Skip to main content
16 januari 2014

Wet Werk en Zekerheid

Vorig jaar november is een wetsontwerp Werk en Zekerheid ingediend. Een onderdeel van die wet is de Ketenregeling en overige wijzigingen ten aanzien van tijdelijke contracten. Of de wetswijziging doorgang gaat vinden is nu nog niet zeker.  Mocht de wet doorgaan dan gelden met ingang van 1 juli 2014 onderstaande  bepalingen.

In CAO’s kunnen nog afwijkende afspraken staan ten opzichte van deze  nieuwe rechten. Het betreft artikel 628 (geen arbeid geen loon), artikel 668a (ketenregeling) en artikel 691 (keten en uitzendovereenkomst). Deze blijven van kracht totdat de CAO afloopt, maar uiterlijk tot en met 31 december 2015.

Ketenregeling

  • De maximum termijn waarbinnen drie tijdelijke contracten afgesloten mogen worden, wordt teruggebracht van 3 naar 2 jaar.
  • De tussenpoos die de keten doorbreekt wordt verlengd van 3 maanden naar 6 maanden.
  • Het oude recht blijft van toepassing op contracten die reeds golden voor 1 juli 2014; zij lopen gewoon nog van rechtswege af.
  • Wordt op of na 1 juli 2014 een (opvolgend) contract gesloten met een tussenpoos van 6 maanden of korter, dan telt het voorgaande contract mee in de keten volgens het nieuwe recht.
  • Afwijkingen op de ketenregeling  kunnen alleen bij CAO worden overeengekomen.


De ketenregeling gaat niet gelden voor medewerkers die jonger zijn dan 18 jaar, met een gemiddelde arbeidsduur van 12 uren per week of minder. Voor hen start de keten op de dag dat ze 18 worden.

Aanzegtermijn

  • Voor alle tijdelijk contracten van een half jaar of langer moet de werknemer –  uiterlijk een maand voordat het contract afloopt – schriftelijk geïnformeerd worden  of het contract wordt  voortgezet of niet.
  • Wordt dit achterwege gelaten, dan moet de werkgever de werknemer een vergoeding betalen van 1 maand loon; ook als het contract alsnog wordt voortgezet!! Is de werkgever te laat, dan geldt de vergoeding voor de termijn dat hij te laat is.
  • Indien de werkgever aangeeft het contract te willen voorzetten, moet werkgever ook aangeven tegen welke voorwaarden hij dit wil doen. Wordt dit verzuimt, dan wordt het contract geacht te zijn verlengd voor eenzelfde periode en  onder dezelfde voorwaarden,  maar maximaal voor de duur 1 jaar.
  • Er geldt geen aanzegtermijn indien het contract niet op een vaste datum eindigt, bijvoorbeeld als het contract  is aangegaan voor de duur van een bepaald project of voor ziektevervanging.
  • De aanzegtermijn geldt niet voor contracten die eindigen vóór 1 augustus 2014.

Proeftijd

  • Bij contracten voor bepaalde tijd met een contractduur van 6 maanden of korter is geen proeftijd meer toegestaan.

Concurrentiebeding

  • In een contract voor bepaalde tijd kan het concurrentiebeding alleen nog worden opgenomen indien  zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen een concurrentiebeding vereisen. Dit dient tevens in het contract gemotiveerd te worden. Ontbreekt de motivering dan is het beding niet  geldig (nietig).
  • Een rechter kan – op verzoek van de werknemer – het beding vernietigen indien hij van mening is dat de noodzaak voor een concurrentiebeding niet voldoende onderbouwt is.
  • Voor contracten die voor 1 juli 2014 tot stand zijn gekomen blijft het oude wetsartikel van toepassing.

Oproepkrachten

  • De werkgever is verplicht het loon door te betalen als de werknemer de overeengekomen arbeid niet heeft verricht, tenzij dit in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. Deze loondoorbetalingsverplichting kan in de arbeidsovereenkomst alleen voor de eerste 6 maanden worden uitgesloten.
  • Afwijkingen op de loondoorbetalingsverplichting kunnen alleen bij CAO worden overeengekomen.

 

Bron: AWVN

Terug

Nog niet uitgelezen?