Skip to main content
26 september 2025

Wijzigingen BOR en DSR in 2026 – opgelet bij bedrijfsoverdracht

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) zijn de afgelopen jaren al flink veranderd, maar ook in 2026 zijn er weer wijzigingen. Familiebedrijven en ondernemers die hun bedrijf willen overdragen aan kinderen of andere opvolgers opgelet: we hebben de belangrijkste zaken voor je samengevat.

Wat zijn de BOR en DSR?

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) zijn fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging. Ze zijn vooral belangrijk voor familiebedrijven en ondernemers die hun bedrijf willen overdragen aan kinderen of andere opvolgers. Je kunt hiermee – onder voorwaarden – namelijk fiscaal voordeliger overdragen bij schenking of overlijden.

BOR: de bedrijfsopvolgingsregeling geeft (gedeeltelijke) vrijstelling van schenk- en erfbelasting bij overdracht van een onderneming.

DSR: de doorschuifregeling maakt het mogelijk om belastingheffing door te schuiven (en daarmee betaling uit te stellen), zolang de onderneming wordt voortgezet.

Wijzigingen BOR en DSR die gelden sinds 2025

  • In 2025 100% vrijstelling tot € 1,5 miljoen ondernemingsvermogen.
  • In 2025 75% vrijstelling boven dit bedrag.

Voor de DSR van aandelen is de eis vervallen dat de opvolger 36 maanden in dienst moet zijn. Voor de DSR van een onderneming in de inkomstenbelasting geldt deze voorwaarde overigens nog wel.

Verkrijgers van aandelen moeten minimaal 21 jaar oud zijn voor toepassing van de BOR en DSR van aandelen.

Voor overdrachten vanaf 2025 moet de onderneming minimaal 3 jaar worden voortgezet. Voor overdrachten van vóór 2025 geldt nog een termijn van 5 jaar.

  • 5% van het beleggingsvermogen telt niet meer mee als ondernemingsvermogen, voor de berekening van de hoogte van de BOR-vrijstelling.
  • Bedrijfsmiddelen met een waarde vanaf €100.000, die ook voor andere dan zakelijke doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld voor privé) worden niet volledig meer volledig tot het ondernemingsvermogen gerekend voor de vrijstelling van de BOR.
  • Vanaf 2024 geldt al dat aan derden ter beschikking gesteld (waaronder verhuurd) onroerend goed altijd wordt aangemerkt als beleggingsvermogen. Dit kwam dus al niet meer in aanmerking voor de BOR en DSR van aandelen.

Wijzigingen BOR en DSR die gelden per 2026

Vanaf 1 januari 2026 gelden de volgende nieuwe regels:

Je kunt de rechtsvorm of structuur van je onderneming in sommige situaties makkelijker aanpassen, zonder dat dit in strijd komt met de verplichte voortzettingstermijn of bezitstermijn.

Er komen maatregelen om te voorkomen dat ondernemers de BOR onbedoeld 2 keer kunnen toepassen.

Om fiscaal gedreven investeringen op latere leeftijd te ontmoedigen geldt voor schenkers en erflaters die later dan 2 jaar na hun AOW-leeftijd een bedrijf starten een langere bezitstermijn.

Met ingang van 2026 staat een definitie van ‘preferente aandelen’ in de wet. Aandelen met een wezenlijke voorrang op winst of liquidatieopbrengsten worden daardoor als preferent gezien. Dit kan gevolgen hebben als je verschillende soorten aandelen bezit.

Wijzigingen op een later moment

In het Belastingplan 2025 stond ook nog het voorstel om de BOR en DSR van aandelen vanaf 1 januari 2026 alleen nog maar te laten gelden voor gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Winstbewijzen, opties op aandelen en trackingstocks zouden dan niet meer in aanmerking komen voor de BOR en DSR. Het is echter nog onduidelijk of en wanneer dit daadwerkelijk gaat gelden. Alle overige wijzigingen zijn al eerder door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen en dus definitief.

Bron: SRA

Terug

Nog niet uitgelezen?