Verandering biedt kansen
Home / Blogs / Deel 2: Als Nederlands bedrijf ondernemen in Duitsland of andersom – 8 aandachtspunten
Wil je als Nederlands bedrijf ondernemen in Duitsland of andersom? Overweeg je om medewerkers uit het andere land in dienst te nemen? Nederlandse en Duitse wetgeving voor ondernemers en medewerkers lijken op elkaar, maar zijn niet gelijk. Mismatches en verschillen in verwachtingen kunnen voor onaangename verrassingen en nadelen zorgen. Laat je dus goed adviseren en lees deze tweede serie van handige praktijkvoorbeelden.
Door Ricardo te Kaat, Fiscalist
In deel 1 van mijn blog ‘Als Nederlands bedrijf ondernemen in Duitsland’ legde ik je al uit: Nederlandse en Duitse wet- en regelgeving lijken op elkaar, maar zijn zeker niet gelijk! Die verschillen kunnen zorgen voor onaangename verrassingen als je als Nederlandse ondernemer zaken gaat doen in Duitsland of in Duitsland woonachtige medewerkers in dienst neemt. Of andersom: als je als Duits bedrijf actief wordt in Nederland of in Nederland wonende medewerkers aanneemt. In deel 1 heb ik het gehad over de bv-structuur met een STAK, dividend met een structuur met een GmbH, overdrachtsbelasting en een structuur met Duits onroerend goed en het uitvoeren van projecten in Duitsland. In dit tweede deel vier verdere aandachtspunten.
Lees Ricardo’s eerste vier aandachtspunten in deel 1 van het blog ‘Als Nederlands bedrijf ondernemen in Duitsland of andersom’.
Een medewerker die in Nederland woont heeft een Duitse werkgever. De medewerker werkt echter ook thuis en regelmatig op de vestiging van de werkgever in Italië. Worden alle belastingen dan wel in Duitsland afgedragen?
In de praktijk kom ik dit ook bij grote werkgevers vaak tegen. Maar deze veel voorkomende situatie betekent dat de belastingen (deels) in het verkeerde land worden afgedragen. Zoals hier, waar zowel in Duitsland als Nederland belastingen zijn verschuldigd.
Een Duitse werkgever die een inwoner van Nederland aanneemt of een Nederlandse werkgever die een inwoner van Duitsland in dienst neemt, kan tegen loonbelasting en afdracht van sociale premies aanlopen in het woonland van de medewerker, als de werknemer ook in zijn woonland (bijvoorbeeld thuiswerken) of buiten het werkland (bijvoorbeeld werkzaam in heel Europa) werkzaamheden verricht.
Thuiswerken of buiten Duitsland werken heeft al vanaf dag 1 direct gevolgen in Nederland. Een en ander is niet alleen fiscaal risicovol, maar ook als het gaat om de sociale zekerheid van de medewerker. Die is in zo een situatie namelijk niet (juist) verzekerd.
Een Duitse werkgever neemt een in Nederland woonachtige medewerker aan die volledig in Nederland werkt. De werkgever weet dat er (alleen) in Nederland belastingen en premies afgedragen moeten worden voor de medewerker. Daarvoor zijn wij benaderd en wij nemen de loonadministratie voor de buitenlandse werkgever op ons.
De werkgever heeft zich goed laten informeren en weet dat hij verplicht is het loon van de werknemer 2 jaar lang door te betalen. Dat is anders dan de 6 weken doorbetaling die vanuit Duitsland bekend is, dus wil hij dit risico graag verzekeren. Maar helaas, verzekeren lukt niet, omdat de eerste vraag van de verzekeraar – of de werkgever staat ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel (KvK) – niet met ‘ja’ kan worden beantwoord. En je als buitenlandse werkgever inschrijven bij de KvK blijkt lastig. Zelfs als het al lukt komen er vragen vanuit de Nederlandse Belastingdienst. Die vermoedt door de inschrijving namelijk dat er belasting betaald moet worden in Nederland.
Vervolgens wil de werkgever de medewerker laten deelnemen aan de pensioenregeling die ze in Duitsland hebben voor de medewerkers. Maar ook hier helaas: De Duitse pensioenregeling kwalificeert niet naar Nederlandse maatstaven en dus is de premie niet aftrekbaar. En er wordt afgeraden om voor 1 medewerker in Nederland een pensioenregeling af te sluiten. Te bewerkelijk en kostbaar en ook daar geldt standaard als eis een inschrijving bij de KvK. Een beperking vanuit de verzekeringsvoorwaarden.
Een aandeelhouder van een Nederlandse bv-structuur is naar Duitsland geëmigreerd. Er volgt vanuit Nederland een conserverende aanslag, een lastig fenomeen.
Zoals in Nederland vanuit aansprakelijkheid gebruikelijk, is de aandeelhouder gehuwd met huwelijkse voorwaarden. Omdat de aandeelhouder en diens partner al het bezit echter als gezamenlijk beschouwen, wil de aandeelhouder de huwelijkse voorwaarden omzetten naar een gemeenschap van goederen. Wat ook nog eens gunstig is voor mogelijke erfbelasting.
Kanttekening: In geval van overlijden binnen 10 jaar na emigratie heffen in beginsel beide landen belasting over de erfenis!
Vanuit Nederland bezien kan het opheffen van huwelijkse voorwaarden (in beginsel) zonder belastingheffing. De aandeelhouder woont echter in Duitsland en daar wordt dit bij een ongelijke verdeling gezien als een schenking. Met mogelijk aanzienlijke gevolgen.
Vervolgens emigreert de aandeelhouder terug naar Nederland. Er volgt dan vanuit Duitsland een conserverende aanslag, voor de waarde van de Nederlandse bv’s aangehouden in de Duitse periode. De invordering van de Nederlandse conserverende aanslag wijkt echter af van de invordering van de Duitse conserverende aanslag. Een goede planning is nodig om dubbele belasting te voorkomen.
Na emigratie terug naar Nederland is het belangrijk om te weten dat de lijfrentes, pensioenpolissen en kapitaalverzekeringen en andere producten die in Duitsland zijn afgesloten – in tegenstelling tot veel Nederlandse equivalenten – niet standaard zijn vrijgesteld voor de box 3-heffing. Deze behoren dan wel tot bezittingen in box III in Nederland, omdat ze niet aan de voorwaarden voor vrijstelling volgens de Nederlandse wet voldoen.
Nederland kent een gunstige fiscale faciliteit, waarbij 30% van het inkomen van een buitenlandse medewerker met specifieke deskundigheid onbelast kan blijven. We merken in de praktijk echter dat het Duitse Finanzamt vragen stelt bij de in Duitsland wonende klanten met een Nederlandse 30%-regeling. Op grond van een misbruikbepaling in het verdrag (als het andere land niet heft mag Duitsland altijd heffen), vindt Duitsland dat het in Nederland vrijgestelde 30%-deel van het inkomen in Duitsland toch mag worden belast. Weg voordeel. Dit gaat waarschijnlijk tot een procedure in Duitsland leiden, maar vooralsnog is er dus nog geen gunstig alternatief.
Lees ook deel 1 van mijn blog ‘Als Nederlands bedrijf in Duitsland ondernemen of andersom’ met nog eens 4 fiscale aandachtspunten voor de verschillen tussen Nederlandse en Duitse wetgeving. Natuurlijk snappen we dat er ook daarna nog vragen zijn. Op de hoogte blijven van actualiteit in wet- en regelgeving is een uitdaging en de consequenties van verschillen begrijpen en er tijdig op anticiperen een vak apart. Bel of mail ons dus gerust, want daar zijn we voor. Samen nemen we jouw specifieke situatie door en voorkomen we onaangename verrassingen.
Ricardo te KaatFiscalistTel: +31 (0)314 369 1111E-mail: r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl
Actueel
Uitgelicht: 3 do’s uit de Masterclass Wet verbetering poortwachter
Flexibele arbeidsovereenkomsten – Dit moet je weten
5 tips voor verleiden op de werkvloer
Deel dit bericht
Nog niet uitgelezen?
PVV, VVD, NSC en BBB hebben op 16 mei 2024 een hoofdlijnenakkoord gesloten. Hoewel dit nog moet leiden tot een gedetailleerd regeerakkoord, zien we hierin al wel diverse fiscale maatregelen. Wat kun je verwachten aan fiscale maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord? Je leest het per thema. Maatregelen voor arbeid Uit het hoofdlijnenakkoord kunnen we de volgende […]
Vanaf medio 2026 geldt de nieuwe EU-richtlijn Empowering the Consumer for the Green Transition. Deze moet zorgen voor betere consumentenbescherming tegen greenwashing en consumenten concretere duurzaamheidsinformatie geven over producten en diensten. Nu vindt er nog regelmatig misleiding plaats met onvoldoende onderbouwde claims zoals ‘groen’ of ‘milieubewust’. Tegen greenwashing: Alleen milieuclaim met keurmerk De nieuwe EU-richtlijn […]
De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel waarin het LIV (het lage-inkomensvoordeel) vervalt per 2025 en het LKV (loonkostenvoordeel voor oudere werknemers) wordt afgebouwd vanaf 2025. LIV: Lage-inkomensvoordeel Het lage-inkomensvoordeel (LIV) vervalt per 2025. Het LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die medewerkers in dienst hebben met een laag loon. De regeling verlaagt […]
Heb je box 3-vermogen aan te geven in je aangifte inkomstenbelasting over de jaren tot en met 2023? Het is de verwachting, dat de Hoge Raad in augustus of september uitspraak doet in het kader van een aantal box 3-arresten. Is die gunstig voor belastingplichtigen, dan kun jij je straks met digitaal met het formulier […]
Ben je als ondernemer van plan een volledig elektrische bedrijfsauto te kopen, dan kun je vanaf 23 april 2024 weer de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) aanvragen. De subsidie voor elektrische bedrijfsauto’s bedraagt maximaal € 5.000 per bedrijfsauto. De SEBA is dit jaar voor het laatst beschikbaar. Voor welke auto’s? De SEBA subsidie voor elektrische bedrijfsauto’s […]
© 2024 - Stolwijk Kennisnetwerk