Skip to main content
19 november 2025

Is een woon-werk pand ondernemingsvermogen?

Als ondernemer in de inkomstenbelasting gebruik je bepaalde bedrijfsmiddelen soms zowel zakelijk als privé. Onder voorwaarden kunnen doe dan ofwel tot het privévermogen, ofwel tot het ondernemingsvermogen gerekend worden. Wat is daarvoor bepalend?

Afhankelijk van gebruik

  • Gebruik je een bedrijfsmiddel 10% of minder zakelijk, dan valt het verplicht onder je privévermogen
  • Gebruik je het bedrijfsmiddel juist 90% of meer zakelijk, dan is het verplicht ondernemingsvermogen

Alleen in bijzondere situaties kan hiervan worden afgeweken. In alle overige gevallen mag j kiezen of u het bedrijfsmiddel als zakelijk of als privé aanmerkt.

Belang van keuze

Een eenmaal gemaakte keuze heeft vaak belangrijke fiscale gevolgen en kun je niet zomaar herzien. Zo is bij verkoop van een bedrijfsmiddel dat als ondernemingsvermogen is aangemerkt de boekwinst belast en een boekverlies aftrekbaar. Behoort het bedrijfsmiddel tot het privévermogen, dan is de verkoop ervan niet van invloed op de winst. Dit kan bijvoorbeeld bij een pand een fors verschil maken.

Een situatie uit de praktijk

In een zaak die onlangs tot aan de Hoge Raad werd uitgevochten, ging het om de vraag of het pand van een tandarts tot het ondernemingsvermogen mocht worden gerekend.

Zienswijze van de inspecteur
De inspecteur vond dat het pand niet tot het ondernemingsvermogen mocht worden gerekend, omdat van de woning in totaal slechts 7,75% zakelijk werd gebruikt.

Argumentatie van de tandarts
De tandarts voerde aan dat ze volgens de geldende beroepsregels verplicht was om binnen een half uur van haar praktijk te wonen. Ook gaf ze aan dat haar praktijkmanager de zakelijke ruimte mede gebruikte en dat naast het zakelijke gebruik van het pand ook de garage zakelijk gebruikt werd voor de stalling van de bedrijfsauto.

Oordeel van de Hoge Raad
De Hoge Raad stelde, net als de rechter eerder, in deze zaak de Belastingdienst in het gelijk. Zo woonde de tandarts vóór aanschaf van de woning al dichter bij haar werk en dus kon ze niet aanvoeren dat de woning mede dienstbaar was aan de onderneming. Ook was er geen bewijs, zoals foto’s, van het feit dat de garage alleen voor het stallen van de auto werd gebruikt. Dat de praktijkmanager de zakelijke ruimte mede gebruikte, maakte voor de omvang van dit gebruik geen verschil en dus mocht de woning niet als ondernemingsvermogen worden aangemerkt.

Bron: SRA

Terug

Nog niet uitgelezen?