Skip to main content
6 september 2022

Minimumloon per 1 januari 2023 met 2,5% extra omhoog

Per 1 januari 2023 stijgt het minimumloon met 2,5%. Naar verwachting gaat het minimumloon dan naar € 11,94 bruto per uur bij een 36-urige werkweek.

Het minimumloon gaat in 2023 in één keer met 10% omhoog. Dit meldt NOS.nl naar aanleiding van het gesloten begrotingsakkoord op 31 augustus 2022. Deze stijging is sneller en meer dan verwacht, want het zou in drie stappen van 2,5% gaan. Het minimumloon is gekoppeld aan uitkeringen als de bijstand en de AOW, dus ook die groepen gaan erop vooruit. Op Prinsjesdag op dinsdag 20 september wordt de Miljoenennota bekend gemaakt en zullen we officieel horen wat het kabinet in petto heeft.

Werken lonender

Het kabinet wil werken lonender maken en voert voor het eerst sinds de invoering in 1969 een extra verhoging door van het minimumloon.

In het coalitieakkoord staat dat het kabinet het minimumloon in stappen gaat verhogen met in totaal 7,5% per 2025. Daarmee komt het minimumloon (volgens de huidige verwachtingen) in 2025 uit op € 13,18 bruto per uur. Wegens de hoge inflatie heeft het kabinet besloten deze verhoging eerder in te zetten. Daarom stijgt het minimumloon volgend jaar (2023) al met 2,5% naar € 11,94 bruto per uur bij een 36-urige werkweek.

De bijzondere verhoging bedraagt:

  • 2,5% op 1 januari 2023,
  • 2,5% op 1 januari 2024 en
  • 2,32% op 1 januari 2025.

Doordat sprake is van een cumulatie-effect is de derde stap kleiner dan de twee stappen daarvoor.
De bijzondere verhoging staat los van de reguliere halfjaarlijkse indexatie van het minimumloon met de gemiddelde contractloonstijging.

Minimumuurloon o.b.v. 36-urige werkweek
Werknemers die het minimumloon verdienen en werken in een sector waar een werkweek van meer dan 36 uur de normale arbeidsduur is, zien hun uurloon daarnaast stijgen door de invoering van een wettelijk minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek. De invoering hiervan is beoogd per 1 januari 2024.

De introductie van het wettelijk minimumuurloon zorgt ervoor dat alle minimumloonverdieners per uur hetzelfde brutoloon ontvangen. Op dit moment kunnen minimumloonverdieners per uur nog een lager brutoloon ontvangen, als zij een werkweek van bijvoorbeeld 38 of 40 uur hebben.

Loongerelateerde uitkeringen ook omhoog
Naast een doorwerking op sociale minimumuitkeringen en de AOW, worden ook loongerelateerde uitkeringen verhoogd. Dat zijn uitkeringen die voortkomen uit een dienstbetrekking, zoals uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid, ziekte of werkloosheid. Hetzelfde geldt voor verlofregelingen bij zwangerschap, bevalling of ouderschap.

Geen directe doorwerking op grenzen arbeidskorting
Alleen de directe doorwerking op de grenzen in de arbeidskorting wordt voorkomen. Dat is nodig om te voorkomen dat het voordeel van de minimumloonsverhoging voor werknemers die in deeltijd het minimumloon verdienen wordt afgeroomd via een lagere arbeidskorting. Dit wordt geregeld in het Belastingplan 2023.

Verhoging tweede en derde stap per 2024 en 2025

Bij de tweede en derde stap per 1 januari 2024 en 1 januari 2025 kiest het kabinet voor een gerichte verhoging van het minimumloon.

De gerichte verhoging in de tweede en derde stap vergt een wetswijziging. Daarom verwacht het kabinet dat voor de invoering van deze gerichte verhoging 1 januari 2024 de vroegst haalbare datum is.

Loongerelateerde uitkeringen stijgen niet mee
Het belangrijkste verschil met de verhoging in de eerste stap is dat loongerelateerde regelingen niet meestijgen. Loongerelateerde uitkeringen die onder het nieuwe sociaal minimum uitkomen,
worden wel verhoogd via de Toeslagenwet. Uitzondering hierop zijn het geboorteverlof en ouderschapsverlof voor werknemers, waarbij het voor het UWV niet uitvoerbaar is om een aanvulling vanuit de Toeslagenwet te geven, omdat de deeltijdfactor en arbeidsduur van de betrokkene niet goed vast te stellen is.

Stijgende loonkosten

De totale loonkosten voor werkgevers stijgen door de minimumloonsverhoging in 2023 naar verwachting met circa € 0,7 miljard in 2023. Dat is ruim € 0,4 miljard aan hogere brutolonen voor werknemers en € 0,3 miljard aan hogere werkgeverspremies.

Het totale structurele effect van de minimumloonsverhoging met in totaal 7,5% (exclusief gevolgen van de mogelijke invoering van het wettelijk minimumuurloon per 1 januari 2024)
bedraagt naar verwachting circa € 1,9 miljard aan loonkosten. Dit komt neer op een kleine € 1,3 miljard hogere bruto lonen en € 0,6 miljard hogere werkgeverspremies. Dat kan leiden tot lagere winstmarges voor werkgevers, of tot hogere prijzen, indien werkgevers deze hogere loonkosten afwentelen op consumenten.

Het aandeel minimumloonverdieners in de sectoren verhuur en overige zakelijke diensten, horeca en cultuur, sport en recreatie is relatief hoog. Hierdoor is het directe effect op de loonsom van de minimumloonverdieners in deze sectoren naar verwachting relatief sterk.

 

Bron: Salaris Vanmorgen

Terug

Nog niet uitgelezen?