Skip to main content
7 juli 2014

Actualiteiten privégebruik auto van de zaak

In dit memorandum komt een aantal  actualiteiten inzake het privégebruik van de auto van de zaak aan de orde naar aanleiding van een aantal recente rechterlijke uitspraken.

Eerst gaan wij in op de vraag of er wel een auto van de zaak ter beschikking is gesteld aan de werknemer. Vervolgens komt de 500-kilometergrens aan de orde en ten slotte gaan wij in op het privé gebruik van de auto van de zaak bij een wachtdienst.

Ter beschikking gestelde auto

De fiscale bijtelling geldt alleen voor een auto die aan een werknemer ter beschikking is gesteld. Daaronder wordt verstaan het mogen gebruiken van een auto voor zakelijke en privé doeleinden (waaronder woon-werkverkeer), waarbij de kosten ten laste van de werkgever komen. De bewijslast rust hierbij op de belastingdienst, die dit aannemelijk moet maken.

Geen ter beschikking gestelde auto bij vervoer van hotelgasten op een eiland

Een BV exploiteert een hotel op een eiland. De BV heeft twee auto’s op naam staan. Deze worden gebruikt voor vervoer van hotelgasten van de veerpont naar het hotel, voor het verzorgen van tochten op het eiland, verhuur aan hotelgasten en vervoer van medewerkers die vergaderingen op het vaste land bezoeken. De BV bewaart de sleutels van de auto’s in een afsluitbaar kastje dat zich achter de ontvangstbalie van het hotel bevindt. Drie werknemers hebben toegang tot het sleutelkastje. Van het meenemen van de sleutels door de werknemers houdt de BV geen administratie bij. Ook houdt zij geen rittenadministraties bij.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat er geen sprake is van terbeschikkingstelling van de auto’s  omdat de werknemers uitsluitend als onderdeel van de dienstverlening van de hotelgasten of in opdracht van hun werkgever als bestuurder van de auto’s fungeren. Hierbij is van belang dat de personeelsleden ook zelf over een auto beschikken en dat gezien de specifieke geografische omstandigheden op het eiland ook nauwelijks sprake kan zijn van privégebruik. Bovendien mogen de werknemers de auto’s niet anders dan voor zakelijke doeleinden gebruiken, terwijl op de naleving van dat verbod op het eiland voldoende controle bestaat.

De 500-kilometergrens

Als een auto aan de werknemer ter beschikking is gesteld is in de wet de fictie opgenomen dat de auto ook geacht wordt voor privé gebruik ter beschikking te zijn gesteld. De werknemer moet zelf doen blijken dat geen bijtelling op zijn plaats is. De werknemer heeft de mogelijkheid aannemelijk te maken dat hij op jaarbasis maximaal 500 kilometer privé met de auto heeft gereden (de zogeheten 500-kilometergrens). Alsdan is de bijtelling vanwege privé gebruik nihil.

De 500 kilometergrens geldt per werknemer per jaar, deze geldt niet per auto.

Een werknemer heeft 11 maanden een auto van zijn werkgever ter beschikking gehad waarmee hij 100 kilometer privé heeft gereden. In de laatste maand van het jaar krijgt hij een andere auto ter beschikking waarmee hij meer dan 500 kilometer privé rijdt.

Hof Den Bosch volgt het standpunt van de inspecteur dat de werknemer voor beide auto’s naar tijdsgelang een bijtelling krijgt voor het privé gebruik. De 500-kilometergrens moet immers beoordeeld worden op jaarbasis. Nu de werknemer op jaarbasis meer dan 500 kilometer privé met de auto heeft gereden, moet de bijtelling over beide auto’s plaatsvinden.

NB: dit is anders als een werknemer slechts een deel van het jaar een auto ter beschikking heeft gehad of als er sprake is van een wisseling van werkgever.

Conclusie: de 500-kilometergrens dient op jaarbasis te worden beoordeeld.

Dit is ook van toepassing in het volgende geval. Een werknemer houdt een kilometeradministratie bij voor zijn auto van de zaak waardoor hij kan aantonen dat hij in een jaar niet meer dan 500 kilometer privé rijdt. Als hij in de loop van het jaar een volledig elektrische auto van de zaak ter beschikking krijgt (een auto met een bijtelling van 4%) en hij besluit hiermee meer dan 500 kilometer privé te gaan rijden omdat dit toch vrijwel geen bijtelling tot gevolg heeft, betekent dit ook dat hij een bijtelling gaat krijgen voor de eerdere auto van de zaak! Let hier in een voorkomend geval dus op.

De wachtdienstregeling

Als een werknemer voor een wacht- of oproepdienst een auto ter beschikking krijgt, mogen de kilometers onder de volgende voorwaarden als zakelijke kilometers worden aangemerkt:

– de werknemer heeft geen invloed op de keuze van de aangeschafte auto;
– de werknemer beschikt in privé over een auto die voor privé gebruik evenzeer of zelfs meer geschikt is dan de auto van de zaak;
– de werknemer is verplicht tijdens de wachtdienst binnen een redelijke afstand van zijn woonplaats te blijven;

– het aantal kilometers dat tijdens de wachtdienst wordt gereden en het aantal en de plaats van de werkzaamheden waarvoor de werknemer is opgeroepen worden bijgehouden

Als er sprake is van een reguliere avond- nacht of weekenddienst, dan is er geen tegemoetkoming!

De werknemer moet daarbij aannemelijk maken dat zich zo’n situatie voordoet. Dat dit niet altijd eenvoudig is blijkt uit de volgende uitspraak van de Hoge Raad van juni 2014.

Een werknemer is storingsmonteur. Hij moet voor zijn werkgever 24 uur per dag beschikbaar zijn voor dit werk. Van zijn werkgever heeft hij een bestelauto ter beschikking gekregen. Als hij buiten werktijd gebruik maakt van de auto, bijvoorbeeld tijdens een verjaardagsbezoek, waarbij geen sprake is van een oproep, is volgens het hof het privé karakter dusdanig overheersend dat deze kilometers niet als zakelijk kunnen worden aangemerkt. Dat bij een dergelijk verjaardagsbezoek de echtgenote de privé auto gebruikt zodat zij over eigen vervoer beschikt, maakt dit niet anders. Alleen als de werknemer bij een dergelijke rit wordt opgeroepen, kunnen de vanaf dat moment gereden kilometers als zakelijk worden aangemerkt.

Omdat de werknemer niet kan aantonen dat hij op jaarbasis minder dan 500 kilometer privé met de auto heeft gereden, krijgt hij een bijtelling voor het privé gebruik van de auto. Het is dus van groot belang de voorwaarden goed in acht te nemen en bij twijfel de casus met de belastingdienst af te stemmen.

 

Voor meer informatie of bij vragen kunt u contact opnemen met:

Stolwijk Kelderman accountants fiscalisten

drs. R.W.M. te Kaat
0314-369111
06 – 11274485
r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl

Terug

Nog niet uitgelezen?