Verandering biedt kansen
Home / Blogs / Loonsanctie: Wat als iemand niet meewerkt aan zijn re-integratie?
Is een medewerker ziek, dan ben je als werkgever verplicht hem zijn salaris gedurende 104 weken (of zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt) door te betalen. In ruil daarvoor is de medewerker verplicht om mee te werken aan zijn re-integratie, bijvoorbeeld door gehoor te geven aan een oproep van de bedrijfsarts. Werkt de medewerker niet mee, dan mag je een loonsanctie zoals loonopschorting of loonstop opleggen. Maar hoe en wanneer pas je nu welke loonsanctie toe?
Door Laura van Alst, Arbeidsjurist
In de ideale situatie geef je als werkgever en medewerker samen vorm aan de re-integratie van een medewerker. Helaas kan het voorkomen dat een medewerker niet meewerkt aan zijn re-integratie, bijvoorbeeld door onbereikbaar te zijn voor jou of – zonder goede reden – niet te verschijnen op afspraken bij de bedrijfsarts. De wet geeft een werkgever in die situatie extra middelen om een medewerker ertoe te bewegen alsnog aan zijn re-integratieverplichtingen te voldoen. Een loonsanctie is zo’n middel. Deze is er in meerdere vormen en het is van groot belang dat je de juiste vorm op het juiste moment inzet. Ik zie het in de praktijk echter nog vaak misgaan. Met vervelende consequenties voor de werkgever.
De Nederlandse wet kent twee soorten loonsancties:
Een medewerker behoudt zijn recht op loondoorbetaling, maar de betaling wordt opgeschort. Zodra de medewerker weer aan zijn re-integratieverplichtingen voldoet, krijgt hij zijn loon met terugwerkende kracht alsnog uitbetaald.
Dit is een zwaardere straf. Hierbij vervalt het recht op loon tot het moment waarop een medewerker weer aan zijn re-integratieverplichtingen voldoet.
Je zag al: er zit verschil in de zwaarte van de loonsancties. De wet schrijft daarom voor wanneer een werkgever een sanctie mag opleggen en welke sanctie. Leg je een onjuiste loonsanctie op, bijvoorbeeld een loonstop terwijl slechts een loonopschorting is toegestaan, dan is de sanctie ongeldig. En doordat de sanctie dan ongeldig is, is er ook geen loonsanctie opgelegd. Ook als er wel reden toe was. Je moet de medewerker dan het gemiste loon, eventueel vermeerderd met de rente en wettelijke verhoging nabetalen. Overigens mag je als er in zo’n geval sprake was van een loonstop wel alsnog de lichtere sanctie van een loonopschorting opleggen. Andersom mag dit niet.
Een werkgever mag een loonopschorting toepassen als een medewerker de werkgever niet in de gelegenheid stelt om vast te stellen of hij daadwerkelijk arbeidsongeschikt is. De arbeidsongeschiktheid moet door een bedrijfsarts worden beoordeeld. Als een medewerker dus niet bij de bedrijfsarts verschijnt, heeft een werkgever – na schriftelijke waarschuwing – de mogelijkheid om het loon op te schorten.
Een loonstop is volgens de wet alleen toegestaan als een medewerker:
Is in een specifieke situatie het opleggen van een loonsanctie gerechtvaardigd, dan moet je een medewerker altijd eerst schriftelijk waarschuwen. Je mag dus niet direct de betreffende sanctie opleggen. Uit jouw waarschuwingsbrief moet blijken:
Let op! Waarschuw je een medewerker voor een loonstop, terwijl je eigenlijk een loonopschorting bedoelde, dan kun je hier op een later moment niet op terugkomen. De waarschuwing is dan ongeldig.
Stel, een medewerker is niet verschenen bij een oproep voor de bedrijfsarts. Dit is reden om een loonopschorting aan de medewerker op te mogen leggen. In de waarschuwingsbrief waarschuw je de medewerker voor een loonstop als loonsanctie in plaats van een loonopschorting.
Vervolgens geeft de medewerker ook geen gehoor aan de nieuwe oproep voor de bedrijfsarts. Toch mag je dan als werkgever niet overgaan tot het opleggen van de loonopschorting. Voor deze loonsanctie heb je hem immers niet gewaarschuwd. Je zult de medewerker daarom opnieuw moeten waarschuwen voor de juiste loonsanctie, waarna je die sanctie mag opleggen.
Het tijdig opleggen van de juiste loonsanctie luistert dus erg nauw. Onjuist handelen kan verstrekkende gevolgen hebben voor jou als werkgever. Wil je zekerheid inbouwen en een loonsanctietraject voor alle partijen zo soepel en duidelijk mogen laten verlopen? Schakel tijdig onze hulp in! En heb je vragen over de verschillende loonsancties of hulp nodig bij het opstellen van een waarschuwingsbrief? Bel of mail ons ook gerust daarvoor. We helpen je graag.
Laura van AlstArbeidsjuristTel: +31 (0)316 740 115E-mail: l.v.alst@vitaconluteijn.nl
Actueel
Van ‘Hoeveel is mijn bedrijf waard?’ naar ‘Hoe wordt het nog meer waard?’
Het jaar van Joost Kelderman: duurzaamheid, inspiratiebronnen, ontwikkelingen en meer
Bedrijfsoverdracht familiebedrijf in 2025-2026? Let extra op deze wijzigingen in de BOR en DSR
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk