Skip to main content
5 augustus 2015

Eigen woning en echtscheidingsconvenant, bepaald geen sinecure

Je nieuwe relatie is top en tijdens een weekend Las Vegas stap je met net een borreltje te veel op de trouwkapel in. Na een “Yes I do” en “You may kiss the bride” lopen jullie als newlyweds de deur weer uit. Terug in Nederland is het tijd voor de volgende stap. De markt is gunstig en de hypotheekrente laag, de gang naar een koophuis is snel gemaakt. Niet heel veel later is de roze wolk verdwenen en vinden jij en je nieuwe lief elkaar toch niet zo leuk dan gedacht. Vervelend, maar we gaan dit als volwassen mensen regelen. Op naar die hippe mediator op de hoek die alles, zoals hij zelf aangeeft, wel eens piekfijn zal regelen. Een illusie armer, maar een mooi convenant rijker gaat ieder zijn eigen weg. Gelukkig hebben we alles goed geregeld! Toch?

Ik geef toe, de meeste relaties verlopen niet zo stormachtig als dit voorbeeld. Dat neemt niet weg dat ruim een derde van de Nederlandse huwelijken eindigt in een echtscheiding. Steeds meer van deze stellen, maar ook de niet gehuwd samenwoners, nemen de moeite om de afspraken daarover door een deskundige te laten vastleggen in een convenant. Een verstandige beslissing! Het kopje over de echtelijke woning verdient bij dit convenant echter wel een stukje extra aandacht. De in de basis zo eenvoudige eigenwoningregeling wordt bij scheiden namelijk een stuk ingewikkelder. Zo ingewikkeld, dat menig adviseur door de bomen het bos niet meer ziet. Hierna een tweetal praktijkvoorbeelden waaruit dit blijkt.

Voorbeeld 1

Walter en Skyler gaan scheiden. Ze bezitten samen een huis dat verkocht gaat worden. Skyler is al vertrokken en huurt een leuk huis bij haar ouders om de hoek, handig met de kinderen. Haar budget laat het niet toe om aan de hypotheek mee te blijven betalen, dus gaat Walter die helemaal betalen. De bedoeling is dat Walter de woning over gaat nemen, maar het financieren is lastig. Misschien lukt het over een tijdje, na de door zijn werkgever beloofde promotie, wel. De mediator neemt de volgende passage op in het convenant:

“De man is aan de vrouw geen vergoeding voor het recht van bewoning verschuldigd. De hypotheeklasten zijn met ingang van 1 september 2015 voor rekening van de man.”

De bedoeling van Walter en Skyler is duidelijk, namelijk Walter gaat alles betalen. Gaat dit goed met deze bepaling? Ja. Gaat het fiscaal ook goed? Nee! Belangrijk is dat Walter ook het aandeel van Skyler (50%) in de hypotheekrente gaat betalen. Deze betaling is in dit geval alleen fiscaal aftrekbaar wanneer dit wordt betaald onder de noemer van alimentatie. De bepaling in het convenant zegt hier niets over. Gevolg: de helft van de hypotheekrente is in de huidige situatie niet aftrekbaar.

Voorbeeld 2

Nagenoeg dezelfde casus, maar ditmaal met Michael en Sara. Sara heeft een nieuwe liefde gevonden en is bij hem ingetrokken. De woning staat te koop, maar Michael hoopt eigenlijk dat het weer goed komt. Sara is zijn grote liefde en ze heeft wel vaker impulsief gehandeld. Daarom blijft Michael in het huis wonen en betaalt hij alle lasten. De mediator neemt de volgende passage op in het convenant:

“Zolang de voormalige echtelijke woning niet is verkocht, zullen partijen in hun aangifte zoveel mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden van de fiscale regelgeving van artikel 3.111, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. Partijen zijn zich bewust van het feit dat een in dat kader aan te geven ontvangen periodieke uitkering/verstrekking bij de ontvanger meetelt voor de grondslag van de premie  zorgverzekeringswet.”

Deze mediator is zich er bewust van dat Michael alleen de volledige renteaftrek kan krijgen door de rente van Sara op te nemen als een periodieke uitkering (alimentatie). De opgenomen bepaling is echter veel te vaag en dekt niet de lading. Gevolg: ook hier is de helft van de hypotheekrente niet aftrekbaar.

Slot

Een onjuist convenant is vervelend, zeker wanneer een adviseur in de arm wordt genomen om alles goed te regelen. Heeft de fout geen directe gevolgen, dan heeft niemand daar erg in. Een vaak gehoorde opmerking is dan ook: “Het klopt hoor, ik doe dit al jaren zo”. Steeds vaker vraagt de Belastingdienst om meer informatie in het jaar van scheiden. Ook zij beseffen zich – zo lijkt het – dat het vaak niet goed gaat. Vervelend aan dit soort situaties is dat de inspecteur pas jaren na de scheiding om de hoek komt kijken. Een controle over de belastingaangifte 2012 kan prima pas in het jaar 2015 worden uitgevoerd. De correcties lopen vaak in de vele duizenden euro’s per jaar.

Helaas wordt de (echtscheidings)fiscalist vaak pas in deze fase ingeschakeld. Soms lukt het dan nog om iets te repareren, maar meestal is het leed dan al geschied. Beter is dan ook om nog tijdens het opstellen van het convenant een (echtscheidings)fiscalist mee te laten kijken. Heeft de adviseur onvoldoende fiscale kennis, dan is dit in de eerste plaats zijn verantwoordelijkheid. Dat neemt niet weg dat hier ook een rol voor de scheiders zelf is weggelegd. Voor de Belastingdienst is het namelijk heel simpel: u bent en blijft zelf verantwoordelijk voor de juistheid van uw aangifte. Hypotheekrente opvoeren die volgens de adviseur aftrekbaar zou zijn, maar in werkelijkheid niet, is dan ook niet mogelijk. Leuker kunnen we het niet maken en in dit geval helaas ook niet makkelijker.

Voor vragen of meer informatie neem contact op met mr. R.B. (Rob) Welling, (echtscheidings)fiscalist op 0316-369111 / 06-41859750 of r.welling@stolwijkkelderman.nl

Terug

Nog niet uitgelezen?