Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Minimumloon indexatie per 1 juli 2024
De minimumloon indexatie op 1 juli 2024 is 3,08%. Dit betekent dat het wettelijk minimumuurloon per die datum omhooggaat van € 13,27 naar € 13,68 bruto. Het referentiemaandloon bedraagt dan bruto € 2.133,60 per maand.
De regeling tot indexatie van het wettelijk minimumloon en bekendmaking van het wettelijk minimumuurloon per 1 juli 2024 is gepubliceerd op rijksoverheid.nl. Het gaat hier om een indexatie toegepast zoals voorgeschreven in artikel 14, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Per 1 juli 2024 bedraagt het wettelijk minimumuurloon € 13,68.
Uitgangspunt bij het aanpassingspercentage is de contractloonontwikkeling in 2024 zoals gepubliceerd in het CEP 2024, te weten 5,908%. De helft van de CPB-raming voor de contractloonstijging in 2024 (zoals gepubliceerd in de Macro-Economische Verkenning uit 2023) wordt hiervan afgetrokken. Dit deel is bij de indexatie van januari 2024 al meegenomen, en bedraagt 0,5 x 5,649% = 2,824%. Dit resulteert in 3,084% en vormt het onafgeronde aanpassingspercentage. Het (onafgeronde) wettelijk minimumloon, zoals berekend voor de aanpassing per 1 januari 2024, wordt verhoogd met dit percentage.
Op 1 januari 2024 is de Wet invoering minimumuurloon in werking getreden. Hierdoor moet je medewerkers per uur een wettelijk minimumuurloon betalen en is er geen vast minimummaandloon meer. Dit geldt voor alle sectoren en ongeacht duur van de werkweek.
Voor medewerkers die het minimumloon verdienen en een voltijds dienstverband van méér dan 36 uur per week hebben, heeft dit tot een loonsverhoging geleid.
Ten opzichte van 1 januari 2024 stijgt het referentiemaandloon per 1 juli 2024 met 3,1%. Het bedraagt dan bruto € 2.133,60 per maand (nu: € 2.069,40 per maand). Maar let op: door de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon per 1 januari 2024 dient het referentiemaandloon niet langer als basis dient voor het minimumloon waarop de werknemer uit hoofde van een dienstbetrekking recht heeft. Wel wordt het referentiemaandloon nog gebruikt voor het vaststellen van de hoogte en de indexatie van diverse uitkeringen.
De met het wettelijk minimumuurloon corresponderende wettelijke minimumjeugdlonen zijn geregeld in het Besluit minimumjeugdloon:
Voor medewerkers die werken op basis van een arbeidsovereenkomst van de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) gelden alternatieve staffels. Ook deze liggen vast in het Besluit minimumjeugdloon.
Voor leerlingen in de bbl in de leeftijd van 15 tot en met 17 jaar en 21 jaar geldt het hierboven genoemde wettelijk minimumuurloon. Voor bbl-medewerkers in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar geldt een andere staffeling en dus een ander minimumuurloon:
Bron: Salaris Vanmorgen
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk