Verandering biedt kansen
Home / Blogs / false
Leent u personeel vanuit een andere Europese lidstaat in of stelt u personeel ter beschikking aan een onderneming in een andere lidstaat, dan is binnenkort actie vereist. Dit geldt ook als u bijvoorbeeld een medewerker detacheert naar een vestiging van uw concern in een andere EU lidstaat. Hierna ga ik met name in op de meldplicht die binnenkort gaat gelden. Eerst licht ik de nieuwe wettelijke regeling en de nu al bestaande – vaak onvoldoende onderkende – verplichtingen toe. Ik sluit af met een samenvatting.
Ik ga in op de arbeidsrechtelijke aspecten. De fiscale regelgeving die uiteraard ook erg relevant is blijft in deze bijdrage buiten beschouwing. De uitwerking is op hoofdlijnen bedoeld en ik probeer zeker niet volledig te zijn.
Op 18 juni 2016 is de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (hierna: WagwEU) in werking getreden. Dit betreft een Europese regeling die door alle lidstaten geïmplementeerd moet worden. Doel is dat werknemers de arbeidsvoorwaarden krijgen waar ze recht op hebben en om oneerlijke concurrentie en uitbuiting tegen te gaan. De gedetacheerde werknemers kunnen aanspraak maken op een deel van de Nederlandse arbeidswetgeving.
De WagwEU gaat over internationale detachering en ziet op alle EU-lidstaten, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland.
Er zijn drie categorieën te onderkennen:
De WagwEU kent in de eerste plaats een harde kern van arbeidsvoorwaarden waarop de buitenlandse werknemers die hier worden gedetacheerd recht hebben. Daarbij is niet relevant welk arbeidsrecht van toepassing is, dit geldt dus ook als bijvoorbeeld Duits arbeidsrecht van toepassing is. Ook niet relevant is waar de werknemers sociaal verzekerd zijn. Deze arbeidsvoorwaarden zijn onder meer te vinden in:
Als de buitenlandse werknemer gaat werken in een sector waarin een algemeen verbindend verklaarde cao van toepassing is met gunstigere voorwaarden dan de harde kern van arbeidsvoorwaarden gelden de arbeidsvoorwaarden uit deze cao.
Op basis van de WagwEU moet de in het buitenland gevestigde werkgever die werknemers bij een Nederlandse onderneming detacheert, sinds 18 juni 2016 ook voldoen aan een aantal verplichtingen om de handhaving te waarborgen.
De wet verplicht de buitenlandse werkgever om desgevraagd alle informatie aan de Inspectie SZW te verstrekken die noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet (informatieplicht).
Daarnaast is er een administratieplicht en een aanwijzingsplicht. De administratieplicht houdt in dat de buitenlandse werkgever bepaalde documenten zoals paspoort, loonstroken, arbeidstijdenoverzichten, betalingsbewijzen, een arbeidsovereenkomst en een bewijs dat sociale zekerheidspremies zijn afgedragen in het land van herkomst in Nederland beschikbaar dient te hebben (bijvoorbeeld de A1 verklaring). De aanwijzingsplicht houdt in dat de buitenlandse werkgever verplicht is om een contactpersoon in Nederland aan te wijzen die de Inspectie SZW kan benaderen en die aanspreekpunt is voor de SZW.
De in het buitenlands gevestigde werkgever heeft naast de hiervoor vermelde verplichtingen ook een 4e verplichting: de meldingsplicht. Deze verplichting is thans nog niet in werking getreden maar is de reden dat binnenkort wel actie nodig is. Deze verregaande verplichting houdt in dat de buitenlandse werkgever voorafgaand aan de detachering bepaalde gegevens aan de Inspectie SZW moet melden. De melding moet onder meer de volgende informatie bevatten:
Het bijbehorende digitale meldsysteem was nog in ontwikkeling zodat deze verplichting tot op heden nog niet relevant was. Inmiddels is bekend dat de meldingsplicht mogelijk op 1 maart maar uiterlijk op 30 juli 2020 in werking zal treden (op deze datum dient elke lidstaat de Richtlijn in wetgeving te hebben opgenomen).
Op de in Nederland gevestigde onderneming waar de buitenlandse werknemers worden gedetacheerd, rust een controleplicht. Deze bestaat uit de volgende onderdelen:
Eventuele onjuistheden moeten worden gemeld aan de Inspectie SZW. Indien melding is gemaakt van een ontbrekende of onjuiste melding door de buitenlandse werkgever is de Nederlandse werkgever gevrijwaard van sancties (zie ook hierna onder boete).
Alle verplichtingen gelden ook (soms deels) voor zelfstandigen, ook de zzp’er zal moeten melden!
Op 3 december 2019 is een uitgebreid besluit verschenen dat meer duidelijkheid geeft over de melding. Een jaarmelding is mogelijk voor een in het buitenland gevestigde dienstverrichter:
Tijdelijke opdrachten die reeds zijn gestart voordat de meldingsplicht in werking treedt, hoeven niet gemeld te worden.
Melding is bijvoorbeeld niet nodig als de werknemers werkzaam zijn onder Nederlands recht. Bijvoorbeeld voor de transportsector gelden aanvullende regels. Voor deze uiteenzetting gaat het te ver om op al deze details in te gaan.
Voor het niet voldoen aan de verplichtingen kan een boete van € 12.000 per werknemer / overtreding worden opgelegd. Dit geldt ook voor de inlener! Deze boete kan onder omstandigheden gematigd of verhoogd worden. De boetes kunnen grensoverschrijdend geïnd worden.
Naast de boete is het uiteraard mogelijk dat de werknemer de werkgever wijst op de rechten van de werknemer en bepaalde arbeidsvoorwaarden in rechte kan claimen.
Zoals aangegeven is de WagwEU een uitwerking van een verplichte Europese Richtlijn. Dat betekent dat ook bij detachering naar andere landen vergelijkbare voorwaarden zullen gelden. Elk land kent echter zijn eigen regels hierin.
Duitsland kent reeds uitgebreide verplichtingen in het Arbeitnehmer-Entsendegesetz, het Arbeitnehmerüberlassungsgesetz, in de Handwerksverordnung en het Mindestlohngesetz. In het kader van de uitvoering van de Europese Richtlijn heeft Duitsland aangegeven naast het minimumloon ook andere vormen van beloning tot wettelijk recht te verklaren, evenals het verplicht onbelast vergoeden van bepaalde kosten. Werknemers die langer dan 12 maanden worden gedetacheerd, krijgen te maken met uitgebreidere toepassing van bepaalde Duitse wetgeving. Duitsland heeft de Richtlijn nog niet concreter geïmplementeerd maar zal dit uiterlijk 30 juli 2020 gerealiseerd moeten hebben. De sanctie is niet gering: een gevangenisstraf danwel een boete die kan oplopen tot € 500.000.
Bij internationale detachering van werknemers naar Nederland zal binnenkort een melding gedaan moeten worden. De inlener heeft een controleplicht van deze melding. Het niet naleven kan aanzienlijke sancties tot gevolg hebben.
Voor meer informatie of bij vragen kunt u contact opnemen met:
drs. R.W.M. te Kaat0314-36911106 – 11274485r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl
Actueel
Het jaar van Joost Kelderman: duurzaamheid, inspiratiebronnen, ontwikkelingen en meer
Bedrijfsoverdracht familiebedrijf in 2025-2026? Let extra op deze wijzigingen in de BOR en DSR
Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
Het nieuwe jaar is weer van start gegaan. Welke loon- en HR-wijzigingen zijn op 1 januari 2025 ingegaan? En wat moet je daar als werkgever over weten? De belangrijkste punten voor je op een rij. Bron: Salaris Vanmorgen
Ben je inhoudingsplichtig en heb je in 2024 bedragen betaald aan natuurlijke personen? Geef deze vóór 1 februari 2025 door aan de Belastingdienst met de opgaaf UBD 2024. Betalingen aan natuurlijke personen die bij je in dienst waren of waarvoor jij een factuur met btw hebt gekregen hoef je niet op te geven. Voor wie […]
Ontsla je een medewerker of krijgt hij geen contractverlenging, dan heeft hij mogelijk recht op een transitievergoeding. De maximale transitievergoeding wordt per 1 januari 2025 verhoogd naar € 98.000 (in 2024 € 94.000). Wanneer geen transitievergoeding? Er geldt een aantal uitzonderingen op het recht op transitievergoeding. Een medewerker heeft het recht niet als het ontslag […]
Hoe kijken spelers in de accountancysector terug op 2024 en wat wensen zij voor 2025? Ook onze eigen Joost Kelderman kreeg deze en meer vragen van Accountancy Vanmorgen. Hij schreef zijn eigen blog voor het vakmagazine. ‘We maken het thema duurzaamheid te groot en te vaktechnisch’ Wat blijft jou het meeste bij van het afgelopen […]
Ondanks eerdere aanwijzingen leefden in de praktijk nog vragen over de invulling van het werkelijke rendement. Bijvoorbeeld als het gaat om onroerend goed. De Hoge Raad heeft specifiek daarover op 20 december 2024 verdere aanwijzingen gegeven; gericht op het berekenen van het werkelijke rendement van onroerende zaken in box 3 vanaf 2017. Op 6 juni […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk