Skip to main content
15 maart 2024

Betaal je meer belasting over vakantiegeld, overuren en bonussen?

Het lijkt er voor velen op dat je meer belasting over vakantiegeld, bonussen en andere extra’s betaalt. Is dat ook echt zo? Betaal je daarover meer belasting dan over normaal salaris? Zo zit het.

Medewerkers klagen weleens dat overwerken niet loont, omdat er voor hun gevoel bijna niets overblijft. Ook lijkt het alsof ze meer belasting over vakantiegeld, bonussen en andere aanvullende vergoedingen moeten betalen.

Het gevoel is begrijpelijk. Toch is het niet zo dat deze extra’s zwaarder worden belast. Het zit hem puur in het feit dat een medewerker bij een hoger totaalbedrag aan loon/inkomsten over dat hogere totaalbedrag meer belasting verschuldigd is. Dat komt doordat bij een hoger loon/inkomen:

  • Het loon- en inkomstenbelastingtarief stijgt 
  • De heffingskortingen (kortingen op te betalen belasting) vanaf een bepaalde loon-/inkomensgrens dalen 

Lastig om te volgen? Dat snappen we. Daarom geven we je graag wat extra uitleg. Handig voor jou als werkgever maar ook voor medewerkers.

Loonheffing berekenen en afdragen

Voordat je als werkgever loon kunt uitbetalen aan een medewerker, moet je eerst de loonheffing berekenen. Die bestaat uit: 

  • Loonbelasting 
  • Premies volksverzekeringen 

De loonheffing trek je af van het brutoloon en betaal je aan de Belastingdienst. 

In de berekening van de loonheffing zijn de tariefhoogte en heffingskortingen van belang. Het tarief is een percentage waarmee je rekent en waar je heffingskortingen vanaf trekt. Met name de heffingskortingen kunnen het geheel ondoorzichtig maken.

Loonhoogte bepaalt tariefhoogte

De hoogte van het tarief waarmee je in de loonheffing moet rekenen is afhankelijk van de hoogte van het loon van een medewerker. In 2023 bedraagt dit tarief voor iemand jonger dan 66 jaar en 10 maanden (AOW-leeftijd): 

  • 36,97% voor loon tot € 75.518 op jaarbasis 
  • 49,50% voor loon daarboven

Heffingskortingen

Eerst bereken je dus met het tarief de loonbelasting en premies volksverzekeringen. Van het bedrag dat daaruit komt, mag je heffingskortingen aftrekken. Heffingskortingen zijn daarmee als het ware een korting op te betalen belasting. Het bedrag dat daar uitrolt trek je af van het brutoloon en betaal je aan de Belastingdienst.

Heffingskortingen toepassen op gebruikelijk salaris

Heffingskortingen pas je altijd volledig toe bij de berekening van de heffing op het “normale” maandsalaris. Zo kan iedere medewerker zijn kortingsrecht volledig gebruiken. Heeft een medewerker recht op € 629 heffingskortingen in een maand, dan breng je dit volledige bedrag in mindering op het gebruikelijke maandsalaris. En daar komt dus het eerste opvallende om de hoek kijken: 

Ontvangt de medewerker die maand extra loon, bijvoorbeeld voor uitbetaling van overuren of een bonus, dan kun je daar geen extra heffingskorting op in mindering brengen. Het totale recht aan heffingskortingen heb je immers al opgebruikt bij de berekening van het normale loon.

Heffingskortingen: geen vaste bedragen

Heffingskortingen zijn geen vaste bedragen zijn, maar worden bepaald door de hoogte van loon/inkomen. Dan kan het dus gebeuren dat heffingskortingen lager uitvallen bij een hoger totaalloon. Zo ook wanneer je als werkgever incidenteel een extra uitbetaalt en het totaalloon incidenteel hoger is. 

We laten het je zien met toelichting op twee bekendere heffingskortingen:  algemene heffingskorting en arbeidskorting.

Algemene heffingskorting

Deze is in 2024 € 3.362 per jaar bij een jaarlijks loon tot en met € 24.813. Is het jaarloon hoger, dan wordt de korting afgebouwd:

Algemene heffingskorting in 2024 (jonger dan AOW-leeftijd)
Belastbaar inkomen uit werk en woningAlgemene heffingskorting
tot € 24.813€ 3.362
vanaf € 24.813 tot € 75.518€ 3.362 – 6,630% x (belastbaar inkomen uit werk en woning – € 24.812)
vanaf € 75.518€ 0

Arbeidskorting

Deze loopt in 2024 eerst op tot maximaal € 5.538 per jaar bij een jaarlijks loon van €39.957. Is het jaarloon hoger, dan wordt de korting afgebouwd:

Arbeidskorting in 2024 (jonger dan AOW-leeftijd)
ArbeidsinkomenArbeidskorting
Tot € 11.4918,425% x arbeidsinkomen
€ 11.491 tot € 24.821€ 968 + 31,433% x (arbeidsinkomen – € 11.490)
€ 24.821 tot € 39.958€ 5.158 + 2,471% x (arbeidsinkomen – € 24.820)
€ 39.958 tot € 124.935€ 5.532 – 6,510% x (arbeidsinkomen – € 39.957)
€ 124.935€ 0

Deze op- en afbouw van heffingskortingen hebben dus ook invloed op belasting- en premiedruk waarmee een medewerker te maken krijgt.

Let op!

Heffingskortingen kunnen ook een rol spelen bij de vraag of een medewerker nog inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen (hierna: inkomstenbelasting) verschuldigd is. De loonheffing die je als werkgever inhoudt, is daarop namelijk een voorheffing.

  • Een medewerker met één dienstverband >> Voor hem is de ingehouden loonheffing, afgezien van persoonlijke omstandigheden zoals een eigen huis of alimentatie, over het algemeen gelijk aan de inkomstenbelasting. Hij hoeft dan geen inkomstenbelasting te betalen.
  • Een medewerker met meerdere dienstverbanden >> Voor hem is het totaal van de ingehouden loonheffing door de meerdere werkgevers vaak lager dan de inkomstenbelasting. Hij moet dan bijbetalen via zijn aangifte inkomstenbelasting.

Voor een medewerker met meerdere dienstverbanden kan zo een verschil ontstaan, doordat:

  • Meerdere werkgevers rekening hebben gehouden met de heffingskortingen maar de medewerker er maar één keer recht op heeft.
  • Het tarief anders kan zijn per afzonderlijke lonen en over het totale loon (hoger tarief bij hoger totaal loon).

Hoger inkomen heeft gevolgen voor toeslagen

Medewerkers moeten zich realiseren dat er diverse regelingen bestaan die afhankelijk zijn van hun loon/inkomen. Denk bijvoorbeeld aan toeslagen zoals kinderopvang-, zorg- en huurtoeslag en kindgebonden budget. Een hoger loon/inkomen kan betekenen dat recht hierop minder wordt of komt te vervallen. 

Een werkgever heeft geen inzicht in de persoonlijke situatie van een medewerker en kan daarom geen rekening houden met deze gevolgen. De medewerker moet dus zelf beoordelen of en welke gevolgen een hoger loon voor andere regelingen heeft.

Tip!

Laat medewerkers eens kijken op de website van het Nibud. Daar zijn handige tools te vinden.

Vrije ruimte in werkkostenregeling

Het kan voor een medewerker gunstig zijn, wanneer je als werkgever ervoor kiest om een extra vergoeding aan te wijzen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR). Zo een vergoeding zorgt namelijk niet voor afbouw van heffingskortingen en heeft geen gevolgen voor andere regelingen. Dat komt doordat bedragen die zijn aangewezen in de vrije ruimte van de WKR niet meetellen als loon voor de heffingskortingen of de andere regelingen.

Let op!

Er gelden voorwaarden voor wat je als vergoeding in de vrije ruimte van de WKR aan kunt wijzen, zoals:

  • Het moet gebruikelijk zijn om bepaalde vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan te wijzen.
  • De vrije ruimte van de WKR in 2024 is beperkt tot 1,92% over de eerste € 400.000 van de totale loonsom en 1,18% over het meerdere. Komt het totaal van vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen in een jaar boven de hoogte van de vrije ruimte, dan betaalt de werkgever 80% eindheffing over dit meerdere.

Meer weten?

We begrijpen, de berekening van loonheffing blijft ook na deze uitleg behoorlijk complex. Hulp nodig bij berekeningen? Wil je advies voordat je iets gaat doorvoeren? Bel of mail ons gerust. We helpen je graag.

Bron: SRA, Belastingdienst

Terug

Nog niet uitgelezen?