Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Schijnzelfstandigheid voorkomen? Dit moet je weten
Werk je met zzp’ers of ben je zzp’er? Wat is daarvoor wettelijk geregeld? En waar moet je op letten wil je schijnzelfstandigheid voorkomen? De belangrijkste punten op een rij.
De laatste jaren zijn er steeds meer zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) bijgekomen. Het gaat hierbij om mensen die volledig als zelfstandige werken of die dit combineren met een dienstverband in loondienst. Voor jou als werkgever (opdrachtgever) is het van belang om na te gaan of het wel gaat om echte zelfstandigheid of dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Want blijkt een zzp’er wettelijk gezien toch je werknemer te zijn, dan kan dat voor jou flink in de papieren lopen. Schijnzelfstandigheid voorkomen is dus belangrijk.
Wanneer is nu sprake van een arbeidsovereenkomst? Jurisprudentie geeft aan dat om wettelijk gezien (artikel 7:610 BW) te spreken van een arbeidsovereenkomst:
Als het gaat om het gezagscriterium heeft de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest nog verder verduidelijkt dat de rechter ook mag kijken of het werk dat wordt verricht ‘organisatorisch is ingebed’ in de organisatie. Als daar namelijk inderdaad sprake van is, dan behoort dat werk namelijk tot de normale bedrijfsarbeid van de onderneming van de werkgever.
Verder moet je in zijn geheel kijken naar de omstandigheden van een arbeidssituatie. Van belang kunnen onder meer zijn:
Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het verwerven van een reputatie, acquisitie, fiscale behandeling, het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
In het najaar van 2023 is er een internetconsultatie geweest van het wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR). Deze Wet VBAR beoogt schijnzelfstandigheid tegen te gaan.
Schijnzelfstandigheid ontstaat met name door onduidelijkheid over de invulling van het gezagscriterium. Het voorstel voor de Wet VBAR streeft daarom naar een verduidelijking van dit begrip in artikel 7:610 BW. Volgens het wetsvoorstel is sprake van gezag wanneer (abc-toets):
Daarbij komt een wettelijke rangorde van deze abc-toets en de mogelijkheid om bij een algemene maatregel van bestuur (AMvB) verduidelijking van de begrippen en wegingsfactoren te geven. Dat ziet er dan als volgt uit:
Ook stelt de nieuwe Wet VBAR (7:610aaBW) voor dat je op basis van uurloon kunt vaststellen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het gaat dan om een loon van € 32,24 per uur; een bedrag dat periodiek wordt geïndexeerd. Verdient een werkende minder dan deze € 32,24 per uur, dan is het vermoeden dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Acht een werkende dat sprake is van een arbeidsovereenkomst in plaats van zelfstandigheid, omdat zijn uurtarief onder die norm valt, dan kan hij (of diens vertegenwoordiger) een rechtsvermoeden inroepen. Dit is weerlegbaar: het rechtsvermoeden ontstaat niet automatisch, maar de werkende kan zich er wel actief op beroepen en gemakkelijker een arbeidsovereenkomst opeisen (bij de werkgever en desnoods via de civiele rechter). Het is dan aan jou als werkgever om dat rechtsvermoeden te ontkrachten.
Vanaf 1 mei 2016 geldt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). Omdat over de toepassing hiervan echter nog veel onduidelijk is, heeft de Belastingdienst de handhaving op schijnzelfstandigheid opgeschort tot 1 januari 2025. Tot die tijd zullen werkenden en opdrachtgevers in de regel geen boete of naheffing krijgen.
Wel is sprake van een zogenaamd handhavingsmoratorium. Dit houdt in dat de Belastingdienst aanwijzingen geeft als er volgens hen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Die aanwijzingen geven aan dat je als opdrachtgever:
Hiervoor krijg je meestal drie maanden de tijd. Volg je de aanwijzingen niet of onvoldoende op, dan volgen:
De Belastingdienst kan kwaadwillenden bovendien nu al beboeten. Het gaat daarbij om werkenden en opdrachtgevers die opzettelijk (over)duidelijke schijnzelfstandigheid laten ontstaan of voortbestaan en zo oneigenlijk financieel voordeel behalen en/of het speelveld oneerlijk aantasten.
De Belastingdienst moet daartoe al deze drie criteria kunnen bewijzen:
Als achteraf sprake blijkt te zijn van een arbeidsovereenkomst, dan loop je als opdrachtgever het risico van het moeten betalen van (achterstallige) loonbelasting, verlof, vakantietoeslag, premies werknemersverzekeringen en het werkgeversdeel in de pensioenpremie. Daarnaast kun je een boete krijgen met een terugwerkende kracht van vijf jaar.
Niet alleen opdrachtgevers lopen een risico als sprake blijkt van schijnzelfstandigheid, ook voor zzp’ers zijn er risico’s. Denk aan de controle van een aangifte inkomstenbelasting door de Belastingdienst. Is het oordeel dan dat sprake is van schijnzelfstandigheid, dan is de aangegeven winst geen winst maar loon, moet de aangifte worden gecorrigeerd en komt de persoon in kwestie niet in aanmerking voor zaken zoals de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling.
Wees alert op het werken met zzp’ers en breng zo snel mogelijk alle gemaakte afspraken, feiten en omstandigheden in kaart. Vervolgens beoordeel je op basis van de aandachtspunten uit het Deliveroo-arrest of ergens sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Dan heb je 2 opties:
Meer over de wetgeving rond schijnzelfstandigheid, schijnzelfstandigheid voorkomen en handhaving lees je ook in het blog ‘Q&A: Schijnzelfstandigheid en de Wet VBAR’ van onze arbeidsjurist Laura van Alst. En natuurlijk kun je bij ons terecht voor tips en antwoorden op jouw vragen. Bel of mail ons gerust.
Bron: SRA
Actueel
Dringend advies AWVN: beoordeel je cafetaria- en uitruilregelingen fiscaal
Zieke medewerkers bouwen ook vakantie-uren op bij slapend dienstverband
Subsidietip: DUVAMA voor verduurzaming van maatschappelijk vastgoed
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
Nieuwe standpunten van de Belastingdienst zorgen voor forse fiscale gevolgen bij cafetaria- en uitruilregelingen. Werkgevers riskeren dubbele loonheffing en extra administratieve lasten als zij hun regelingen niet opnieuw beoordelen. In dit artikel lees je wat er verandert, welke uitruilvormen nog zijn toegestaan en waarom AWVN werkgevers oproept nu in actie te komen. Wat verandert er […]
Werkgevers moeten zieke medewerkers ook bij een slapend dienstverband vakantiedagen blijven vergoeden. Dat bepaalde de kantonrechter onlangs, met mogelijk tienduizenden euro’s extra kosten tot gevolg. In dit artikel lees je hoe Europees recht daarbij zwaarder weegt dan de Nederlandse wet én welke financiële risico’s werkgevers lopen. Europese regels wegen zwaarder dan nationale wetgeving Volgens artikel […]
Ben je eigenaar van maatschappelijk vastgoed? Of houd je je bezig met het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed zoals scholen, overheidsgebouwen, zorginstellingen, sportaccommodaties of monumenten? Onder voorwaarden kun je dan gebruikmaken van de DUVAMA-subsidie. De subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) komt eigenaren van bestaand maatschappelijk vastgoed tegemoet in de kosten om te verduurzamen. Het doel: energie besparen […]
Een fout in de eindafrekening bij ontslag kan werkgevers duur komen te staan. Niet alleen is een correcte afrekening wettelijk verplicht, ook voorkomt het rente, claims en juridische discussies. Maar wat moet er allemaal in zo’n eindafrekening staan en waar gaat het vaak mis? Wanneer uitbetalen verplicht is De wet schrijft voor dat je de […]
Vanaf 2026 vervalt het fiscale voordeel voor elektrische leaseauto’s en geldt voor alle nieuwe auto’s een bijtelling van 22%, gelijk aan benzine en diesel. Daarmee komt een einde aan de korting die nu nog geldt. In dit artikel lees je waarom de timing van bestellingen in 2025 cruciaal is, welke extra heffing in 2027 op […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk