Verandering biedt kansen
Home / Nieuws / Lokale overheid | Notitie Specifieke uitkeringen: uitvoerbaarheid en controleerbaarheid
In april heeft de commissie BADO een notitie uitgebracht over de specifieke uitkeringen. Hierbij gaat het om geoormerkte uitkeringen, die het Rijk verstrekt aan gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen.
In deze notitie wordt nader ingegaan op actuele vraagstukken over de specifieke uitkeringen vanuit decentrale overheden en accountants. De notitie is voornamelijk gericht op de sterke stijging van het aantal specifieke uitkeringen en welke uitwerking dit heeft op de accountantscontrole.
Vanaf 2018 is er sprake van een keerpunt in het aantal specifieke uitkeringen, doordat veel decentralisatie-uitkeringen als onrechtmatig zijn aangemerkt. Bij de decentralisatie-uitkeringen werden namelijk voorwaarden gesteld en bestuurlijke afspraken gemaakt. Volgens de Algemene Rekenkamer passen deze afspraken en voorwaarden niet bij decentralisatie-uitkeringen. Als alternatief is er meer gebruik gemaakt van specifieke uitkeringen. De specifieke uitkering is niet het enige oplossing. Er kan ook een financiële bijdrage worden toegekend in de vorm van een algemene uitkering of decentralisatie-uitkering waarbij er geen voorwaarden aanwezig zijn.
De commissie BADO heeft over deze ontwikkeling twee aanbevelingen benoemd. Om de stijging van het aantal specifieke uitkeringen terug te dringen kan het Rijk overwegen om de opties om een financiële bijdrage te verstrekken in de vorm van een algemene uitkering of decentralisatie-uitkering zonder hier voorwaarden aan te stellen. Daarnaast zou ook nog de Financiële-verhoudingswet kunnen worden gewijzigd. Hierdoor kunnen er weer rechtmatig bijdragen worden verstrekt in combinatie met wederkerige afspraken.
De stijging van het aantal specifieke uitkeringen heeft ook geleid tot een stijging van uitkeringen met een relatief klein bedrag. Bij decentrale overheden ontstaat hierbij de vraag of de lasten wel opwegen tegen de baten. Om dit te bepalen ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij zowel de decentrale overheden als het ministerie. De decentrale overheden dienen vooraf te bepalen of de lasten de baten overtreffen. Het ministerie heeft de verantwoordelijkheid om vooraf te beoordelen in welke vorm de financiële bijdragen verstrekt dient te worden. De commissie BADO heeft over de stijging van het verstrekken van specifieke uitkeringen met geringe bedragen geadviseerd aan het Rijk om hier terughoudend in te zijn.
De besteding van de specifieke uitkering dient te worden verantwoord in de jaarrekening. Dit gebeurt in de Sisa-bijlage. De accountant moet voor iedere specifieke uitkering beoordelen of er risico’s zijn en of deze richtinggevend zijn voor de controle. Daarnaast is een deelwaarneming vereist voor specifieke uitkeringen die groter of gelijk zijn aan € 125.000. De bijlage wordt gecontroleerd met de materialiteit van de gehele jaarrekening. De Auditdienst Rijk voert elk jaar een review uit op de Sisa-bijlage.
In de Sisa-bijlage zijn ook nulbestedingen opgenomen. Deze bestedingen dienen ook te worden gecontroleerd door de accountant. Decentrale overheden vinden deze controle bezwaarlijk vanwege de hieraan verbonden kosten. Vanaf 2022 zal hiervoor een wijziging plaatsvinden in de Nota Verwachtingen Accountantscontrole. Bij de indicatoren R en D1 zal de accountant vaststellen of de getrouwheid van de “0” correct is. De werkzaamheden die hiervoor worden uitgevoerd wijken niet af van de beoordeling van de andere onderdelen van de verantwoording.
Wij vragen aandacht voor de controleerbaarheid van de specifieke uitkeringen. Tijdens de controle wordt namelijk geconstateerd dat de regeling niet altijd volstrekt helder is. De commissie BADO adviseert om bij het opstellen van de regeling de accountant vroegtijdig te betrekken. Dit geldt vooral bij specifieke uitkeringen met een groot maatschappelijk of financieel belang. Tot slot heeft de commissie BADO ook nog een algemene aanbeveling gedaan over de innovatie van de Sisa-bijlage. Zij adviseren om bij de ontwikkeling van de bijlage de accountants, decentrale overheden en het Rijk te betrekken zodat er een betere verantwoording tot stand komt en een controle kan worden uitgevoerd tegen lagere (administratieve) lasten.
Wil je meer weten over de notitie en de aanbevelingen en wat dit voor jou betekent? Neem contact op met onze specialisten, zij vertellen er graag meer over.
Bron: BADO notitie specifieke uitkeringen: uitvoerbaarheid en controleerbaarheid
Actueel
Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd naar Tweede Kamer
Schade aan leaseauto onder werktijd: wie moet betalen?
Antwoord op vragen over schijnzelfstandigheid en handhaving
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen. Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box […]
Als een van jouw medewerkers onder werktijd schade rijdt aan zijn leaseauto, krijgt hij het eigen risico vaak doorberekend. Maar let op: dat mag alleen in geval van opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid. Volgens artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer in principe niet aansprakelijk voor schade die hij tijdens zijn werkzaamheden veroorzaakt. […]
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 weer volledig op schijnzelfstandigheid. Dit heeft onder zelfstandigen en opdrachtgevers geleid tot vragen over schijnzelfstandigheid en arbeidsrelaties. Het Ministerie van Financiën heeft de meest gestelde vragen nu verzameld in een overzicht. 1. Wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Als organisaties een zzp’er inschakelen voor een opdracht die in loondienst […]
Het rendementspercentage 2026 box 3 is bekend: Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ stijgt naar verwachting van 5,88% in 2025 naar 5,99% in 2026. Daarnaast overweegt het kabinet een aanvullende verhoging naar 7,77%. De verhogingsmaatregel is mogelijk bedoeld om financiële tekorten door de vertraagde invoering van het nieuwe box 3-stelsel te compenseren. Het […]
Je betaalt geen bijtelling als je jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt met een auto van de zaak. Maar wist je dat je dan wel álle ritten moet bijhouden in je rittenregistratie en niet alleen je privékilometers? Wil je geen bijtelling hoeven te betalen, dan is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat […]
© 2025 - Stolwijk Kennisnetwerk