Verandering biedt kansen
Home / Blogs / Vergoeding voor de Raad van Toezicht: 3 gangbare opties
De Raad van Toezicht (RvT) speelt een essentiële rol in veel organisaties. Soms wettelijk soms statutair bepaald. Maar wat is gebruikelijk qua vergoeding voor de Raad van Toezicht? En waar moet je fiscaal gezien rekening mee houden? Mijn collega’s en ik krijgen er regelmatig vragen over. Daarom licht ik de 3 meest voorkomende vergoedingen er voor je uit, inclusief fiscale aandachtspunten.
Door Lieke Maes, Assistent Accountant
Onlangs vroeg een klant: ‘Kunnen we de leden van de Raad van Toezicht € 300 per vergadering vergoeden, ook met terugwerkende kracht en onbelast?’ En een ander legde me voor: ‘We zijn 5 jaar geleden begonnen met een RvT zonder vergoeding voor de leden, maar we zijn sterk gegroeid en daarmee zijn de taken en verantwoordelijkheden voor de RvT-leden toegenomen. Zodanig dat we vinden dat ze een vergoeding moeten krijgen. Wat kunnen we het beste doen?’ En zo krijgen mijn collega’s en ik steeds vaker vragen over dit onderwerp. Vragen met fiscale aandachtspunten.
Een RvT houdt toezicht op het bestuur en de algemene gang van zaken binnen een organisatie. Vaak met een adviserende en controlerende rol en als een belangrijke schakel tussen het bestuur en de stakeholders van de organisatie. Een RvT is vaak wettelijk verplicht in sectoren waarin het gaat om maatschappelijke of publieke belangen, zoals zorg- en onderwijsinstellingen, culturele en financiële instellingen, woningcorporaties, stichtingen en verenigingen. Er zijn echter ook veel organisaties die vrijwillig een RvT aanstellen om hun governance te versterken en bestuurders extra te ondersteunen.
Leden van een RvT ontvangen vaak een vergoeding voor hun werkzaamheden. De 3 meest voorkomende vormen van een vergoeding voor de Raad van Toezicht zijn:
Ik leg je per vergoeding de hoofdpunten uit. Goed om in je achterhoofd te houden: De vergoedingsopties gelden veelal ook voor leden van een Raad van Commissarissen of commissies, maar ik focus nu even op een vergoeding voor leden van een RvT.
Stichtingen en verenigingen maken voor de vergoeding voor de Raad van Toezicht vaak gebruik van een onbelaste vrijwilligersvergoeding. De wet vereist hiertoe dat de stichting/vereniging de status heeft van een:
Een onbelaste vrijwilligersvergoeding is mogelijk zolang een RvT-lid:
Dat de vrijwilligersvergoeding onbelast is, kan voordelig zijn voor zowel het RvT-lid als de organisatie. Er zijn dan namelijk geen administratieve lasten zijn in de vorm van loonheffingen of belastingafdrachten.
Let op! Ontvangt een RvT-lid ook andere vrijwilligersvergoedingen, dan kijkt de Belastingdienst naar de totale som van al diens vrijwilligersvergoedingen. Als dat bedrag voor 2024 hoger is dan het maximum van € 2.100 (of € 230 per maand), dan wordt het aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden en moet het lid hierover inkomstenbelasting afdragen.
Is de vergoeding voor de Raad van Toezicht voor een RvT-lid jaarlijks hoger dan € 2.100 of € 230 per maand (de vrijwillige grens), dan valt deze onder het belastbaar inkomen. Het lid moet hierover dan inkomstenbelasting betalen en de vergoeding opgeven bij zijn jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. Eventuele gemaakte kosten, zoals daadwerkelijke reiskosten of een kilometervergoeding, mag hij daarbij in mindering brengen.
In geval van een belaste RvT-vergoeding is een RvT-lid dus zelf verantwoordelijk voor afdracht van inkomstenbelasting. Als organisatie heb je geen verplichtingen op het gebied van loonheffing of salarisadministratie, zolang er geen sprake is van een dienstverband of fictief dienstverband. Wél moet je zorgen voor een heldere vastlegging van de gemaakte afspraken en het uitbetaalde bedrag.
Let op! Vergeet als organisatie niet de ‘uitbetaalde bedragen aan derden’ (UBD) door te geven aan de Belastingdienst en RvT-leden. Die laatsten kun je voorzien van een vorm van jaaropgave die zij kunnen gebruiken voor hun aangifte inkomstenbelasting.
Vervult een RvT-lid een structurele rol en is er sprake van een arbeidsrelatie, die voldoet aan de voorwaarden van een dienstbetrekking, dan is de vergoeding voor het lid loon.
Bij een dienstverband ben je als organisatie verplicht om over de vergoeding loonbelasting, premies volksverzekeringen en mogelijk werknemersverzekeringen in te houden en af te dragen. Je moet een RvT-lid daarvoor opnemen in je loonadministratie. Dit is vaak complexer dan de eerdere 2 opties, maar biedt wel zekerheid voor het lid, die zo bijvoorbeeld ook pensioenrechten opbouwt.
Resumerend kun je stellen dat je jezelf 3 dingen moet afvragen bij het kiezen van een vergoeding voor de Raad van Toezicht:
Op basis van je antwoorden hierop, valt jouw keuze binnen een van de 3 opties die ik net heb genoemd.
Normaliter is een RvT-lid geen ondernemer voor de omzetbelasting en hoeft geen omzetbelasting in rekening te worden gebracht. Er zijn echter uitzonderingen denkbaar. Wil je daarover meer weten? Bel of mail me, dan breng ik je in contact met een van onze btw-specialisten. Zij kunnen je exact uitleggen wat wanneer geldt.
Je ziet: Elke vergoedingsoptie heeft zo zijn eigen fiscale en administratieve consequenties. Heb je vragen over de vergoeding voor de Raad van Toezicht van jouw organisatie? Mijn collega’s en ik helpen je graag en kunnen daarbij altijd rekenen op de steun van onze btw-specialisten en andere experts. Bel of mail me.
Assistent Accountant T +31 (0)6 1219 9663 E l.maes@stolwijkkelderman.nl
Actueel
Van ‘Hoeveel is mijn bedrijf waard?’ naar ‘Hoe wordt het nog meer waard?’
Het jaar van Joost Kelderman: duurzaamheid, inspiratiebronnen, ontwikkelingen en meer
Bedrijfsoverdracht familiebedrijf in 2025-2026? Let extra op deze wijzigingen in de BOR en DSR
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
De Special Lonen 2025 staat weer voor je klaar! De ‘Special Lonen 2025’ is een complete gids met alle relevante informatie die je nodig hebt als werkgever of HR-professional. Dit handige naslagwerk bevat de meest recente cijfers en wet- en regelgeving, zoals premiepercentages werknemersverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zvw, premies WW, en arbeidskortingen. Het biedt ook inzicht […]
Het ministerie van Economische Zaken heeft 5 ‘best practices’ en 10 andere praktijkvoorbeelden van CSRD-rapportage in een rapport laten bundelen. Dit ter inspiratie voor hen die nog moeten of willen beginnen met hun CSRD-reis of gaan voor verdere verbetering. Ontdek de voorbeelden en CSRD-lessen. Grote beursgenoteerde ondernemingen met meer dan 500 medewerkers moeten met ingang […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk