Verandering biedt kansen
Home / Blogs / false
Dit blog is geschreven door:
mr Han Schut
0314 – 369 111
06 – 13 09 6076
h.schut@stolwijkkelderman.nl
Grote aantallen in Nederland wonende werknemers werken kortere of langere tijd in Duitsland. In deze bijdrage besteed ik aandacht aan de Duitse belasting- en premieheffing bij die werknemer. Ook komen de loonkosten voor de werkgever aan de orde.
Aan de hand van het belastingverdrag Nederland-Duitsland dienen werkgever en werknemer te bepalen in welk land (woonland Nederland of werkland Duitsland) de werknemer loon- en inkomstenbelasting dient te betalen over het in Duitsland verdiende inkomen.
Uitgangspunt in het verdrag is dat dit inkomen in Duitsland als werkland belastbaar is. Dit is anders als de werknemer aan elk van de volgende voorwaarden voldoet:
Voldoet de werknemer aan elk van deze voorwaarden dan is de beloning voor zijn werkzaamheden belastbaar in Nederland.
Overigens kan er sneller dan verwacht sprake zijn van een vaste inrichting in Duitsland, bijvoorbeeld omdat de (Nederlandse) werkgever een bouwproject in Duitsland uitvoert met een looptijd van meer dan twaalf maanden of wanneer de werkgever in Duitsland een zogenoemde ‘vaste vertegenwoordiger’ heeft.
Ik ga er in het vervolg van deze bijdrage van uit dat het loon van de werknemer voor zijn werkzaamheden in Duitsland daar belastbaar is.
De werknemer woont in Nederland en werkt in Duitsland. Aan de hand van de tekst van EU-verordening 883/2004 dient te worden bepaald in welk land (woonland danwel werkland) de werknemer onderworpen is aan de sociale verzekeringen. Uitgangspunt is dat de werknemer uitsluitend sociaal verzekerd is in zijn werkland. Als een in Nederland wonende werknemer volledig in Duitsland werkt, is die werknemer alleen daar onderworpen aan de sociale verzekeringen. Werkt de in Nederland wonende werknemer voor een deel van de werktijd in Nederland en voor het overige deel van de werktijd in Duitsland dan is de werknemer in Nederland onderworpen aan de sociale verzekeringen als deze gewoonlijk meer dan 25% in Nederland werkt. In deze bijdrage ga ik er van uit dat de werknemer uitsluitend in Duitsland werkt en daar sociaal verzekerd is.
In Duitsland betaalt een werknemer net als in Nederland loonbelasting. De werkgever houdt de loonbelasting in op het brutoloon van de werknemer. De hoogte van de in te houden Duitse loonbelasting is afhankelijk van de toepasselijke Lohnsteuerklasse. De persoonlijke situatie van de werknemer is bepalend voor de indeling in de Lohnsteuerklasse. Elke Steuerklasse geeft recht op voor die klasse geldende belastingvrije bedragen en aftrekposten. Hieronder volgt een overzicht van de zes Duitse Lohnsteuerklassen.
Lohnsteuerklasse 1
Lohnsteuerklasse 1 is van toepassing op in Duitsland wonende binnenlandse (‘unbeschränkt’) belastingplichtigen die ongehuwd, weduwe, weduwnaar of gescheiden zijn. Ook buitenlandse (Nederlandse) werknemers die in Duitsland beperkt belastingplichtig zijn worden ingedeeld in Lohnsteuerklasse 1.
Lohnsteuerklasse 2
Lohnsteuerklasse 2 geldt voor in Duitsland binnenlands belastingplichtige alleenstaande ouders. De alleenstaande ouder moet samenwonen met ten minste één minderjarig kind. Daarnaast moet de alleenstaande ouder kinderbijslag (‘Kindergeld’) ontvangen.
Lohnsteuerklasse 3
Deze Lohnsteuerklasse geldt voor werknemers die gehuwd zijn en waarbij beide partners binnenlands belastingplichtig zijn, niet duurzaam gescheiden leven en waarbij één van beide partners geen inkomen uit arbeid geniet.
Ook gehuwde werknemers waarvan de partner wordt ingedeeld in Lohnsteuerklasse 5 hebben recht op indeling in Lohnsteuerklasse 3. Verder geldt deze Lohnsteuerklasse voor de werknemer die weduwe of weduwnaar is. Voorwaarde is dat de werknemer en zijn of haar partner voor het overlijden beiden binnenlands belastingplichtig waren en niet permanent gescheiden van elkaar leefden. De indeling in Lohnsteuerklasse 3 geldt in deze situatie alleen tot en met het jaar volgend op het jaar dat de partner is overleden.
Tot slot kan de werknemer die in dat kalenderjaar gescheiden is, ook in aanmerking komen voor indeling in Steuerklasse 3.
Lohnsteuerklasse 4
Deze Lohnsteuerklasse geldt voor werknemers die gehuwd zijn waarbij beide partners binnenlands belastingplichtig zijn, niet permanent gescheiden leven en de partner van de werknemer eveneens inkomen uit arbeid ontvangt. Indeling in Lohnsteuerklasse 4 is gangbaar indien beide huwelijkspartners een ongeveer gelijk loon ontvangen.
Lohnsteuerklasse 5
Deze klasse geldt voor de gehuwde belastingplichtige die inkomen geniet waarbij de meestverdienende partner op verzoek in Lohnsteuerklasse 3 ingedeeld is. Deze keuze is voordelig als er een groot inkomensverschil bestaat tussen beide partners. De partner met het hoogste inkomen kiest dan voor indeling in Lohnsteuerklasse 3 en de partner met het laagste inkomen kiest voor indeling in Lohnsteuerklasse 5. Door het hoge belastingvrije bedrag van € 18.000 in Steuerklasse 3 leidt dit tot een groter belastingvoordeel.
Lohnsteuerklasse 6
Deze Lohnsteuerklasse geldt voor de werknemer die meerdere dienstbetrekkingen heeft of wanneer de werkgever niet over alle benodigde gegevens van de werknemer beschikt.
De Steuerklassen 1 tot en met 5 geven in 2018 recht op de volgende belastingvrije bedragen en aftrekposten. Steuerklasse 6 kent geen belastingvrij bedrag en aftrekposten.
Buitenlandse werknemers die in Duitsland werken, zijn daar in beginsel beperkt belastingplichtig. Zij worden daarom in de basis ingedeeld in Lohnsteuerklasse 1. Buitenlandse werknemers die inwoner zijn van een EU-land (bijvoorbeeld Nederland) worden echter op verzoek gelijkgesteld met een onbeperkt belastingplichtige inwoner van Duitsland als zij hun inkomen (vrijwel) uitsluitend in Duitsland verdienen. Hiervan is sprake als:
Als de buitenlandse werknemer aan deze voorwaarden voldoet, kan deze ingedeeld worden in de Lohnsteuerklassen 2-5 en onder voorwaarden gebruik maken van ruimere belastingvrijstellingen. Voldoet de buiten Duitsland wonende werknemer niet aan de voorwaarden dan blijft deze ingedeeld in Lohnsteuerklasse 1.
In geval van indeling in Lohnsteuerklasse 1 danwel 6 is de loonbelasting voor de buitenlandse werknemer tevens eindheffing. Het doen van een Duitse aangifte inkomstenbelasting is voor deze werknemer wel mogelijk maar niet verplicht. Is de buitenlandse werknemer ingedeeld in Lohnsteuerklasse 2, 3, 4 of 5 dan is deze verplicht in Duitsland een aangifte inkomstenbelasting in te dienen.
De werkgever houdt Solidaritätszuschlag in op het loon van de werknemer. Dit is een belasting die de werknemer maandelijks dient te betalen uit zijn brutoloon. De toeslag stamt uit het begin van de jaren ’90 van de vorige eeuw en houdt verband met het samengaan met de voormalige DDR. De Solidaritätszuschlag bedraagt 5,5% van de door de werknemer te betalen Duitse loonbelasting.
Duitsland kent een zogenoemde Kirchensteuer (kerkbelasting) voor werknemers die aangesloten zijn bij een Duits kerkgenootschap. Dit is een belasting die religieuze gemeenschappen opleggen aan hun leden om er gemeenschapsuitgaven mee te financieren. Het kerkbelastingtarief bedraagt momenteel 8% in de Duitse deelstaten Beieren en Baden-Württemberg en 9% in de andere Duitse deelstaten. De belastinggrondslag voor de kerkbelasting is de bij de werknemer ingehouden loonbelasting. Nederlandse werknemers die in Duitsland werken, krijgen niet te maken met de Kirchensteuer als zij niet aangesloten zijn bij een Duits kerkgenootschap.
Nederland kent diverse volksverzekeringen (inwonersverzekeringen) die betrekking hebben op ouderdom (Algemene Ouderdomswet/AOW), overlijden (Algemene nabestaandenwet/Anw) en langdurige zorg (Wet langdurige zorg/Wlz).
Duitsland kent niet zo’n systeem van volksverzekeringen maar kent een stelsel van werknemersverzekeringen waarvoor de werkgever de premies inhoudt. De werknemersverzekeringen staan in Duitsland los van het fiscale systeem. De door de werknemer zelf betaalde premies zijn niet fiscaal aftrekbaar. Wie werkt heeft in Duitsland recht op een ouderdomspensioen (Altersrente) maar Duitsland kent geen basis-pensioenverzekering als onze Nederlandse AOW.
Hieronder volgt een overzicht van de Duitse werknemersverzekeringen.
Voor werknemers geldt in Duitsland een verplichte ziektekostenverzekering (Krankenversicherung). De inkomensgrens hiervoor bedraagt in 2018 € 59.400. De premie voor deze verzekering betalen de werkgever en de werknemer elk voor 50%. De totale premie bedraagt 14,6%, werkgever en werknemer betalen dus elk maximaal 7,3% premie. De premie is verschuldigd over een maximaal jaarlijks inkomen (‘Beitragsbemessungsgrenz) van € 53.100 (€ 4.425 per maand, bedragen 2018). Daarnaast betaalt de werknemer een aanvullende eigen bijdrage Krankenversicherung van gemiddeld 1,1% van het loon.
De Pflegeversicherung voor bijzondere ziektekosten is vergelijkbaar met de Nederlandse AWBZ. Ook voor deze verzekering bedraagt de Beitragsbemessungsgrenz € 53.100. De premie voor deze verzekering bedraagt 2,55% waarvan werkgever en werknemer eveneens elk de helft betalen. Daarnaast betaalt de verzekerde werknemer zonder kinderen een toeslag van 0,25%.
Duitsland kent een wettelijke werkloosheidsverzekering. De totale premie voor deze verzekering bedraagt 3% in 2018 waarvan de werkgever en de werknemer elk de helft betalen. De premie is verschuldigd tot een jaarloon van € 78.000 (€ 6.500 per maand) in 2018. Voor werknemers die in de voormalige DDR wonen, bedraagt het maximale jaarloon waarover de premie verschuldigd is € 69.600 (€ 5.800 per maand).
Er bestaat in Duitsland een verplichte pensioenverzekering voor werknemers. De premie bedraagt 18,6% waarvan opnieuw de helft voor rekening komt van de werkgever en de andere helft voor rekening van de werknemer. De inkomensgrenzen waarover premie verschuldigd is zijn gelijk aan die voor de Arbeitslosenversichering namelijk € 78.000 per jaar (€ 6.500 per maand) respectievelijk € 69.600 per jaar (€ 5.800 per maand) voor werknemers in de voormalige DDR.
Hierboven ging ik in op de Duitse belasting- en premieheffing. De loonstrook van een werknemer zonder kinderen in Lohnsteuerklasse 1 respectievelijk Lohnsteuerklasse 3 ziet er als volgt uit indien wij uitgaan van een bruto maandloon van € 4.000. De werknemer werkt in Nordrhein-Westfalen. De verschuldigde Kirchensteuer bedraagt daar 9% van de door de werknemer te betalen loonbelasting:
Nemen wij de in onderdeel 7 bedoelde werknemer tot uitgangspunt dan bedragen de loonkosten voor de werkgever zowel in de situatie dat de werknemer is ingedeeld in Lohnsteuerklasse 1 als in de situatie dat de werknemer is ingedeeld in Lohnsteuerklasse 3:
In deze bijdrage kwamen de gevolgen aan de orde van loonbelasting- en premieplicht in Duitsland. Duitsland kent net als Nederland een door de werkgever in te houden loonbelasting. Het is hierbij van groot belang de werknemer in de juiste Lohnsteuerklasse in te delen omdat die indeling grote invloed heeft op de belastingvrije bedragen en daarmee de in te houden Duitse loonbelasting. Daarnaast kent Duitsland een tweetal specifieke belastingen, namelijk de Solidaritätszuschlag en de Kirchensteuer. Ook deze twee belastingen dient de werkgever in Duitsland in te houden en af te dragen.
Het sociale verzekeringssysteem in Duitsland verschilt van dat in Nederland. Duitsland kent geen sociale volksverzekeringen die voor de verzekeringsplicht aansluiten bij het inwonerschap. De verzekeringsplicht voor de sociale verzekeringen sluit in Duitsland aan bij het werknemerschap.
De premieheffing voor alle sociale werknemersverzekeringen is in Duitsland gelijk verdeeld over de werkgever en de werknemer. Voor de Krankenversicherung dient de werknemer een aanvullende eigen bijdrage te betalen. Dit geldt eveneens voor de Pflegeversicherung als de werknemer geen kinderen heeft.
Actueel
Wat maakt het juiste moment om je bedrijf te verkopen?
Je eenmanszaak omzetten naar een bv – Wel of niet interessant?
Btw-herziening: Wat kun je wanneer wel/niet in aftrek brengen en wat verandert?
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De Belastingdienst is gestart met het versturen van brieven aan belastingplichtigen die mogelijk in aanmerking komen voor aanvullend rechtsherstel in box 3. En de Belastingdienst is van plan brieven te gaan versturen naar belastingplichtigen met box 3-inkomen waarvan de aanslag IB 2019 op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond. Wat moet je wel of […]
Wat de reden voor verkoop van je bedrijf ook is — nieuwe kansen, pensioen, of het gevoel dat je alles eruit hebt gehaald — het is een van de meest ingrijpende beslissingen die je als ondernemer ooit zult nemen. Wat dan cruciaal is: op het júiste moment verkopen. Maar wat bepaalt het juiste moment om […]
Je eenmanszaak omzetten naar een bv, het is voor veel ondernemers een spannende beslissing. Hoe weet je of je er goed aan doet? Het antwoord op die vraagt hangt af van een aantal factoren. Ik neem je kort mee in 6 daarvan en leg je uit waar je op moet letten. Door Louisa Rensink, Junior […]
Per 2026 gaat de btw-herzieningsregeling mogelijk ook gelden voor diensten aan onroerend goed, zoals verbouwingen, die meer dan € 30.000 kosten. Hoe zit het dan met je btw-aftrek? En hoe werkt btw-herziening eigenlijk überhaupt en hoe zit het met de herzieningstermijnen? Fiscalist Tarik heeft de belangrijkste punten voor je samengevat en geeft tips. Door Tarik […]
Stel je koopt dit jaar theatertickets voor medewerkers en doet die bij in hun kerstpakket. De voorstelling zelf vindt plaats in 2025. Je wilt de tickets onderbrengen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Moet dat dan in de WKR 2024 of juist die van 2025? Het antwoord op de vraag of je de vrije […]
© 2024 - Stolwijk Kennisnetwerk