Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Salarisstrook: Antwoord op veel gestelde vragen van medewerkers
Hoe bereken ik het nettoloon? Waarom houd ik netto minder over dan mijn collega? Waarom betaal ik meer belasting over vakantiegeld? Veel gestelde vragen over salaris en de salarisstrook van medewerkers en hoe je ze als werkgever kunt beantwoorden.
Om het nettoloon van iemand in loondienst te berekenen, begin je met het bruto maandsalaris. Van dit bedrag trek je eerst de loonbelasting en premies volksverzekeringen af. Deze belastingen zijn afhankelijk van het inkomen en worden berekend aan de hand van belastingschijven. De bedragen vind je ook aangegeven op de salarisstrook.
Vervolgens trek je van het overgebleven bedrag de werknemersbijdragen voor de sociale verzekeringen en andere inhoudingen af. Je kunt daarbij denken aan premies voor de Zorgverzekeringswet (Zvw), pensioenbijdragen of vakbondskosten.
Het bedrag dat dan overblijft is het nettoloon; het bedrag dat je daadwerkelijk op de bankrekening van de medewerker stort.
Verschillende factoren kunnen ervoor zorgen dat twee personen met hetzelfde brutoloon verschillende nettolonen krijgen betaald:
Afhankelijk van andere inkomsten kan de totale jaarinkomst van een persoon in een hogere belastingschijf vallen dan die van een ander. Dit resulteert in een hoger belastingpercentage voor een deel van het inkomen.
De algemene heffingskorting en arbeidskorting zijn kortingen op de belasting die iemand moet betalen. Deze kortingen zijn inkomensafhankelijk en kunnen variëren afhankelijk van het totale inkomen en factoren zoals leeftijd.
Dragen medewerkers bij aan een pensioenfonds van jou als werkgever, dan houd je deze bijdragen vaak in op het brutoloon. De hoogte van de inhouding kan echter variëren afhankelijk van de pensioenregeling en van persoonlijke keuzes binnen een pensioenplan.
Medewerkers zijn verplicht een inkomensafhankelijke bijdrage te betalen voor de Zorgverzekeringswet. De hoogte van deze bijdrage kan verschillen, afhankelijk van inkomen en andere factoren.
Medewerkers kunnen ook nog verschillen wat betreft overige inhoudingen voor bijvoorbeeld bijdragen voor een vakbond, premies voor aanvullende verzekeringen (zoals een arbeidsongeschiktheidsverzekering), of kosten voor bedrijfsfaciliteiten (zoals een fitnessabonnement via de werkgever.
Bied je jouw medewerkers een onbelaste reiskostenvergoeding, dan kan dit het netto-inkomen effectief verhogen. En bij verschil in aantal gereden kilometers tussen medewerkers ontstaat dan ook een verschil in hoogte van het nettoloon.
Elementen zoals de jonggehandicaptenkorting of ouderenkorting kunnen van toepassing zijn en beïnvloeden de hoogte van het nettoloon. En stel dat er vanwege schulden beslag is gelegd op het loon van een medewerker, dan zal dit ook invloed hebben op de hoogte van het nettoloon.
In Nederland is de loonheffing op vakantiegeld hoger, omdat het als bijzonder inkomen wordt belast, boven op het reguliere salaris. Daardoor kan het loon die maand in een hogere schijf met een hoger belastingtarief belanden.
De belasting van vakantiegeld wordt bovendien berekend met de witte tabel voor bijzondere beloningen. Deze houdt geen rekening met reguliere inkomensniveaus en heffingskortingen. Hoewel dit in eerste instantie leidt tot een hoger belastingbedrag, krijg je eventueel te veel betaalde belasting naderhand terug bij de jaarlijkse belastingaangifte.
Meer weten over loonheffingen? Je vindt alle details in het Handboek Loonheffingen 2024 van de Belastingdienst.
Een ander element op de salarisstrook is de loonheffingskorting, voornamelijk bestaande uit algemene heffingskorting en arbeidskorting. Wie meerdere werkgevers heeft kan in principe loonheffingskorting bij meerdere werkgevers laten toepassen. Het is echter meestal financieel het meest voordelig om de loonheffingskorting toe te passen bij één werkgever en dan de werkgever waar iemand het meest verdient.
Bovendien loop je wanneer je bij meerdere werkgevers tegelijk de korting laat toepassen het risico te weinig belasting te betalen en dat je later moet bijbetalen.
Onder de noemer van de cafetariaregeling kun je verschillende onderdelen van het brutoloon uitruilen voor andere vergoedingen of verstrekkingen. Dit kan belastingvoordeel opleveren, omdat je er:
Voorbeelden voor uitruiling zijn een fiets van de zaak, pensioenbijdrage, studiekosten, mobiele telefoon of laptop, extra vakantiedagen en een fitnessabonnement.
Maar let op: Verlaag je het bruto (belastbaar) loon, dan kan dat invloed hebben op zaken als pensioenopbouw, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en werkloosheidsuitkeringen. Deze zijn namelijk vaak gericht op de hoogte van het brutoloon.
‘SVW-loon’ staat voor ‘Sociale Verzekeringsloon’. Dit is het deel van het brutoloon waarover werknemerspremies voor sociale verzekeringen worden berekend. Het omvat verzekeringen zoals de WW (Werkloosheidswet), de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering), de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) en de ZW (Ziektewet).
Het SVW-loon kan verschillen van het brutoloon omdat sommige onderdelen van het loon (zoals een onkostenvergoeding) niet premieplichtig zijn. Het berekenen van het SVW loon is belangrijk omdat het de basis vormt voor de bijdrage aan het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel, die zowel medewerker als werkgever betalen.
Op een salarisstrook staan vaak aparte posten voor vakantiegeld en andere reserveringen. Het grootste verschil tussen beide zit hem in het doel van de reservering en de timing van uitbetaling:
Werkgeverslasten en alle andere onderdelen van de salarisstrook begrijpen maar ook goed kunnen uitleggen is belangrijk, zodat jij jouw medewerkers optimaal kunt helpen. Wil je meer weten over de loonstrook of specifieke onderdelen? Of misschien wil je hulp bij het geven van uitleg aan medewerkers? Bel of mail ons. We helpen je graag.
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
Nederland staat wereldwijd bekend om zijn gunstige ondernemersklimaat. Met een sterke economie, goed ontwikkelde infrastructuur en gunstige belastingregelingen trekt ons land veel ondernemers aan, nationaal én internationaal. Ook ondernemen in Nederland? Houd dan wel rekening met een aantal fiscale aspecten. Fiscalist Ricardo te Kaat licht er 5 voor je uit. Door Ricardo te Kaat, Fiscalist […]
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk