Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Gebruikelijk loon in 2024 – Zo zit het
Voor wie geldt de gebruikelijkloonregeling? Hoe bepaal je de hoogte van het gebruikelijk loon? In welke gevallen mag je het gebruikelijk loon lager vaststellen dan € 56.000? Antwoorden op de belangrijkste vragen.
De gebruikelijkloonregeling geldt voor een persoon die werkt voor een vennootschap of een coöperatie waarin hij of zijn fiscale partner een aanmerkelijk belang heeft.
Je bent aandeelhouder met een aanmerkelijk belang als je (eventueel met je fiscale partner):
De fiscale partner van de aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) is:
Als de laatste situatie van toepassing is, moeten de ab-houder en zijn partner ook voldoen aan één van de volgende voorwaarden:
Voldoen de ab-houder en zijn partner slechts een deel van het jaar aan de voorwaarden? Dan kunnen zij kiezen om het hele jaar fiscale partners te zijn. Staan zij het hele jaar samen in de Basisregistratie Personen ingeschreven? Dan kunnen zij niet kiezen: zij zijn dan het hele jaar fiscale partners.
Hoogte van het gebruikelijk loon
Een ab-houder moet een loon ontvangen dat gebruikelijk is voor de werkzaamheden die hij verricht. De gebruikelijkloonregeling bepaalt hoe hoog het gebruikelijk loon van de ab-houder minimaal moet zijn.
Een ab-houder moet een loon in aanmerking nemen dat het hoogste is van de volgende bedragen:
In de volgende gevallen mag je het loon op een lager bedrag vaststellen:
Een werknemer met de meest vergelijkbare dienstbetrekking hoeft niet precies hetzelfde werk te doen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om het loon van een orthodontist vast te stellen op basis van het loon van een tandarts.
Het loon van de meestverdienende werknemer is € 60.000. Je maakt aannemelijk dat een andere dienstbetrekking meer vergelijkbaar is met de dienstbetrekking van de ab-houder. Het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking is € 40.000. Je stelt het loon vast op € 40.000.
Het loon van de meestverdienende werknemer is € 90.000. Je maakt aannemelijk dat een andere dienstbetrekking meer vergelijkbaar is met de dienstbetrekking van de ab-houder. Het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is € 70.000. De ab-houder kan zijn gebruikelijk loon voor 2024 vaststellen op € 70.000. Tot en met 2022 mocht hij zijn gebruikelijk loon vaststellen op € 52.500 (75% van € 70.000).
Als een ab-houder in deeltijd werkt of als hij niet het hele jaar gewerkt heeft, mag je hier rekening mee houden bij het vaststellen van het loon. Je moet het deeltijd-werken dan wel aannemelijk kunnen maken.
Een ab-houder werkt 40% voor zijn bv. Het gebruikelijk loon voor een fulltime functie bedraagt € 50.000. Je mag het gebruikelijk loon vaststellen op € 20.000.
Leidt de onderneming zoveel verlies dat de continuïteit van de onderneming in gevaar is? Dan mag je het loon lager vaststellen dan het gebruikelijk loon.
In de volgende situaties mag je het loon niet lager vaststellen:
De Belastingdienst is van het standpunt afgestapt dat het gebruikelijk loon nooit lager kan zijn dan het wettelijk minimumloon. Er kunnen zakelijke gronden zijn om uit te gaan van een lager loon dan het wettelijk minimumloon, bijvoorbeeld bij een structurele verliessituatie waarbij de continuïteit van de onderneming in gevaar komt. Dit geldt ook voor start-ups en startende ondernemingen.
Je mag uitgaan van een lager loon als de bv het gebruikelijk loon door het opstarten van de onderneming niet kan betalen, bijvoorbeeld omdat de bv veel heeft geïnvesteerd of een lage cashflow heeft. Als uitgangspunt geldt dat het gebruikelijk loon niet lager is dan het wettelijk minimumloon dat past bij het aantal uren dat de ab-houder werkt.
Je mag dit maximaal 3 jaar doen vanaf het moment dat de vennootschap of coöperatie inhoudingsplichtig wordt. Je kort de periode van 3 jaar in als de onderneming als eenmanszaak begint en pas later wordt ingebracht in een bv of coöperatie. De periode waarin de onderneming op naam of voor rekening van de ab-houder of een ander werd gedreven, moet je dan aftrekken van de 3 jaar.
Voor ab-houders die werken voor innovatieve start-ups gold tot en met 2022 een versoepeld regime. Voor een periode van maximaal 3 jaar mochten zij het wettelijk minimumloon nemen als gebruikelijk loon. Of, als dat lager is door bijvoorbeeld deeltijd, het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Dit laatste moest je aannemelijk maken. Deze regeling is met ingang van 1 januari 2023 vervallen.
Als je als ab-houder voor het eerst in het jaar 2021 of 2022 gebruikmaakte van deze regeling, mag je dat voor de maximale duur van 3 jaar blijven doen. Dit mits je voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in paragraaf 18.1 van het Handboek Loonheffingen.
Let op! Een (tijdelijke) verlaging van het gebruikelijk loon heeft gevolgen voor de pensioenopbouw. Een dga bouwt namelijk alleen pensioen op over het loon dat hij daadwerkelijk genoten heeft.
Ontvangt een ab-houder naast loon andere inkomsten zoals pensioen, lijfrente of een WIA-uitkering? Hiermee houd je geen rekening bij het vaststellen van het gebruikelijk loon. Ook niet als je als werknemer deze uitkeringen uit de bv ontvangt.
Is een ab-houder in dienst bij een management-bv en werkt hij vanuit deze bv voor andere concernonderdelen? Dan mag je het gebruikelijk loon bepalen op basis van alle werkzaamheden die de ab-houder voor het concern verricht. Je hoeft het loon niet per vennootschap vast te stellen.
Krijgt een ab-houder geen loon voor zijn werkzaamheden en is een loon dat gebruikelijk is voor zijn werkzaamheden niet hoger dan € 5.000? Dan hoef je hierover geen loonheffingen in te houden. De grens van € 5.000 toets je niet per bv maar geldt voor alle werkzaamheden van de ab-houder.
Het begrip loon voor de gebruikelijkloonregeling is het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen (kolom 14 van de loonstaat). Dit is dus inclusief loon in natura, zoals de bijtelling voor privégebruik auto, en na toepassing van de wettelijke vrijstellingen, zoals de vrijstelling van pensioenpremie.
Onder loon vallen ook loonbestanddelen die zijn aangewezen als eindheffingsloon en onder de werkkostenregeling vallen. Deze loonbestanddelen moeten dan individualiseerbaar zijn. Een bonus die onder de vrije ruimte valt en een reiskostenvergoeding die onder de gerichte vrijstellingen valt, tellen bijvoorbeeld ook mee voor het gebruikelijk loon.
Ontvangt een ab-houder een lager loon dan gebruikelijk voor zijn werk? Het verschil tussen het loon dat de ab-houder ontvangen heeft en wat gebruikelijk is, is fictief loon. Over het fictief loon bereken je loonheffingen. De werknemer is dus loonheffingen verschuldigd over loon dat hij niet ontvangen heeft.
Als een ab-houder helemaal geen loon ontvangt, moet je het gehele gebruikelijke loon als fictief loon behandelen.
Je geeft het fictief loon uiterlijk aan in de laatste aangifte van het kalenderjaar.
Wil je zekerheid over de hoogte van het gebruikelijk loon? Dien dan een verzoek om vooroverleg in bij de Belastingdienst. In de vooroverlegchecklist van de Belasting vind je welke gegevens je bij een verzoek moet indienen. Je kunt je vooroverlegverzoek vervolgens indienen met het formulier ‘Verzoek vooroverleg’.
Bron: Forum Salaris, Accountancy Vanmorgen
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk