepel, dat deze zelfstandige al jaren fulltime voor je werkt, dezelfde werkzaamheden uitoefent als medewerkers in loondienst en een laptop van jouw organisatie tot zijn beschikking heeft.

Is deze zelfstandige dan wel écht zelfstandig?

Deze vraag is vanaf 1 januari 2025 nóg relevanter. Dan heft de Belastingdienst namelijk het handhavingsmoratorium Wet DBA op en gaat weer volledig handhaven op schijnzelfstandigheid.

Terugblik: Van VAR naar Wet DBA en het handhavingsmoratorium

De overheid wil al jaren meer duidelijkheid creëren over de arbeidsrelatie tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemer.

In 2005 voerde de overheid de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) in. Zelfstandigen (opdrachtnemers) konden een VAR-verklaring aanvragen bij de Belastingdienst. Op het moment dat een zelfstandige over een VAR-verklaring beschikte, hoefde een opdrachtgever geen loonheffingen en sociale premies af te dragen.

Resultaat:
In de praktijk bleek de VAR niet naar verwachting te werken. In tegendeel: De VAR werkte schijnzelfstandigheid juist in de hand.

In 2016 verving de overheid de VAR-verklaring door de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Onder deze wet bepaalden opdrachtgever en zelfstandige onderling of er sprake was van een dienstbetrekking of van een overeenkomst van opdracht. Hiermee werden ze samen verantwoordelijk voor het voorkomen van schijnzelfstandigheid. De door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten moesten hierbij zekerheid en duidelijkheid bieden.

Resultaat:
Ook dit had niet de beoogde werking. Gemaakte afspraken in de goedgekeurde modelovereenkomsten kwamen vaak niet overeen met de manier waarop een opdrachtgever en zelfstandige in de praktijk samenwerkten. Hierdoor wist niemand meer waar hij aan toe was.

Om de onzekerheid te beperken, stelde de Belastingdienst kort na invoering van de Wet DBA het handhavingsmoratorium in. De Belastingdienst bleef toezicht houden op schijnzelfstandigheid, maar corrigeerde eventuele onjuistheden niet met terugwerkende kracht (met uitzondering van kwaadwillendheid of het niet opvolgen van aanwijzingen).

Opheffing handhavingsmoratorium

Per 1 januari 2025 heft de Belastingdienst het handhavingsmoratorium op, vanwege de toenemende groei van schijnzelfstandigheid.

Wat is schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigen zijn op papier zelfstandig, maar voeren in de praktijk dezelfde werkzaamheden uit als medewerkers in loondienst. Ze genieten echter géén sociale zekerheden (zoals WW, Ziektewet en pensioen).

Waarom is schijnzelfstandigheid een probleem?
Schijnzelfstandigheid leidt tot oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden en een toenemende druk op het sociale stelsel in Nederland. Bovendien heeft schijnzelfstandigheid een negatieve invloed op de werkdruk, innovatie en continuïteit in een organisatie.

Hoe gaat de Belastingdienst handhaven?

Is er sprake van schijnzelfstandigheid, dan kan de Belastingdienst per 1 januari 2025 met terugwerkende kracht correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes opleggen. ‘Met terugwerkende kracht’ wil in deze zeggen: terugwerkend tot 1 januari 2025. Is er echter sprake is van kwaadwillendheid of het bewust niet opvolgen van aanwijzingen? Dan kan de Belastingdienst verder teruggaan en consequenties opleggen.

Zachte landing voor handhaving

Opheffing van het handhavingsmoratorium heeft grote gevolgen en vraagt van opdrachtgevers en zelfstandigen om aanpassingen. Daarom heeft de Belastingdienst een ‘zachte landing’ beloofd:

  • In 2025 nog geen vergrijpboetes als opdrachtgevers en zelfstandigen kunnen laten zien dat zij stappen hebben ondernomen om schijnzelfstandigheid te voorkomen
  • In ieder geval in het eerste jaar alleen risicogerichte handhaving in sectoren met veel schijnzelfstandigheid
  • In eerste instantie focus op probleemgevallen, zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigheid en arbeidsmigratie

Hoe bepaal je of sprake is van schijnzelfstandigheid?

Er is sprake van schijnzelfstandigheid als een werkende zich als zelfstandige presenteert, maar er volgens het arbeidsrecht een arbeidsovereenkomst is. Toetsen of die arbeidsovereenkomst er is, gebeurt met de huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie zoals vastgelegd in het Beslis- en Afwegingskader Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties van de Belastingdienst.

Volgens artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek is een arbeidsovereenkomst:

De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.

Er is dus sprake van een arbeidsovereenkomst als de elementen: loon, persoonlijke arbeid en een gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer aanwezig zijn.

Vaststellen of deze elementen aanwezig zijn is niet eenvoudig, want bij het bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst zijn alle feiten en omstandigheden van belang. Dit gaat zowel om de afspraken op papier als om de manier waarop partijen in de praktijk uitvoering aan die afspraken geven. De feiten en omstandigheden moeten in onderling verband beoordeeld worden, waarbij niet één enkel feit of één enkele omstandigheid doorslaggevend is. Dit wordt de holistische toets genoemd die voortvloeit uit het Deliveroo-arrest.

Holistische toets Deliveroo

Uit het Deliveroo-arrest volgt dat deze punten belangrijk zijn voor de beoordeling of er een arbeidsovereenkomst is:

  1. De aard en duur van de werkzaamheden
  2. De manier waarop werkzaamheden en werktijden zijn bepaald
  3. De mate waarin de werkzaamheden en de zelfstandige onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever (inbedding)
  4. Wel of geen verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren
  5. De manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen
  6. De manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald
  7. De hoogte van de beloning
  8. De mate waarin de zelfstandige commercieel risico loopt
  9. De mate waarin de zelfstandige zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen

Neem nú je afspraken onder de loep

De opheffing van het handhavingsmoratorium is een keerpunt in de aanpak van schijnzelfstandigheid. Voor jou is dit hét moment om gemaakte afspraken onder de loep te nemen en risico’s te minimaliseren. Het is belangrijk om hierbij niet alleen te kijken naar de afspraken op papier, maar ook naar de manier hoe er in de praktijk uitvoering aan de gemaakte afspraken wordt gegeven. Door tijdig actie te ondernemen, voorkom je problemen voor de toekomst.

Meer weten?

Weten wat de opheffing van het handhavingsmoratorium Wet DBA voor jouw organisatie betekent?

Kijk het webinar Handhaving Wet DBA terug dat mijn collega fiscalist Tarik Jansen en ik onlangs gaven.

En wil je daarna nog advies? Tips? Of toch liever iemand die concreet en specifiek met jou in jouw situatie duikt? Bel of mail me. Mijn collega’s en ik helpen je graag. Samen zorgen we ervoor dat alles rondom jouw arbeidsrelaties toekomstbestendig is.

Laura_van_Alst 2024

Laura van Alst

Arbeidsjurist
T +31 (0)314 369 111
E l.v.alst@stolwijkkelderman.nl

Terug

Nog niet uitgelezen?