Skip to main content
25 april 2022

De nieuwe box 3-heffing: eerlijker, maar niet perse makkelijker

2025, dat is het jaar dat het kabinet van plan is om belasting te gaan heffen over het werkelijk box 3-rendement. Dan spreken we niet meer van een ‘vermogensbelasting’, maar van een ‘vermogensaanwasbelasting’. 15 april heeft het parlement een kamerbrief ontvangen over hoe dit nieuwe systeem er uit moet gaan zien.

Het huidige systeem

Het huidige systeem van vermogensrendementsheffing lijkt complex, maar is relatief eenvoudig in de uitvoering. Momenteel hanteert de fiscus een aantal ficties (ook wel forfaitaire rendementen genoemd): de Belastingdienst verondersteld op basis van je box 3-vermogen een fictief rendement en dus niet je werkelijke rendement.

De Belastingdienst gaat er vanuit dat het hogere box 3-vermogen (vanaf € 50.651) gebruikt wordt voor beleggingen. Echter kan er niet zo maar aangenomen worden dat wanneer er sprake is van een bepaald box 3-vermogen er ook hoge rendementen van 4%-5% worden behaald. Het kan namelijk ook zijn dat de belastingplichtige alleen spaartegoeden aanhoudt en dus rendementen behaalt die veel lager zijn. Zo vond ook de Hoge Raad: deze huidige regeling is in strijd met het Europees Recht.

Tabel 1. Berekening forfaitair rendement box 3 (2022)

Schijf
Grondslag sparen en beleggen (boven de vrijstelling)
Percentage rendementsklasse I
-0,01%
Percentage rendementsklasse II
5,53%
Percentage gemiddeld rendement
1
tot € 50.651
67%
33%
1,818%
2
vanaf € 50.651 tot € 962.351
21%
79%
4,366%
3
vanaf € 962.351
0%
100%
5,53%

En nu?

Voor de jaren 2017-2022 wordt rechtsherstel geboden. Maar op welke wijze?

Er zijn twee uiterste varianten voor rechtsherstel: 1) alle opbrengsten uit box 3 over de afgelopen jaren terugbetalen of 2) de werkelijke rendementen opvragen bij de belastingplichtigen. Beide varianten vallen echter direct af. De eerste variant valt budgettair af (€ 26,5 miljard). De tweede variant valt af op uitvoerbaarheid. De enige acceptabele wijze van rechtsherstel die ook uitvoerbaar is, gaat uit van de werkelijke vermogensmix. De werkelijke vermogensmix moet een nieuwe en verbeterde forfaitaire berekening hebben. Vooralsnog zijn 2 varianten uitgewerkt voor een nieuwe forfaitaire berekening.

1. De forfaitaire spaarvariant

Er wordt gewerkt met drie forfaits voor spaargeld, schulden en overige bezittingen. Voor spaargeld wordt uitgegaan van een actuele spaarrente. Deze komt uit op 0,25% in 2017 aflopend naar ongeveer 0% in de jaren erna. Voor schulden wordt aangesloten bij de hypotheekrente: van ruim 3% aflopend naar iets minder dan 2,5%. Voor de overige bezittingen wordt, net als in het huidige box 3-stelsel, uitgegaan van het meerjarige gemiddelde rendement voor beleggingen.

2. De forfaitaire variant voor alle vermogenscategorieën

Bij deze variant worden voor alle rubrieken uit de belastingaangifte (spaargeld, onroerende zaken, effecten (aandelen en obligaties), contant geld, vorderingen etc.) de forfaits aangepast aan de gemiddelde
rendementen voor deze vermogenscategorieën in het betreffende belastingjaar, zodat het forfaitaire rendement (gemiddeld) zo goed mogelijk aansluit bij het werkelijke rendement in de betreffende jaren.

Let op Rechtsherstel wordt geboden aan degenen die nadeel hebben gehad van de wetgeving. Als het niet nadelig is dan blijft de huidige wetgeving met fictieve rendementen van kracht.

En vanaf 2023?

In feite komt het er op neer dat de nieuwe forfaits, zoals hierboven beschreven, bij rechtsherstel omgezet wordt in (spoed)wetgeving. 

Let op Door deze nieuwe spoedwetgeving voor 2023 en 2024 kan het zo zijn dat de belastingplichtige meer box 3-heffing gaat betalen dan in het huidige box 3-stelsel het geval zou zijn geweest.

Wie heeft recht op rechtsherstel?

Circa 60.000 mensen hebben bezwaar gemaakt tegen de box 3-heffing over de belastingjaren 2017-2020 en komen in aanmerking voor rechtsherstel. Dat kan een reden zijn om alle belastingplichtigen rechtsherstel te bieden. Over de doelgroep voor rechtsherstel moet nog een besluit worden genomen. Mochten aanslagen nog niet onherroepelijk vast staan dan kan nog aanspraak gemaakt worden op rechtsherstel. Voor de jaren 2021 en 2022 komen dus alle belastingplichtigen in aanmerking voor rechtsherstel.

Vanaf 2025

Om aan te sluiten bij het werkelijke rendement stelt het kabinet voor om in het box 3-stelsel te werken met ‘vermogensaanwasbelasting’. Jaarlijks wordt dan belasting in box 3 geheven over de ontvangen renten, huur, dividend en dergelijken. Maar ook de waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen. Zo zal een aandelenportefeuille ieder jaar belast worden voor de waardeontwikkeling en niet pas in het jaar waarin de aandelen worden verkocht. Dit is een wijze waarmee uitstel van belastingheffing wordt voorkomen, maar dit kan wel leiden tot liquiditeitsproblemen. Als een pand of aandelenpakket significant stijgt in waarde maar niet verkocht wordt, dient toch box 3-belasting betaald te worden.

In een box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement is het ook mogelijk dat in een bepaald jaar een negatief rendement wordt behaald. Dit betekend dat het binnen box 3 mogelijk zal worden om verliezen te verrekenen.

Eerlijker, maar niet perse makkelijker

Een systeem op basis van werkelijk rendement is natuurlijk heel fair. Echter is het maar de vraag of dit het voor de belastingplichtige ook makkelijker maakt. Bij een aandelenportefeuille moet bijvoorbeeld goed geadministreerd worden hoeveel er in een jaar gestort dan wel onttrokken is om de daadwerkelijke rendementen c.q. vermogensaanwas te berekenen. Bij onroerende zaken in box 3 (denk hierbij aan niet-eigen woningen) mogen de kosten op de rendementen in mindering worden gebracht. De vraag is echter welke kosten hier onder zullen vallen. Het lijkt logisch dat onderhoudskosten hierin mee mogen worden genomen, maar hoe gaan we om met de gemeentelijke belastingen?

Lopende processen belasting jaren 2021 en 2022

Belastingplichtigen kunnen zoals zij gewend zijn vanaf 1 maart aangifte inkomstenbelasting 2021 doen. De juiste hoogte van de bezittingen en schulden in box 3 dienen daarbij opgegeven te worden. De Belastingdienst heeft de uitspraak van de Hoge Raad nog niet kunnen verwerken in de aangiftesystemen. Hierdoor kan het zo zijn dat de verschuldigde belasting over het box 3-vermogen onjuist is. Bij de definitieve aanslag zal wél rekening worden gehouden met de verbeterde forfaitaire rendementen.

Momenteel worden er door de Belastingdienst geen definitieve aanslagen inkomstenbelasting opgelegd waarin een box 3-heffing opgenomen is. Daarnaast geldt er een invorderingspauze voor voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2022 met inkomen uit box 3. De Belastingdienst biedt iedereen met een te betalen aanslag inkomstenbelasting 2022 een tijdelijke invorderingspauze voor de 1e betaaltermijn. Dat betekent dat de Belastingdienst geen betalingsherinnering en aanmaningen verstuurd. Tijdens de invorderingspauze wordt bekeken of er daadwerkelijk sprake is van een box 3-inkomen. Als je geen inkomen uit box 3 hebt, wordt de invorderingspauze beëindigd. Je krijgt dan een brief over de te betalen termijnen. Heb je wel inkomen uit box 3, dan blijft de invorderingspauze gelden. Je ontvangt dan een brief met informatie over deze invorderingspauze en hoe wordt omgegaan met de invorderingsrente.

Meer informatie

De impact van de wijzigingen in het box 3-stelsel is groot. Wil je hier meer over weten, kijk dan op de pagina van onze Box 3-Helpdesk, daar vind je alle berichtgeving omtrent dit onderwerp. Je kunt onze specialisten ook telefonisch of per mail bereiken voor al je box 3-gerelateerde vragen.

Terug

Nog niet uitgelezen?