Accountancy: balanceren op snijvlak regels en betrokkenheid
Het accountancyvak en met name de controlepraktijk is volop in beweging. Wet- en regelgeving maken het vak procedureel strikter, maar het is en blijft tegelijkertijd zeer boeiend, laten Daphne Wienholts (controleleider) en Gert Bouwhuis (accountant) optekenen. We praten met hen, vanuit ieder hun eigen rol, over actuele ontwikkelingen en de daaropvolgende dilemma’s. Zo ook wat ervoor nodig is om werken in de accountancy aantrekkelijk te houden.
Gert, laten we beginnen met jou. Wat zijn voor jullie de belangrijkste actuele uitdagingen?
“Om te beginnen hebben wij voor de wettelijke controle een AFM-vergunning nodig. In 2022 is de controle op de naleving van die vergunningsplicht overgegaan van het SRA naar de AFM. Zij hebben zich de afgelopen jaren gericht op het doen van themaonderzoeken op kwaliteitsaspecten. De uitkomsten van zo’n themaonderzoek door de AFM laten zien dat we als beroepsgroep nog verder moeten werken aan onze kwaliteit. Het vraagt bij ons ook om aanscherping van procedures. Dit biedt helderheid en leidt ertoe dat wij op een steeds betere manier leren documenteren. Maar aan de andere kant is het zaak ervoor te waken dat we ons blijven bezighouden met meer dan alleen procedurele zaken. Hoe blijf je relevant voor de organisatie of ondernemer die je bedient? We willen er natuurlijk voor zorgen dat we een inhoudelijk goede controle blijven uitvoeren, maar volgens mij is dat meer dan alleen de juiste procedure volgen.”
“We willen er natuurlijk voor zorgen dat we een inhoudelijk goede controle blijven uitvoeren, maar volgens mij is dat meer dan alleen de juiste procedure volgen.“
Daphne, wat merk jij daarvan in de praktijk?
“Een mooi voorbeeld is dat we door aanbevelingen van een AFM-themaonderzoek nu echt niet meer met een controle mogen beginnen voordat de werkzaamheden rondom de opdrachtaanvaarding of -continuering zijn afgerond en de opdrachtbevestiging ondertekend bij ons binnen is. Voorheen startten we bij doorlopende opdrachten al in de zomer met de voorbereidende werkzaamheden van jaarrekeningcontroles. Dit jaar kon dat niet, omdat wij nog niet alle getekende bevestigingen in huis hadden. Dit vraagt om een aanpassing in ons werkproces en daardoor hoopt het werk zich de komende tijd wat op. We willen er nu voor zorgen dat we in juni 2024 alle opdrachtbevestigingen hebben verstuurd. Dan kan alles weer in de pas gaan lopen.”
Is dat alleen maar vervelend?
“Nee hoor. Het proces rondom de opdrachtaanvaarding en -continuering is beter geworden. Wie wat doet en wanneer is veel duidelijker. Daardoor kunnen we zaken steeds beter plannen. Als de verbeterde procedure is geland, kunnen we ons weer focussen op dat wat ons werk mooi maakt: opbouwend kritisch zijn en onze klanten adviseren. De kwaliteit van ons werk staat bij ons altijd voorop. Als je de procedures goed gevolgd hebt, wil dat echter nog niet zeggen dat de controle inhoudelijk ook goed was. Voor dat laatste is oprechte betrokkenheid nodig. In die combinatie willen we steeds verder in groeien.”
Gert, hoe zorg je in jouw optiek voor meer kwaliteit?
Bij SKN merken we dat we steeds meer toegroeien naar een omvang waarin specialisatie goed mogelijk is. Dat is volgens mij ook noodzakelijk voor de toekomst. Bijvoorbeeld in branches zoals overheid en de zorg, maar ook op de thema’s duurzaamheid, data-analyse, IT en fraude. Met betrekking tot dit laatste zijn wij sinds het boekjaar 2022 verplicht te rapporteren over de frauderisico’s die wij bij klanten zien. Dat vraagt om een gestructureerde aanpak en we hebben daar intern specialisten voor opgeleid. Zij vinken geen checklist af, maar voeren op de juiste wijze inhoudelijk het gesprek over frauderisico’s. Het bewustzijn over dit onderwerp is bij ons en bij klanten sterk gegroeid en dat kan her en der veel ellende besparen. Wat mij betreft is dat ook weer een mooi voorbeeld van hoe wet- en regelgeving tot iets goeds leidt.”
“Als team vinden we het belangrijk dat alle collega’s werken aan hun vaktechnische, maar vooral ook persoonlijke ontwikkeling.”
Er heerst de beeldvorming dat mensen de accountancy verlaten. Is dat terecht?
“Mensen die kiezen voor ons vak, komen na hun opleiding in de praktijk terecht. Zij zien dan pas echt wat er bij de uitvoering van het vak komt kijken. Zoals in alle vakgebieden haken er op zo’n moment mensen af. We hébben nu eenmaal te maken met wet- en regelgeving, procedures en interne afspraken. Het goed toepassen hiervan, in combinatie met de tijdsdruk, past niet bij iedereen. Dit leidt tot veel verloop in de sector. Wij zien ook weleens mensen vertrekken naar een baan in het bedrijfsleven, maar ook daar wordt hard gewerkt. Het vak van accountant vind ik nog altijd leuk, want geen dag en uitdaging is hetzelfde. Als team vinden we het belangrijk dat alle collega’s werken aan hun vaktechnische, maar vooral ook persoonlijke ontwikkeling. Vragen als: Wat vind je leuk en in welke richting wil jij je ontwikkelen komen regelmatig aan de orde.”
Daphne, wat maakt dat jij het vak nog leuk vindt?
“Ik vind het fijn om op een positieve manier druk bezig te zijn. Maar ook de groei die ik doormaak in de organisatie. Je zet stap voor stap en gaat de zaken vanaf steeds een hoger niveau bekijken. Daarbij vervul je ook een belangrijke rol in de begeleiding van je minder ervaren collega’s. Daarnaast toch zeker ook de afwisseling. Ik doel dan op de verschillende klanten en het betrokken contact met hen. Elke week zit je weer ergens anders. Om te vergelijken: als controller in het bedrijfsleven zit je toch bijna altijd op dezelfde plek, ben je bezig met dezelfde dingen. We zien ook echt weleens dat mensen weer terugkomen als accountant, omdat ze die afwisseling toch hebben gemist.”
En Gert, hoe zorg je dat werken in de accountancy voor de toekomst aantrekkelijk blijft? “Ik merk dat wij daar bij SKN wel steeds aan werken, zowel op het niveau van het individu, het team als de organisatie. We doen er alles aan om onze bezetting te optimaliseren, de juiste klanten aan te trekken en ruimte te geven aan het vervullen van een rol die bij iedere specifieke collega past. SKN is nog altijd meer gericht op mensen, dan op cijfers. Als we dat samen kunnen volhouden, vind ik het in ieder geval mooi om hier onderdeel van uit te blijven maken.”