Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Welke werkgeversverplichtingen gelden bij loonbeslag?
Sinds de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wvbv) in 2021 is de administratie rond loonbeslag van een medewerker minder omslachtig. Een aantal zaken hoef je als werkgever niet meer te doen. Maar welke verplichtingen heb je nog wel?
Is een deurwaarder voornemens om beslag te gaan leggen op het loon van een van je medewerkers, dan stuurt hij je vooraf twee zaken:
De ingevulde vragenlijst hoeft u pas na tenminste twee weken na dagtekening van het beslag terug te sturen, maar uiterlijk binnen vier weken. Vul je de vragenlijst niet of onjuist in of stuur je deze te laat terug, dan kun je als werkgever aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade van de deurwaarder of schuldeiser. Het gaat dan om kosten die door het ‘niet-doen van verklaring’ voor niets zijn gemaakt, denk aan beslagleggingskosten. Je loopt zelfs het risico te worden veroordeeld tot betaling van het bedrag waarvoor beslag is gelegd.
Het is de bedoeling dat je de ingevulde vragenlijst pas na twee weken ingevuld retour stuurt. Zo heb je tijd om contact op te nemen met je medewerker. Er kan wellicht op dat moment nog een betalingsregeling getroffen worden met de schuldeiser om het loonbeslag te voorkomen.
In het beslagexploot van de deurwaarder staat de beslagvrije voet. Dat is het deel van het inkomen dat je medewerker mag houden voor zijn vaste lasten en om van te leven. Voor het bepalen van de beslagvrije voet gebruikt de deurwaarder een automatische rekenmodule. De rekenmodule rekent met informatie uit de basisregistratie personen, gegevens van de Belastingdienst en de polisadministratie van het UWV. De medewerker voor wie het loonbeslag geldt ontvangt een ‘modelmededeling beslagvrije voet’. Hierin staat de hoogte van de beslagvrije voet en hoe deze is berekend.
Samen met je medewerker controleren of de hoogte van de beslagvrije voet klopt? Dit kan via www.uwbeslagvrijevoet.nl van de Rijksoverheid.
Is de medewerker het niet eens met de hoogte van de beslagvrije voet, dan kan hij binnen vier weken bezwaar maken. Wordt dit toegekend, dan gaat de nieuwe beslagvrije voet direct vanaf het begin van het loonbeslag gelden. Maakt de medewerker pas bezwaar na vier weken? Dan hoeft de deurwaarder, als het ingediende bezwaar wordt toegekend, pas vanaf dat moment de beslagvrije voet aan te passen naar het nieuwe bedrag.
Het nettoloon dat overblijft na aftrek van de beslagvrije voet en de onkostenvergoedingen, zoals bijvoorbeeld reiskosten van de medewerker, moet je als werkgever overmaken aan de deurwaarder. Datzelfde geldt voor vakantiegeld en een eventuele eindejaarsuitkering. Maak je geen geld over naar de beslaglegger, dan kan een rechter je veroordelen tot nakoming van die verplichting.
Als werkgever betaal je in principe alleen de eerste beslaglegger. Dat doe je net zo lang tot de vordering is ingelost. Meldt zich in de tussentijd een latere beslaglegger bij je, dan verwijs je deze naar de eerste beslaglegger. Die is verantwoordelijk voor de verdeling van het beslag onder de verschillende beslagleggers. Soms wordt er een tweede beslag gelegd voor een schuld die voorrang heeft. In dat geval legt de eerste beslaglegger je uit aan wie je welk bedrag moet betalen.
Heeft een medewerker schulden, dan is dat in de eerste plaats vooral een probleem voor hemzelf. Omdat financiële problemen echter grote gevolgen kunnen hebben voor de psychische gezondheid en vitaliteit van een medewerker, gaat dit thema ook de werkgever aan. Jij wenst je medewerker geluk en gezondheid en hij kan het beste functioneren als hij zich goed voelt. Hoe kun je nou signaleren en helpen?
Kijk voor tips en tools voor vroeg signaleren, het bespreekbaar maken van geldzaken en hoe je medewerkers kunt steunen eens op www.financieelfittewerknemers.nl.
Bron: SRA
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk